Kesselring, Albert

Duitse Bevelhebbers

Geboortedatum:: 30 november 1885 (Marktsheft/Beieren, Duitsland)
Overlijdensdatum:: 16 juli 1960 (Bad Nauheim/Hessen, Duitsland)
Nationaliteit:: Duitse

Biografie

Albert Kesselring, die in 1885 in Beieren werd geboren, voegde zich in 1904 bij het leger als kadet en klom op tot artillerie officier. Na WO I ging hij over naar de Reichswehr en werd in 1932 benoemd tot Brigadier bij een artillerie regiment. In 1935 stapte hij over naar de nog jonge Luftwaffe waar hij snel promotie maakte: van 5 juni 1936 tot 31 mei 1937 was hij Chef des Generalstabes der Luftwaffe, daarna werd hij bevorderd tot General der Flieger en in 1938 tot Oberbefehlshaber Luftflotte I.

In die functie nam hij deel aan de invasie in Polen. Hij zou opklimmen tot de meest belangrijke en invloedrijke officier van de luchtmacht onder Hermann Göring, Hitler's aangewezen plaatsvervanger en opperbevelhebber van de Luftwaffe. Tijdens de Battle of Britain in 1940 had hij de leiding over de luchtvloten die de RAF bijna wisten te verslaan.
In 1942 werd Kesselring bevorderd to Veldmaarschalk en benoemd tot Oberbefelhshaber Süd met de algehele leiding over alle Duitse operaties in het gebied rond de Middellandse Zee; hij werkte tijdens de campagne in Noord-Afrika nauw samen met Rommel en zijn unieke kennis van zowel grond- als luchttroepen stelde hem in staat deze uitstekend te coördineren waardoor hij soms resultaten behaalde die in geen verhouding stonden tot de beperkte middelen die tot zijn beschikking stonden. In Italië, waar hij het bevel over zowel de grond- als de luchttroepen voerde, leidde hij deze in een perfecte veldtocht waarin hij zich langzaam naar het noorden terugtrok en de Geallieerden voor iedere terreinwinst een hoge prijs liet betalen.
Op 23 maart 1944 deden partizanen een bomaanval op een Duitse kazerne in de Rosellastraat in Rome. Vanuit Berlijn vaardigde Hitler een bevel uit, dat Kesselring vervolgens doorgaf, dat ter vergelding 10 Italianen moesten worden doodgeschoten voor iedere gesneuvelde Duitser. Op 24 maart werden daarom 335 Italianen geëxecuteerd in wat bekend werd als de slachting in de Grot van Ardeatine.

Na de oorlog werd Kesselring ervan beschuldigd, verantwoordelijk te zijn geweest voor deze moordpartij en verscheen in 1947 voor een Brits tribunaal in Venetië dat hem ter dood veroordeelde. Het vonnis werd echter omgezet in levenslang maar in October 1952 werd hij vanwege zijn zwakke gezondheid vrijgelaten.
Albert Kesselring stierf in Bad Nauheim, Duitsland op 16 juli 1960.

Voor zijn verdienste tijdens de Eerste Wereldoorlog ontving Albert Kesselring de Kgl. Bayer. Prinz-Regent-Luitpold Jubiläums-Medaille, de Kgl. Bayer. Militär-Verdienstorden IV Klasse mit Schwertern, de Ritterkreuz II Klasse des kgl. Sächs. Albrechts-Ordens mit Schwertern en de Kgl. Bayer. Militär-Verdienstorden IV Klasse mit der Krone und Schwertern.

Bevorderingen:
4 februari 1904: Fähnrich;
8 maart 1906: Leutnant;
25 oktober 1913: Oberleutnant;
19 mei 1916: Hauptmann;
1 april 1925: Major;
1 februari 1930: Oberstleutnant;
1 oktober 1932: Oberst;
1 oktober 1934: Generalmajor;
1 april 1936: Generalleutnant;
1 oktober 1938: General der Flieger;
1 juni 1937: General der Flieger;
19 juli 1940: Generalfeldmarschall.

Loopbaan:
20 juli 1904 - 30 september 1912: 2. bayerische Fußartillerie-Regiment;
1 maart 1905 - 25 januari 1906: Kriegsschule, München;
1 oktober 1908 - 18 maart 1910: Pionier- und Artillerieschule;
4 juni 1912 - 22 juni 1912: Ballonbeobachter bayerisches Transport-Bataillon;
1 oktober 1912 - 4 december 1914: Adjutant I. Bataillon, 2. bayerische Fußartillerie-Regiment;
5 december 1914 - 12 maart 1915: Adjutant 1. bayerische Fußartillerie-Regiment;
13 maart 1915 - 7 mei 1915: Staboffizier 1. bayerische Fußartillerie-Brigade;
8 mei 1915 - 2 september 1915: Adjutant I. Bataillon, 2. bayerische Fußartillerie-Regiment;
3 september 1915 - 5 maart 1917: Staboffizier 1. bayerische Fußartillerie-Brigade;
6 maart 1917 - 23 november 1917: Adjutant bayerische Artillerie Kommandeur 3;
8 oktober 1917 - 13 oktober 1917: Kursus, Berlin;
24 november 1917 - 3 januari 1918: Generalstabsoffizier, Stab 2. bayerische Division;
4 januari 1918: Generalstab III. bayerisches Armeekorps;
6 januari 1918: Generalkommmando 6;
15 april 1918 - 23 augustus 1919: Generalstab III. bayerisches Armeekorps;
24 augustus 1919 - 20 oktober 1919: Batteriechef 24. Artillerie-Regiment;
21 oktober 1919 - 7 november 1919: Stab 24. Artillerie-Regiment;
8 november 1919 - 31 december 1920: Batteriechef 24. Artillerie-Regiment;
1 januari 1921 - 30 september 1922: Batteriechef 7. Artillerie-Regiment;
1 oktober 1922 - 30 september 1925: Heeres-Ausbildungsabteilung (T 4), Reichswehrministerium;
1 oktober 1925 - 30 september 1926: Stab, Chef der Heeresleitung;
1 oktober 1926 - 31 maart 1929: Reichswehrministerium;
1 april 1929 - 4 mei 1930: Stab 7. Division;
5 mei 1930 - 31 mei 1930: Reichswehrministerium;
1 juni 1930 - 31 juli 1930: Stab 3. Division;
1 augustus 1930 - 31 januari 1932: Heerespersonalamt;
1 februari 1932 - 30 september 1933: Kommandeur III. Abteilung, Artillerie-Regiment 4, Dresden;
1 oktober 1933 - 1 mei 1936: Leitung Amtes D, Reichsluftfahrtministerium;
3 juni 1936 - 31 mei 1937: Chef des Generalstabes der Luftwaffe;
1 juni 1937 - 3 februari 1938: Befehlshaber Luftkreis III, Dresden;
4 februari 1938 - 31 januari 1939: Befehlshaber Luftwaffengruppenkommandos 1, Berlin;
1 februari 1939 - 11 januari 1940: Oberbefehlshaber Luftflotte I;
12 januari 1940 - 26 juni 1943: Oberbefehlshaber Luftflotte 2;
12 januari 1940 - 30 november 1941: Befehlshaber Nord;
2 december 1941 - 20 november 1943: Oberbefehlshaber Süd beim italienischen Oberkommando;
21 november 1943: Oberbefehlshaber Südwest / Oberbefehlshaber Heeresgruppe C;
23 oktober 1944 - 14 januari 1945: Lazerett;
15 januari 1945 - 9 maart 1945: Oberbefehlshaber Süd-West / Oberbefehlshaber Heersegruppe C;
10 maart 1945 - 1 mei 1945: Oberbefehlshaber West;
2 mei 1945 - 8 mei 1945: Oberbefehlshaber Süd;
8 mei 1945 - 23 oktober 1952: Gevangenschap.