Richard Wilhelm Zeissig werd op 27 januari 1897 geboren in Karlsdorf nabij Goerlitz (Sachsen, Duitsland). Zijn vader was landbouwer en Reserve Officier bij het Saksische Leger (Saechsischen Heer). Richard groeide op in Rathen aan de oevers van de Elbe en bezocht het Gymnasium in Pirnas (Saxen). Hij diende als een jonge vrijwilliger tijdens de Eerste Wereldoorlog. Op 15 augustus 1914, nam hij dienst bij het Saksische Infanterie-Regiment 178 en werd op 1 september 1914 overgeplaatst naar het Infanterie Regiment 242. Met deze laatste eenheid nam hij deel aan de strijd. Op 2 mei 1915 werd hij bevorderd tot Leutnant. Hij diende aan het front in België, Frankrijk en Galicië en raakte verschillende malen zwaar gewond. Tijdens de Eerste Wereldoorlog ontving hij het Verwundetenabzeichen in Zilver, het Ritterkreuz 2e Klasse van de Saksische Albrechtsorden mit Schwertern (21-08-1917), het Saksische Verdienstorden II Klasse (30-04-1918), het Eisernes Kreuz 2e Klasse (08-05-1915) en 1e Klasse (06-03-1918). Uiteindelijk ontving hij op 19 maart 1937 ook nog de Oostenrijkse "Oesterreichische Kriegserinnerungsmedaille" voor zijn aandeel in de Eerste Wereldoorlog.
Na de oorlog emigreerde hij met zijn broer Hans en zijn zuster Margarethe naar Argentinië, waar ze een boerderij begonnen in de Chako. Hij leefde in Argentinië van 1920 tot 1933 en in Chili vanaf 1934.
In Chili trad hij op als de Landesgruppenleiter der NSDAP. Hij keerde in 1935 terug naar Duitsland en werd daar de Amtsleiter für Ibero-Amerika met de Leitung der Auslandorganisation der NSDAP in Berlin. In 1938 vertok hij naar Tsjechoslowakije en werd daar Landesgruppenleiter. Tijdens militaire oefeningen werd hij gepromoveerd tot Oberleutnant der Reserve (27-08-1939). Hij trouwde met Sigrid von Knauer, dochter van Generalmajor Hans von Knauer en kreeg een zoon (Hilmar – 1938) en een dochter (Gesine – 1940).
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, keerde hij terug naar het Duitse Leger met de rang van Oberleutnant der Reserve. Hij werd Kompanieführer bij de 2.Kompanie/ Infanterie-Regiment 67 tijdens de Campagne in Frankrijk. Gedurende de campagne werd hij gepromoveerd tot Hauptmann der Reserve. Na de campagne werd hij de Landesgruppenleiter der NSDAP in Frankrijk. Tijdens het begin van de campagne aan het Oostfront, ging hij wederom in het leger als Kompagnieführer bij zijn oude eenheid (2.Kompanie/ Infanterie-Regiment 67) en later als Kommandeur van het II.Batallion/I.R. 67. Met deze eenheid was hij één van de eerste die de buitenwijken van Moskou bereikten. Op 27 december 1941 raakte hij zwaar gewond toen zijn commandobunker werd geraakt door een tank granaat. Tijdens het transport naar een veldhospitaal raakte hij wederom gewond. Hij overleed aan zijn verwondingen op 6 januari 1942 in het Feldlazerett te Wjasma. Hij werd begraven op het Oorlogskerkhof in Wjasma.
Na zijn dood werd hij postuum bevorderd tot Major (met terugwerkende kracht vanaf 1-1-1942) en ontving hij het Deutsches Kreuz im Gold en de Medaille Winterschlacht im Osten.
Zijn complete inzet geschiedenis tijdens WO2 was:
27.08.1939 - 31.01.1940: 2/Inf. Ers.Btl.67
01.02.1940 - 18.07.1940: I./I.R.67 (2.Kp)
20.06.1941 - 26.06.1941: Reg.Stab/I.R.67
27.06.1941 - 11.07.1941: Btl. Führer I/I.R.67
12.07.1941 - 27.12.1941: Reg.Stab/I.R.67
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!