- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Rang:
- Major (Majoor)
- Eenheid:
- Kommandeur, Division Füsilier-Bataillon 205, 205. Infanterie-Division
- Toegekend op:
- 31 december 1944
Wunderlich beschrijft hier in zijn eigen woorden hoe hij zijn Ritterkreuze verdiende:
November 1944 liep ten einde en we kregen niet de verwachte grootschalige Russische aanval maar in plaats daarvan hadden we te lijden onder zware vijandelijke artilleriebeschietingen. Ver achter de Russische linies hoorden we echter van tijd tot tijd artillerievuur en we wisten uit verklaringen van gevangenen dat Iwan inderdaad voorbereidingen trof voor een grote aanval.
Mijn 205. Fusilier-Battalion van de divisie lag een paar kilometer achter ons dorp om een reserve stelling op te zetten in geval van een vijandelijke doorbraak. Elke morgen marcheerden mijn mannen daarheen om te werken en ze kwamen 's avonds weer terug in het dorp. Dit kleine, in puin liggende dorp waar mijn bataljon was ondergebracht, lag ver achter de verdedigingslinie van een bewakingsbataljon dat verder naar voren lag en we dachten allemaal dat we goed beschermd waren. Maar dit bataljon, 800 man sterk was samen met de commandant vanuit Frankrijk naar het front bij ons gekomen en had weinig gevechtservaring. Dat zouden mijn mannen en ik gauw en heel duidelijk merken.
Ik had een oud stenen huis laten verbouwen tot een bomvrij officierscasino waar ik rustig kon dineren en 's avonds kaart spelen. Op 20 november 1944 vierden we de bevordering van mijn verzorger, officier Lösche tot Leutnant. Op 23 november om 07:00 marcheerden mijn eenheden terug naar hun stellingen. Ik trainde met de achterhoede staf (schrijvers, telegrafisten en hospikken) de verdediging bij gasaanvallen. Om 08:00 begon een vijandelijk spervuur van de artillerie op zowel het voor als het achterterrein van onze linies. Mijn mannen en ik sprongen onmidellijk met veldmuts en gasmasker in de loopgraven. Twee uur lang woedde een inferno van granaatinslagen overal om ons heen. De oude kameraden zullen weten wat in 1944 een inferno aan het Oostfront betekende. We werden op die manier onder stof en vuil bedolven maar leden God zij dank nauwelijks verliezen. Toen verlegde de vijand zijn vuur naar de achterhoede en lanceerde zijn grootschalige aanval over een breed front. Het bewakingsbataljon dat voor ons lag werd onmiddellijk onder de voet gelopen en bijna volledig weggevaagd. Enkele, deels bijzonder zwaar gewonde kameraden en ook de commandant kwamen langs ons. In volle vlucht riepen ze ons van verre toe: "Iwan komt er aan, red jezelf als je kunt." En inderdaad, achter hen kwamen de eerste Russen in aanvalsformatie.
Wat te doen?????
Mijn mannen zijn in de loopgraven terug zonder hun zware wapens en munitie. Al onze bagage ligt in onze reserve stelling. Als de Russen nu zouden doorbreken zouden ze niet meer tegen te houden zijn en onze verliezen zouden hoog zijn. Er zijn ook geen andere gevechtseenheden in de buurt en achter ons ligt de weg naar Frauenburg open. Al met al moest ik een snelle beslissing nemen.
Ik verzamelde mijn staf, omgeveer 20 man, die zich naar achteren had teruggetrokken en verdeelde hen in 2 groepen, een onder mijn bevel, de andere onder Leutnant Lösche en lanceerde onder luid geschreeuw en met geladen geweren een tegenaanval op de naderende Russen.
Ze waren omzichtig – zich niet bewust van ons kleine aantal – en aarzelden om hun aanval door te zetten. Sommigen kropen al naar achteren. Dus gingen we met luid geschreeuw en goed gemikte karabijnschoten op ze af. Ik vuurde samen met mijn mannen. We wisten de Russen te verrassen, hen terug te slaan en de al overrrompelde eerste stelling te heroveren. Mijn dappere Eerste Luitenant was aan het hoofd van zijn troepen gevallen door een hoofdwond. Met mijn weinige mensen kon ik de positie behouden tot de eenheden die ik direct per radio had opgeroepen vanuit de achterste stellingen aankwamen en de defensieve stelling bezetten. Mijn Fusilier bataljon had op die manier een gevaarlijke vijandelijke doorbraak voorkomen.
Maar de Russen dachten er niet aan mij en mijn mannen met rust te laten. Ze vielen ons bijna voortdurend aan en we konden ze slechts met grote moeite van ons af houden. Na een slapeloze en onrustige nacht barstte er nog een grootschalig gevecht los, dit keer met ondersteuning door tanks. Ik verzamelde de laatse krachten van mijn mannen en we bestreden ze met pantservuisten, een 7.5cm PAK en 2 zelfrijdende kanonnen die door de divisie waren gestuurd in antwoord op mijn verzoeken om hulp. We konden onze positie slechts met grote verliezen behouden. De stuksbemanningen verstonden hun vak en vernietigden 3 T-34s in een mum van tijd. De rest vluchtte en kwam niet terug. Na 2 dagen en nachten kwam voor mij en mijn mannen een einde aan deze strijd.
Op 31 december werd ik voor deze actie onderscheiden met het Ritterkreuz. Mijn vroegere divisiecommandant en nu bevelhebber van een legergroep, Lieutenant Colonel Horst von Mellenthin reikte de onderscheiding op 8 januari 1945 plechtig uit in aanwezigheid van een erewacht van mijn Fusilier bataljon. Daarna vierden we mijn onderscheiding bij de staf van de divise met champagne.