- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Rang:
- Havildar (Sergeant)
- Eenheid:
- Royal Indian Artillery, Indian Army
- Toegekend op:
- 31 mei 1945
Aanbeveling:
Op 15 en 16 december 1944 in de Kaladan vallei in Birma voerde Havildar Umrao Singh het bevel over een kanon in een vooruitgeschoven sectie van een batterij toen die anderhalf uur lang onder zwaar vuur kwam van 75 mm geschut en mortieren, voorafgaand aan een aanval door twee compagnieën Japanners. Toen de aanval kwam moedigde hij met zijn persoonlijk voorbeeld zijn mannen zo aan om door te vechten en hun kanon te verdedigen dat ze de aanval konden afslaan met verliezen voor de vijand.
Hoewel hij tijdens de eerste aanval tweemaal door granaten gewond raakte, sloeg hij de tweede aanval weer af door het vuur van de kleine wapens van zijn stuksbemanning knap te leiden en door zelf een Bren te bedienen waarmee hij over het scherm van zijn kanon op de Japanners schoot die tot op vijf meter waren genaderd. Weer werd de vijand met zware verliezen teruggeslagen. Een derde en vierde aanval werd op dezelfde manier gepareerd door de vastberaden actie en grote moed van Havildar Umrao Singh. Tegen die tijd was zijn hele geschutsbemanning gedood of gewond behalve hijzelf en twee anderen.
Toen de laatste aanval kwam en het andere kanon overrompeld was en zijn munitie verschoten greep hij een driepoot en weer alle overgeblevenen roepend nam hij het in felle man tegen man gevechten op tegen de vijand totdat hij overrompeld werd en bewusteloos geslagen. Zes uur later, toen de positie in een tegenaanval werd terug veroverd, werd hij in uitgeputte staat naast zijn kanon teruggevonden, bijna onherkenbaar met zeven ernstige verwondingen en 10 dode Japanners die om hem heen lagen.
Met zijn persoonlijke voorbeeld en zijn grote dapperheid stelde Havildar Umrao Singh een uitmuntend voorbeeld van dapperheid en plichtsbesef. Toen zijn kanon werd geborgen was het nog klaar om te vuren en het kwam later die dag weer in actie.
Later bevorderd tot de rang van Subadar-Major.