De aanbeveling voor het Eichenlaub van Wisch luidt als volgt:
I. In de gevechten tijdens de Russische campagne in 1941 (in het bijzonder tijdens het zuiveren van de Nogai steppe in september 1941), tijdens de verovering van Mariupol en tijdens de defensieve gevechten in en ten westen van Rostow werden de grote kwaliteiten van leiderschap en de persoonlijke moed van SS-Brigadeführer Wisch herhaaldelijk bewezen. Met zijn bataljon ver verwijderd van de divisie en vaak onafhankelijk optredend zonder enig contact heeft hij de taken, hem toegewezen door de divisie uitmuntend uitgevoerd en met een duidelijk gevoel voor de zwakke punten van de vijand (dat kan worden toegeschreven aan zijn regelmatige persoonlijke verkenningen van de front linie). Hij behaalde grote successen, net zoveel wat betreft tactisch oogpunt als met het uitschakelen van grote hoeveelheden mannen en materiaal
II. Tijdens de wintercampagne in februari en maart 1943 moet SS-Brigadeführer Wisch als commandant van het 2. SS-Panzer-Grenadier-Regiment LSSAH maximaal worden geprezen als leider van zijn mannen. In persoonlijke actie was hij samen met zijn mannen in staat om alle aanvallen van de Russen op de dun bezette veiligheidslinie ten oosten van Karkow af te slaan en zware aanvallen van de vijand te vertragen tijdens de voorgenomen terugtrekking van zijn regiment. Hij slaagde erin de 298th en 320th Infanterie-Division terug te halen uit de hoofdlinie van de gevechten en door krachtige tegenstoten door zijn III. Panzer-Battalion de vijandelijke troepen aanzienlijk te verzwakken. De tegenaanval die op 2 maart 1943 werd ingezet, werd door SS-Brigadeführer Wisch persoonlijk geleid. Met de speerpunt compagnieën forceerde hij het bruggenhoofd bij Bridok in zware offensieve gevechten door Hf Ljachowa en in een omtrekkende beweging van zijn Panzer-Battalion schiep hij de condities voor de verovering van Walki. In de volgende dagen slaagde Wisch erin, weer persoonlijk leidend, Ogulzy en Ljubotin te veroveren, springplanken voor de aanval op Karkow. Vechtend met zijn regiment op de open rechterflank tijdens de gevechten om Karkow op de eerste dag van de aanval drong hij door tot aan de stationsgebouwen. Na het uitschakelen van de grote dreiging op de flank vanuit het dicht beboste zuidelijke deel van Karkov, veroverde hij het stadscentrum en in de volgende 2 dagen het oostelijk deel van de stad.
De verovering van Belgorod tijdens een verrassingsaanval in maart 1943 begon met een felle aanval door het regiment van Wisch. Hij leidde alweer vanaf het front – de meeste linies werden voorbereid door een achtervolging over een groot gebied. Nadat hij de felle tegenstand van de vijand geheel had neergeslagen veroverde hij de doelen vaak als commandant van het III. Battalion van zijn regiment.
III. Tijdens Operatie Zitadelle (aanval op Moskou) toonde SS-Brigadeführer Wisch zich als commandant van de 1. Panzer-Grenadier-Division LSSAH weer als een leider van soldaten met veel militaire bekwaamheid, grote energie en hardheid. Met voortdurende persoonlijke inzet leidde hij vanaf de frontlinie de divisie door deze harde offensieve en defensieve gevechten. De behaalde successen toen we in de aanval waren zijn te danken aan zijn persoonlijke interventie. De gepantserde commandowagen van de divisecommandant te midden van tankaanvallen of tussen de aanvallende grenadiers of met hoge snelheid door het slagveld rijdend van commandopost naar commandopost was een voortdurend herhaalde gebeurtenis in deze dagen. Zijn eerlijke evaluatie van de situatie, zijn beoordeling van de voortgang van onze offensieve gevechten en zijn voortdurende aanwezigheid in de frontlinie, daaraan is de geslaagde verdediging op 12 juli 1943 tijdens de actie die werd uitgevoerd door het 1. SS-Panzer-Regiment en het bataljon zelfrijdend geschut tegen de vijandelijke verrassingsaanval met 2 tankkorpsen te danken. In 2 uur tijd schakelde de divisie met gebruik van onze eigen tanks, zelfrijdend geschut en infanterie 130 vijandelijke tanks uit of vernietigde die.
IV Na het beëindigen van de ontwapening van Italiaanse troepen over de hele vlakte in noord-Italië waren SS-Brigadeführer Wisch en zijn divisie sinds 1 november 1943 voortdurend betrokken bij grote gevechten rond Zhitomir, Koroste, Berditschev en ten zuidwesten van Pogrbischtsche. In elk van deze grote offensieve operaties als in de defensieve slagen ten oosten van Zhitomir en Berditschev was hij door zijn permanente persoonlijke inzet in de frontlinies de ziel van de gevechten.
Tijdens de aanval tussen 14 en 18 november 1943 op de diepe flank van de vijand van Kornin via Ssolowjewka naar Kotscherowo langs de weg van Zhitomir naar Kiev en na de doorbraak van de pantsergroep werd de marsroute door sterke vijandelijke eenheden geblokkeerd. Ze hielden halt rond Ssolowjewka met het gros van hun troepen in Brusilov en probeerden toen de voortgang van de divisie met tegenaanvallen te hinderen. Door een offensieve flankdekking door het 2. Regiment en de Aufklärundgsabteilung slaagde de divisie erin het gewonnen terrein richting het oosten veilig te stellen.
Tijdens een vijandelijke doorbraak vanuit het westen op 26 november 1943 stuurde SS-Brigadeführer Wisch, net terug van een verkenning, diverse zelfrijdende kanonnen en eenheden van het III./SS-Panzer-Grenadier-Regiment 2 op weg voor een tegenaanval die hij zelf leidde. Hierdoor werd een vijandelijke groep in de sterkte van een bataljon vernietigd en de verwachte verovering van de weg verhinderd. Direct na dit gevecht kreeg de divisie tot taak diverse groepen vijandelijke infanterie in het bosgebied ten oosten van Radomyschi te vernietigen.
Zonder te wachten op het verzamelen van de divisie (die door slechte wegen was opgehouden) wierp SS-Brigadeführer Wisch alle beschikbare kanonnen en gemotoriseerde infanterie in de strijd. Daarmee won hij snel terrein, samen met een andere Kampfgruppe die verder naar het noordoosten lag. De ontmoeting van de Kampfgruppen in de rug van de vijand kwam na een paar dagen tot stand en met de resterende elementen van de divisie die sindsdien op het slagveld waren aangekomen en als hamer fungeerden werd een saillant gevormd en de vijand vernietigd.
Sinds 5 december 1943 had de divisie in het gebied ten oosten van Tschemjachoff gevochten met als opdracht contact te leggen tussen het XIII. Armeekorps en het LIX Armeekorps. De troepen vochen ten oosten van Korosen, dreven de vijandelijke troepen achteruit die vanuit het gebied rond Radomyschl waren opgerukt en vernietigden ze.
SS-Brigadeführer Wisch begon aan deze onderneming met een brede aanval door een sterke pantsergroep van 30 kilometer diep in de rug van de vijand die voor het XIII Armeekorps lag. Zonder aandacht te schenken aan de destructieve gevechten van het XIII Armeekorps die toen in de rug en aan de flanken van de divisie ontstonden, lanceerde Wisch een moedige aanval met de pantsergroep en verpletterde het operationele bruggenhoofd van de vijand bij Radomyschl.
Het succes van deze onderneming, waarvoor de chef van 4. Panzerarmee General der Panzertruppen Erhard Raus zijn bijzondere waardering uitte, moet grotendeels worden toegeschreven aan SS-Brigadeführer Wisch (naast de driestheid, de moed en de bijna bovenmenselijke prestaties van de tankbemanningen en de grenadiers van de divisie). In zijn gepantserde commandowagen reed hij dagelijks naar het front om zijn troepen aan te voeren.
Op 20 december 1943 kreeg de divisie, samen met de 1. en 7. Panzer-Division tot taak op te trekken vanuit het gebied oost van Korosten naar het oosten om de vijand tegen te houden en te vernietigen. Vanwege het woeste, drassige en dicht begroeide terrein verlieten de speerpunten van deze divisies hun oorspronkelijke aanvalsroute nadat ze de eerste vijandelijke troepen uit hun stellingen hadden gejaagd. Voordat er een nog grotere verwarring kon ontstaan, nam SS-Brigadeführer Wisch met het kompas in de hand het bevel over zijn voorste tanks en grenadiers over.
Net zoals in het partizanengebied was leiding van de Kampfgruppen vanuit de commandopost van de divisie vrijwel onmogelijk vanwege het herhaaldelijk verbreken van de telefoonverbinding. Tijdens deze gevechten bleef SS-Brigadeführer Wisch altijd dicht bij de voorste eenheden. In deze periode van defensieve slagen tegen het gros van de 3rd Guards Tank Army heeft SS-Brigadeführer Wisch zowel zijn moed als zijn kwaliteiten als commandant getoond.
Ondanks de ongunstige situatie bij de tanks vanwege de lange rit van Korosten naar het oosten van Zhitomir slaagde SS-Brigadeführer Wisch erin de massale aanval van tanks tegen te houden door zijn eigen tanks snel samen te trekken op de kritieke punten. Door het opzetten van anti-tankfronten met tanks die in reparatie waren, vernietigde hij de vijandelijke tankeenheden.
Een vermelding van de divisie in het Wehrmachtbericht van 21 december 1942 en in een persoonlijke telex gestuurd door Generalfeldmarschall von Manstein op 15 januari 1944 is het bewijs voor de erkenning van de divisie tijdens dit harde gevecht in het gebied ten oosten en zuidwesten van Berdichev.
V. Onder commando van SS-Brigadeführer Wisch heeft de 1. SS-Panzer-Division LSSAH tijdens de gevechten in Rusland van 5 tot 12 juuli 1943 en van 6 november 1943 tot 31 januari 1944 het volgende buitgemaakt of vernietigd:
1.124 T-34 tanks, 12 KV tanks, 5 gepantserde verkenningswagens, 89 andere (kleinere tanks), 6 kanonnen van 7.62 cm, 34 kanonnen van 12.2 cm, 5 stukken luchtdoelgeschut, 7 automatische wapens, 97 andere kanonnen, 227 medium anti-tank kanonnen (3.7 tot 4.5 cm), 1.056 zware anti-tankkanonnen (7.62 cm), 12 mortieren van 50 mm, 45 mortieren van 82 mm, 73 mortieren van 122 mm, 553 anti-tank geweren, 638 mitrailleurs, 575 machinepistolen, 2,003 geweren, 9 vlammenwerpers, 37 vliegtuigen, 334 voertuigen, 98 bespannen wagens, 2.953 gevangenen en 16.541 vijanden gedood.
Vanwege zijn voortdurend getoonde moed, zijn nooit aflatende bewijs van waarde en de uitmuntende leiding over zijn divisie vind ik dat SS-Brigadeführer Wisch in aanmerking komt voor toekenning van het Eichenlaub bij zijn Ritterkreuz des Eisernen Kreuzes.
393e Verlening.