De hieropvolgende informatie is ons toegezonden door Ivars Seibelis, de zoon van Georgs Šeibelis - Seibelis :
Georgs Seibelis studeerde af als Civiel Ingenieur en volgde een vervolgopleiding in Praag, Tsjechoslowakije. Na afloop van zijn opleiding, ging hij in militaire dienst bij het Letse leger. Gedurende die tijd werd hij aanbevolen voor een Instructeurs opleiding, welke hij afrondde als Warrent Officer en waarna hij bij de Reserve troepen werd ingedeeld. Hij werd vervolgens naar de Militaire Academie gezonden voor een officiers opleiding, waarvan hij als 2e Luitenant afstudeerde.
Als gevolg van het Molotov-Ribbentrop pact, werd Letland in juni 1940 bezet door de Sovjet-Unie. Er werd direct begonnen met arrestaties, deportaties en executies. Legerofficieren, Specialisten, Leraren, Journalisten, managers, enz. stonden hoog op de ranglijst om te worden opgepakt, net als zovele hele gewone mensen. Door steeds van baan en woonplaats te veranderen, wist mijn vader arrestatie te voorkomen tot juni 1941. Tegen de tijd dat Duitland de Sovjet-Unie binnenviel, werd hij ter dood veroordeeld, maar binnen enkele uren werd de gevangenis gebombardeerd door Duitse vliegtuigen en in de verwarring wisten hij en enkele andere officieren te ontsnappen. Ik kan me nog herinneren dat mijn vader in zijn ondergoed thuiskwam, zijn oude Letse uniform en enkele wapens te voorschijn haalde, die in de tuin begraven lagen, en in de bossen verdween met de partizanen. De deportaties en executies door de Sovjets gingen door tot op het moment dat de Duitsers hen verdreven uit Letland. In één bepaalde nacht, 13 op 14 juni, werden meer dan 15.000 Letse mannen, vrouwen en kinderen gearresteerd, op een trein geladen in veewagens en weggevoerd naar Siberië. Velen hebben de reis, die enkele weken duurde, niet overleefd, evenals vele anderen in de daaropvolgende jaren van ontberingen in de slavenkampen. Hetzelfde lot trof onze buurlanden Estland en Litouwen. Totaal werden 45.000 Baltische inwoners in één nacht afgetransporteerd. Hoewel dit niet de enige deportaties waren, werd 14 juni hierdoor een herdenkingsdag voor de Baltische landen en ieder jaar komen we bijeen voor deze herdenking, waar we ons ook ter wereld bevinden.
Nadat de Duitse troepen Letland hadden bezet, werden de overgebleven Letse eenheden bijeengehaald en kregen als taak het uitkammen van de bossen op restanten van de Sovjet troepen achter de Duitse frontlinies. Rond oktober 1941 werden de meeste van deze eenheden onder Duits bevel geplaatst en de eerste van de zo gevormde bataljons, inclusief die van mijn vader, werden in Letse uniforms, naar het front gestuurd op 22 oktober 1941 om te strijden tegen het Bolshewisme. Andere Letse Bataljons volgden al snel, aanvankelijk bekend als "Ordnungspolizei Lettland", vochten ze op enkele van de zwaar bevochten plaatsen aan het front bij Leningrad.
In februari 1943 werd het Letse Legioen geformeerd om de diverse Letse bataljons in op te nemen. In april 1943 werd met drie bataljons de 2e Letse Brigade geformeerd onder Duits opperbevel. In juli 1943 werd mijn vader gepromoveerd tot 1e Luitenant (Obersturmführer), en kreeg het bevel over een compagnie.
Met de Duitsers werd overeengekomen dat, aangezien de Letse troepen onder Duits bevel stonden, ze alleen zouden worden ingezet aan het Oostfront en in geen geval tegen één van de Westelijke Geallieerden. Uiteindelijk weden de Letse eenheden volledig opgenomen in de Wehrmacht, en de 2e Letse Brigade werd omgevormd tot de 15. en 19.(Lettische Freiwillige)Division, kregen Duitse uniformen, rangen, aanduidingen, enz. Het enige onderscheid bestond uit een stoffen Lets armschild met de Letse nationale kleuren op de mouw en uiteindelijk de aanduiding 19. en 15.Waffen-Grenadier-Division der SS en niet Waffen-SS Division.
In april 1944 werd mijn vader gepromoveerd tot kapitein (Hauptsturmführer) en kreeg hij het bevel over het II.Bataillon/42.Infanterie-Regiment/19. Waffen-Grenadier-Division der SS. In de Waffen-SS was een bataljon een volledig zelfgeorganiseerde eenheid met haar eigen hoofdkwartier, artillerie, medische eenheid, genie enz. De grootte varieerde tussen de 500 en de 1000 manschappen, afhankelijk van verliezen (soms tot 50% tijdens een veldslag) en de beschikbaarheid van vervangers. Na Leningrad, vocht hij met de 19.Division in het gebied rond Wochov, Velikije Luki (nabij Cholm), Krasnije, Opocka, enz,. vervolgens tijdens de terugtocht richting het westen, in achterhoede gevechten in de Letse provincie Vidzeme en uiteindelijk terugtrekkend door de hoofdstad Riga (oktober 1944) naar Kurland (Kurzeme).
De strijd om Kurland is veel beschreven. Ondanks de overweldigende hoeveelheden manschappen en materieel en het uitvoeren van maar liefst zes offensieven, konden de Sovjets maar enkele kilometers oprukken over een periode van meer dan zeven maande gevechten. In feite waren de troepen in Kurland, de enige niet verslagen Duitse eenheden ten tijde van Duitsland’s capitulatie op 8 mei 1945.
Bij de onderscheidingen die mijn vader ontving zijn het Duitse Kruis in goud voor herhaaldelijke moed en leiderschap tijdens de strijd in Kurland, het IJzeren Kruis 1e klasse, het IJzeren Kruis 2e Klasse, Zilveren Infanterie Aanvalsbadge, Oostfrontmedaille, Zilveren gewondenbadge. Hij zou ook de zilveren gesp voor man tot man gevechten hebben gekregen, maar dat is niet bevestigd, hij zou er in ieder geval wel voor zijn gekwalificeerd. Hij ontving eveneens de "Voldemar Veis" en "Kurland" armbanden, maar ik weet niet of hij die ook heeft gedragen. Hij werd tenminste drie keer en waarschijnlijk vier keer verwond. De officiële Duitse archieven ontbreken naarmate men dichter bij de capitulatie komt zodat er geen Duitse Wehrmacht gegevens zijn van het lot van mijn vader aan het einde van de oorlog, en rond Duitslands capitulatie.
Officiële Letse bronnen onthullen dat hij werd gevangen genomen, met een groep van zijn manschappen, door Sovjet troepen, ongeveer drie weken na de capitulatie, en vervolgens werd veroordeeld tot 20 jaar dwangarbeid in Siberische slavenkampen, aangevuld met vijf jaar verlies van alle burgerrechten en verlies van al zijn bezittingen, vanwege het voeren van een strijd tegen de Sovjet-Unie. Na 16 jaar dwangarbeid in een kamp ten noorden van de Poolcirkel, kreeg hij een beroerte waardoor hij gedeeltelijk verlamd raakte. Sindsdien kon hij geen lichamelijke arbeid meer verrichten, werd hij vrijgelaten en kon hij terugkeren naar Riga, Letland waar hij weer aan het werk mocht.
De oorlogswonden en 16 jaar dwangarbeid hadden hun tol geëist en hij overleed in december 1970 op een leeftijd van 57 jaar. In één van de weinige, gecensureerde brieven die ons hebben bereikt, schreef hij, "ze hebben mijn lichaam gebroken, maar ze kunnen nooit mijn geest breken".
Over wat voor man mijn vader was, moet ik vertrouwen op van horen zeggen door mijn moeder, enkele veteranen en wat ik heb gelezen in diverse boeken over de Tweede Wereldoorlog. Hij ging weg toen ik 5 jaar was, en ik zag hem tijdens de oorlog alleen tijdens zijn korte verloven tussen de strijd door. Zeker was hij een uitstekend soldaat en leider, zoals sommige van zijn kameraden die de oorlog hebben overleefd mij hebben verteld, wat ik heb begrepen uit verslagen uit de oorlog, krantenberichten en de onderscheidingen die hij ontving.
Tegen het einde van 1944 zijn mijn moeder en ik ontkomen uit Riga naar Duitsland, kort voor de inname door de Sovjets. Indien we waren gebleven, waren we zeker in Siberie terecht gekomen. Het was een turbulente tijd in Europa en tegen dat ik 9 jaar was, was ik gebombardeerd en beschoten door Russen, Duitsers, Amerikanen en Britten. Gelukkig hebben al die beschietingen mij gemist, op een lichte granaatsplinter van een Amerikaanse Mustang na. Vanuit Duitsland, emigreerden wij later naar Australië. Vele van mijn familieleden waren niet zo gelukkig en hebben geleden onder de bezettingen door de Sovjets of de Duitsers.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!