Charles Wilmarth Kouns werd geboren op 24 februari 1914 in Salina-Saline County, Kansas, de Verenigde Staten van Amerika en was de oudste zoon van Maynard Walker en Jessie Vandella Kouns. Charles had een oudere zus en nog twee jongere zussen en twee jongere broers. In 1935 startte hij op de militaire academie van West Point waar hij in 1939 afstudeerde. Hij werd toen als 2nd lieutenant geplaatst bij het 2de Battalion van 65 Infantry Regiment in Porto Rico. Hij werd er commandant van de Heavy Weapons platoon en op 9 september 1940 bevorderd tot 1st lieutenant. In 1941 werd hij op eigen verzoek overgeplaatst naar het Provision Parachute Group waar hij, na zijn parachutistenopleiding, als assistant Adjutant werd geplaatst.
In voorjaar 1942 werd de Provision Parachute Group omgevormd naar het Airborne Command en werd Charles, inmiddels bevorderd tot Captain, op 1 mei geplaatst bij het op die datum geactiveerde 504th Parachute Infantry Regiment (PIR). Vlak daarvoor trouwde hij op 14 april 1942 met zijn grote liefde, Marion Putnam. Hij was korte tijd Commanding Officer van de Service Company van het regiment, want nog dezelfde maand begon hij aan de drie maanden durende bataljonscommandanten cursus. Na deze cursus kwam hij terug en werd hoofd Sectie S3 (operaties en training) van het 504th Parachute Infantry Regiment. Hij hield het overzicht over de wapenopleidingen en de gevechtsdoctrine binnen het regiment. Ondertussen was de 82nd Infantry Division omgevormd tot 82nd Airborne Division “All American”. Op 1 oktober 1942 werd de 82nd Airborne Division, waar 504th Parachute Infantry Regiment onderdeel van was, verplaatst van Camp Claiborne, Louisiana, naar Fort Bragg, North Carolina. Charles werd op 8 oktober 1942 bevorderd tot Major, de gebruikelijk rang bij de functie van S3 van een regiment. Enkele maanden later werd hij commandant van het 3rd Battalion 504th Parachute Infantry Regiment van de 82nd Airborne Division ‘All American’. Hij gaf vervolgens leiding aan de trainingen en voorbereidingen van zijn bataljon op de verplaatsing naar Noord-Afrika. Eind april-begin mei 1943 verplaatste hij met zijn eenheid per boot naar Casablanca en vervolgens per trein naar Oujda, Algerije.
In juni 1943 wordt Kouns bevorderd tot Lieutenant Colonel. Zijn bataljon, 3rd Battalion van 504th PIR, werd als versterking toegevoegd aan het 505th Regiment Combat Team (RCT) van Colonel James Gavin voor de komende ‘operatie Husky’, de geallieerde landing op Sicilië. Op 9 juli 1943, laat in de avond, vloog Lieutenant Colonel Kouns in de eerst wave en landde hij met zijn bataljon als eerste, vlak na middernacht, op het eiland. Harde wind en beschietingen door luchtdoel geschut van de As-mogendheden, zorgden ervoor dat de troepen ver verspreid neerkwamen ten zuiden van Niscemi. Zijn bataljon had de opdracht de twee hoofdwegen naar het zuiden vanuit Niscemi te blokkeren en de noordflank van 505th RCT te beveiligen. Kouns verzamelde na de landing een kleine groep van circa 20 paratroopers, maar kreeg geen radiocontact met zijn bataljon. Gedurende de dag groef de groep van Kouns zich in op een heuvel dat een secundaire weg overzag. Hier legden ze een hinderlaag tegen een naderende colonne tanks. Daarna raakte hij met zijn groep in gevecht met een Duitse overmacht. Nadat de paratroopers terugtrokken, raakten ze omsingeld in een huis. Na een korte strijd werd de groep gedwongen zich over te geven. Kouns werd op 10 juli ’43 rond 17:00uur krijgsgevangene gemaakt.
Via allerlei tussenstops en na talloze ondervragingen kwam Kouns in december 1943 aan in Offizierslager (Oflag) 64 gelegen in het Poolse Szubin, door de Duitsers aangeduid als Altburgund. Op zijn route naar Oflag 64 poogde hij zeker vier keer te ontsnappen, wat hem tot twee keer toe lukte. Echter, beide keren werd hij na enkele dagen weer opgepakt. Hij verbleef tot 21 januari 1945 in Oflag 64 waarna alle krijgsgevangenen met een geforceerde mars werden afgevoerd. Het lukte hem vlak daarna te vluchten en via Rembertow (Polen) en Odessa (Oekraïne) te ontkomen naar de Middellandse Zee om zich daarna weer te melden bij de geallieerden.
Na de Tweede Wereldoorlog zou Charles Kouns in het Amerikaanse leger werkzaam blijven en diverse staffuncties bekleden. Hij werkte onder meer in de joint Brazilian-US military commission in Rio de Janeiro, de Command and General Staff College in Fort Leavenworth, Kansas, en in het hoofdkwartier van het Caribbean Command in Panama. In 1961 ging Charles als Colonel met militair pensioen.
Vervolgens studeerde hij na vijf jaar af aan de George Washington Universiteit met een master’s graad in geologie. Daarna werkte hij zo’n 20 jaar bij het Goddard Space Flight Center in Greenbelt, Maryland, waarbij hij zich hoofdzakelijk richtte op het analyseren van maanstenen. In de late jaren ’80 werd hij ingenieur aan het U.S. Environmental Protection Agency (US EPA) waar hij in 1994 met pensioen ging. Op 9 maart 2004 stierf hij op 90-jarige leeftijd in Alexandria City, Virginia, waar hij sinds 1950 hoofdzakelijk heeft gewoond. Zijn vrouw Marion overleed op 29 november 2011 en werd begraven bij Charles. Hij ligt samen, met zijn vrouw, op de Oak Lawn Cemetery, Fairfield-Fairfield County, Connecticut.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!