In Groningen raakte kapelaan Böcker al snel betrokken bij het verzet. Hij hielp bij het verspreiden van bonkaarten voor onderduikers, zamelde geld in ten behoeve van de illegaliteit en bood met zijn pastoor F.J. Schoenmaker daadwerkelijk onderdak aan onderduikers.
Het Silbertanne Kommando Groningen beraamde in de zomer van 1944 een aanslag op pastoor Schoenmaker. De aanslag zou gepleegd worden door Gerrit Lourens, die na verwond te zijn geraakt aan het Oostfront werkzaam was op het stafkwartier van de SS in het Groningse Scholtenhuis. Vlak voor de aanslag verspreidde Lourens en zijn metgezel een zekere Jebbink in de Oosterparkwijk pamfletten, die de indruk moesten wekken dat de op dat moment nog te plegen aanslag het werk was van de Bolsjewieken. Daarna belden de mannen aan bij de pastorie van de Sint-Franciscuskerk. De huishoudster deed open en gevraagd naar pastoor Schoenmaker, antwoordde ze naar waarheid dat de pastoor, die al enige tijd zat ondergedoken in Friesland niet thuis was. De overvallers bevalen haar hierop om de kapelaan te halen. Kapelaan Böcker verscheen niet veel later aan de deur, waarna hij meteen werd doodgeschoten.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!