Zij was een dochter van Mattheus Henricus Burger en Anna Annette Elise d’ Ancona. Vermoedelijk had haar moeder een Joodse achtergrond.
Op 20 januari 1910 trouwde de 21-jarige Clasina Burger in Utrecht met Haijko Gerard Hendrik Bennema, 32 jaar oud. Hendrik was geboren in Groningen en het paar kwam na enige tijd in Haren te wonen, aan de Molenweg 36. Clasina en Haijko kregen drie zoons en twee dochters. Clasina’s man, Haijko Bennema, overleed op 31 januari 1942 in Haren op 64-jarige leeftijd.
Clasina Bennema sloot zich aan bij de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO). In de loop van 1943 en in 1944 liet zij negen maanden lang een Joods meisje bij zich onderduiken en drie maanden een Joodse man.
Op 18 juli 1944 werd Clasina door de SD gearresteerd en opgesloten in het huis van bewaring in Groningen. Na vijf weken werd zij naar Vught overgeplaatst. Daar verbleef zij drie weken. In die periode werd kamp Vught ontmanteld. De Duitsers hadden daar haast mee, want de geallieerden naderden. Half september 1944 werd Clasina Bennema, samen met veel andere vrouwen uit kamp Vught, op transport gesteld naar het vrouwenkamp Ravensbrück, 80 kilometer ten noorden van Berlijn. Het transport was beestachtig: tachtig vrouwen in een veewagon waar maximaal veertig mensen in pasten, drie dagen en nachten lang. Een overlevende heeft verklaard dat er slechts ruimte was om gehurkt te zitten.
De situatie in Ravensbrück was in september 1944 gruwelijk slecht: door ruimtegebrek moesten veel vrouwen buiten slapen, de hygiënische omstandigheden waren abominabel. Er was gebrek aan alles: aan zeep, bedden, voedsel, betrouwbaar drinkwater en medicijnen.
Op 6 maart 1945, zeven weken voor de bevrijding van het kamp door het Rode Leger, overleed Clasina Bennema-Burger, mogelijk ten gevolge van ziekte en uitputting. Zij is 56 jaar geworden. Clasina werd begraven op de begraafplaats van het concentratiekamp.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!