Woudenberg werd in 1891 te Amsterdam geboren. Hij is vooral bekend om zijn rol als NSB vaksbondsman.
Woudenberg zat namen de NSB tussen 1937 en 1940 in de Tweede Kamer. Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam hij de controle over van de Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV), R.K. Werkliedenbond (RKWV) en Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV). Onder zijn bewind werden deze organisaties opgeheven. Daar voor in plaats kwam het nationaal-socialistische Nederlandse Arbeidsfront (NAF), waar Woudenberg de leiding over kreeg. De NAF bleek een mislukking en heeft gedurende de laatste jaren van de oorlog weinig invloed genoten. De organisatie had moeite om leden te werven en bestaande leden te behouden. Duitse organisaties werkten het NAF actief tegen.
Woudenberg werd na de oorlog onderzocht door een speciale openbaar aanklager. Aanvankelijk werd in 1948 de doodstraf geeist, maar een Amsterdamse Bijzondere Hof veroordeelde Woudenberg tot levenslange gevangenisstraf. De procoreur-generaal vond deze straf te zwaar. Volgens hem heeft Woudenberg zich niet persoonlijk aan verraad of oplichting schuldig gemaakt. Wel vond hij dat Woudenberg verraad tegen de Nederlandse arbeidersbeweging had gemaakt door Nederlandse arbeiders van hun organisaties te beroven. Ook maakte Woudenberg en zijn consoren zich schuldig aan verduistering: De straf in 1947: 20 jaar gevangenisstraf.
Tijdens zijn terechtstelling toonde Woudenberg berouw en verklaarde dat hij bij de NSB was aangesloten vanwege de indruk die de sociale programma van die beweging op hem had gemaakt. Nadat de rechter hem na de "anti-democratische geest van de beweging" vroeg, antwoorde Woudenberg:
"Dat heb ik maar op de koop toe genomen".
Ook de ogenschijnlijke malafide boekhoudingen die onder zijn bewind werden gedaan zijn tijdens het proces besproken, waarop Woudenberg zei:
"Dat is mijn schuld niet".
Woudenberg verklaarde verder dat hij niks wist van de Duitse pogingen om via het NAF-hoofdkwartier in Berlijn Nederlandse NAF-arbeiders voor de Duitse oorlogsmachine te trekken. Hij toonde berouw voor zijn pogingen om Nederlandse arbeiders te nazificeren.
Woudenberg werd in 1956 vrijgelaten en stierf in 1967 in zijn geboortestad Amsterdam.
Carrière
1935-1945: Voorzitter Nationale Werknemers-Vereeniging (NWV)
1940-1942: Voorzitter Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV)
1941-1942: Commissaris R.K. Werkliedenbond (RKWV)
1941-1942: Commissaris Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV)
1 mei 1942 - 1945: Leider van de Nederlandse Arbeidsfront (NAF)
3 februari 1943 - 1945: Gemachtigde [van den Leider] voor aangelegenheden van de volksgemeenschap (arbeidsfront)
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!