TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Maarsingh, Jacob (Jaap)

Geboortedatum:
25 april 1892 (Stadskanaal/Groningen, Nederland)
Overlijdensdatum:
16 februari 1958 (Stadskanaal/Groningen, Nederland)
Dienstnummer:
NSB Stamb. nr. 4630
Nationaliteit:
Nederlandse

Biografie

Jacob Maarsingh werd in 1892 te Stadskanaal geboren en kwam uit een welvarend gezin. Hij was herenboer en was grootgrondbezitter.

Maarsingh ging in 1933 bij de NSB nadat hij als landbouwer verliezen had opgelopen. Ook trok de anti-communistische koers van de beweging hem. Hij werd door Mussert tot Gemachtigde [van den Leider] benoemd vanwege zijn goede maatschappelijke functie in Stadskanaal en zijn goede contacten met de Nederlandse regering. Hij ging op 8 juni 1937 voor de NSB in de Tweede Kamer.

De Nederlandse overheid benoemde Maarsingh in 1939 tot Commissaris voor de paardenvordering voor het Nederlandse leger. In de meidagen van 1940 was hij in Den Haag om zijn diensten te leveren aan de regering, maar werd net zoals andere prominente NSB'ers opgepakt en geïnterneerd.

Tijdens de Duitse bezetting bekleedde Maarsingh diverse hoge functies binnen de NSB, maar bleef een "gerespecteerde burger' in de ogen van veel niet-NSB'ers. Maarsingh bekleedde de rang van Weerbancommandant binnen de Weerbaarheidsafdeling (WA). Ook was hij enige tijd plaatsevervanger van Mussert. In zijn functie als Gemachtigde onderhield hij goede contacten met Hermann Conring, de vertegenwoordiger van Seyss-Inquart in Noord Nederland.

Maarsingh werd op 14 april 1945 opgepakt en o.a. in Kamp De Beetse geïnterneerd. Hij werd onderzocht door een speciale openbaar aanklager waarna de zaak voor de rechter kwam.

Tijdens de rechtzaak verklaarde Maarsingh niet te geloven dat nationaal-socialisten op Nederlanders hebben geschoten en dat hij geloofde dat afgevoerde joden elders land kregen. Ook zou hij gedacht hebben dat er in Kamp Amersfoort alleen zwarthandelaars en andere overtreders werden geïnterneerd. Wat betreft de fussilades reageerde hij ontwijkend. Maarsingh beweerde dat hij de laatste twee jaar van de oorlog niet meer de Duitsers sympathiseerde. Een aantal getuigen deden een goed woordje voor hem.

Maarsingh werd in mei 1948 voor een tribunaal te Veendam tot internering (tot 14 juli 1948) veroordeeld. Ook werd zijn kiesrecht ontnomen. Zijn milde straf is vooral te verklaren door het gebrek aan belastende verklaringen.

Jacob Maarsingh bleef na zijn vrijlating in Stadskanaal wonen en zette zijn boerenbedrijf voort. Hij overleed in 1958.

Carrière
1937-1940: Tweede Kamer
1939: Commissaris voor de paardenvordering voor het Nederlandse leger
1904-1945: Gemachtigde [van den Leider] voor Noord-Nederland (de drie noordelijke provincies)
Districtleider van District I en II.
Leider onderafdeling Jachtwezen van de Nederlandse Landstand

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

Bronnen