Arno Ernst Max von Lenski kwam uit een welgestelde familie. Zijn vader was grootgrondbezitter. In 1903 werd hij aangesteld bij het Kadettenhaus Köslin in Pommeren, waar hij een opleiding naar Pruissische standaard kreeg. In 1908 werd hij overgeplaatst naar de opleiding Hauptkadettenanstalt in Groß-Lichterfelde bij Berlijn, waar hij afstudeerde als Fähnrich. Op 22 maart 1912 werd hij ingedeeld bij het Grenadierregiment zu Pferde Nr. 3 in Bromberg en na een opleiding aan de Kriegsschule in Hersfeld bevorderd tot Leutnant.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende hij eerst als Zugführer en later als Ordonnanzoffizier bij de Stab des Generalkommandos z.b.V. 55. Na afloop van de Eerste Wereldoorlog bleef hij in het leger en diende bij de Reichswehr in het Kavallerieregiment Nr. 6 in Demmin. Tot 1929 was hij verbonden aan de Kavallerieschule in Hannover, waarvan enige jaren als docent. In 1929 werd hij als Rittmeister de bevelhebber van 5.Schwadron / Reiterregiments No. 14 te Ludwiglust. Hij trouwde in 1930, maar werd twee jaar later weduwnaar toen zijn vrouw overleed aan leukemie. In 1933 werd hij bevorderd to Major en aangesteld als bevelhebber van de Unteroffizier-Reitschule en adjudant van de Kommandeur der Kavallerieschule in Hannover. In 1935 hertrouwde hij met Erica Nette, met wie hij twee zonen en een dochter kreeg en werd hij benoemd tot Kommandeur Kavallerieregiments Nr. 6 in Schwedt a/d Oder. In 1935 volgde zijn bevordering tot Oberst en vanaf 1939 opereerde hij als Kommandeur van een Aufklärungsabteilung in het westen.
Op 1 december 1939 werd hij echter benoemd tot Kommandeur Schule für Schnelle Truppen in Kampnitz. Op 29 augustus 1940 benoemde Hitler hem tot erelid van het Volksgerichtshof. In september 1942 kreeg hij weer een frontcommando als Kommandeur 24.Panzer-Division, waarbij hij op 1 januari 1943 werd bevorderd tot Generalleutnant. Na de vernietiging van de de 24.Panzer-Division bij Stalingrad, raakte hij in Sovjet krijgsgevangenschap. Hierna volgden de krijgsgevangenkampen Krasnogorsk, Susdal en Vojkovo. Op 7 mei 1944 trad hij toe tot het Nationalkomitee Freies Deutschland en de Bund Deutscher Offiziere en keerde op 17 augustus 1949 terug in Oost-Duitsland.
Vanaf maart 1951 werd hij directeur van het Berlijnse Stadskantoor en op 1 augustus 1952 werd hij ingedeeld bij de staf van de Kasernierte Volkspolizei. In deze functie kreeg hij de leiding over de op- en uitbouw van Oost-Duitse pantsertroepen. Op 28 april was hij al aangesteld als Chef der Panzertruppen bij het Ministerie voor Nationale Verdediging. Tevens zat hij namens de NDPD in de Volkskammer (Oostduitse Parlement). Von Lenski nam ook deel aan diverse leidinggevende comité’s zoals de DTSB, de DSF en het Nationales Olympischen Komitee der DDR. Op last van de Oostduitse Veiligheidsdienst werd hij in december 1957 uit de operationele dienst ontslagen en op 31 juli 1958 uit de actieve dienst van het leger gezet. Tijdens zijn pensioenering richtte hij zich volledig op de ruitersport. Op 4 oktober 1986 overleed hij.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!