Tijdens de Bachelor en Master American Studies aan de Rijksuniversiteit Groningen specialiseerde Sebastiaan Vonk zich in hoe oorlogen en andere gebeurtenissen herdacht worden. Dat resulteerde in de (Engelstalige) afstudeerscriptie "War is Hell, but Damned Exciting". De scriptie gaat aan de hand van "battlefield tourism" aan de slag met de vraag of omgang met de geschiedenis inderdaad herhaling van die geschiedenis kan voorkomen. De scriptie werd genomineerd voor de Theodore Roosevelt American History Award en is inmiddels uitgegeven. We stelden Sebastiaan via e-mail enkele vragen over zijn scriptie.
Bevrijdingsfestival bij het Bevrijdingsmuseum in Groesbeek, tegenwoordig het vrijheidsmuseum. Foto: Sebastiaan Vonk
De titel van je scriptie is “War is Hell, but Damned Exciting”. Waar komt volgens jou de aanhoudende fascinatie voor oorlog vandaan? Ben je zelf hier ook niet een exponent van, aangezien de Tweede Wereldoorlog jou ook al sinds jonge leeftijd bezighoudt?
Na zelfs ooggetuigen gesproken te hebben die de oorlog wel spannend vonden en gefascineerd waren door soldaten ben ik gaan denken dat het in zekere mate iets menselijks is. Zo sprak ik een man die nog een jonge jongen was tijdens de oorlog en vertelde hoe jaloers hij was geweest op een vriend die gewond was geraakt in zijn been door een verdwaalde kogel. Zijn vriend kreeg namelijk een baret van de soldaat, maar hij niet. In de Amerikaanse Burgeroorlog zijn er bovendien voorbeelden van groepen mensen die naar de slagvelden trokken om als toeschouwer toe te kijken. Als er vandaag demonstraties zijn met oude voertuigen en wapens, of bij een open dag van onze strijdkrachten, vergapen we onszelf er ook nog steeds aan.
Maar die fascinatie is ook cultureel bepaald. De soldaat als figuur heeft immers iets mythisch. Hij belichaamt al het goede van een natie. De soldaat is heroïsch en ook stoer. Met die beelden groeien we van jongs af aan mee op. We, zeker jongens, spelen soldaatje en ook in mode zien we trends die gebaseerd zijn op militaire uniformen. We dragen graag militaire prints omdat dat het krachtige en stoere uitstraalt. En ik kan moeilijk ontkennen dat het met een dergelijke fascinatie ook bij mij ooit is begonnen.
Wat versta jij precies onder “battlefield tourism” en hoe heb jij dit fenomeen onderzocht? Heb je je daarbij alleen op de Tweede Wereldoorlog gericht of ook op andere oorlogen?
Ik zie battlefield tourism als een heel breed begrip. Dus het kan gaan om het letterlijk bezoeken van oude slagvelden, maar ook bijvoorbeeld om musea en oorlogsbegraafplaatsen. Mensen doen dat ook om verschillende redenen. Sommige uit een diepe interesse voor geschiedenis, anderen komen om te herdenken. En wat ook je steeds meer ziet: voor veel mensen is het simpelweg een dagje uit. Naarmate de Tweede Wereldoorlog verder achter ons ligt wordt die groep groter en de anderen alleen maar kleiner.
In mijn eigen onderzoek heb ik mijzelf heel specifiek gericht op de Tweede Wereldoorlog, maar als je ander onderzoek naar dit soort toerisme leest, zie je dat er veel overeenkomsten zijn. Daarbij gaat het onder meer om waarom mensen slagvelden bezoeken, maar ook de ervaringen die ze daar hebben. Ongeacht welke periode uit de geschiedenis, het maakt altijd diepe indruk op mensen als ze op de plek staan waar grote gebeurtenissen uit de geschiedenis hebben plaatsgevonden.
Vanwege je studie Amerikanistiek heeft je scriptie vanzelfsprekend een Amerikaanse benadering. Kun je Amerika en Nederland met elkaar vergelijken wat betreft hoe de Tweede Wereldoorlog beleefd en herdacht wordt?
Er is zeker een verschil tussen de landen. Het sleutelbegrip is daarbij: afstand. Hier in Europa woedde de oorlog. Wij zijn er ons daarom beter van bewust wat de gevolgen van oorlog zijn, zeker waar het gaat om de impact op de burgerbevolking. Daarom ligt bij ons ook meer nadruk op de boodschap "dit nooit meer." Amerikanen komen hier om een andere reden. Zij willen vaak in de voetsporen treden van hun familieleden die naar Europa werden gestuurd. Ze komen om hen te eren. Pas als ze hier zijn realiseren ze zich de schade die de oorlog aan landen hier had toegebracht.
Verder merk je bij Amerikanen dat nationale identiteit en trots een veel grotere rol spelen. Ze zijn diep onder de indruk van hoe we in Europa nog steeds al die jaren zijn blijven herdenken. Men had verwacht dat we het allang waren vergeten, verder waren gegaan met onze levens. Ze zien de dankbaarheid voor wat Amerika heeft gedaan tijdens de oorlog en dat maakt hen trots. Daar speelt regelmatig ook het gevoel bij mee dat die dankbaarheid voor Amerika de laatste jaren achterwege bleef, terwijl het land vaak een voortrekkersrol heeft op het wereldtoneel. En je kan er ook niet omheen dat de huidige politieke tegenstellingen een rol spelen. De Tweede Wereldoorlog bracht het land, zo gaat de mythe, samen. En wat hoopt men dat dat weer gebeurd.
Op welke wijze spelen het boek en de miniserie “Band of Brothers” een rol in je scriptie?
Ik denk dat Band of Brothers, overigens ook Saving Private Ryan, beeldbepalend is geweest. De populariteit van deze serie en dus de eenheid die daarin geportretteerd werd is in zowel Amerika en in verschillende Europese landen ongekend. Er zijn dus ook speciale Band of Brothers battlefield tours. Er wordt vaak met afkeer naar Hollywood gekeken, maar het kan dus ook helpen om mensen geïnteresseerd te krijgen. Dat juist een serie als Band of Brothers populair is geworden onderstreept overigens meerdere dingen:
Allereerst de grote nadruk op de oorlog in Europa. Er zijn dus verschillen in hoe Nederland en Amerika herdenken, maar in beide landen is er maar beperkt aandacht voor de oorlog in Azië. Dit terwijl beide landen daar wel betrokken bij waren. Dat we veel uitgebreider bij 4 en 5 mei stilstaan dan bij 15 augustus is daarbij veelzeggend.
Verder is er tegenwoordig ontzettend veel aandacht voor authenticiteit. Daarbij heb ik het niet zozeer over de juiste uniformen, maar dat je op het je scherm, en in zekere mate ook in experiences in musea, voor je ziet hoe de oorlog daadwerkelijk was. De landingsscene in Saving Private Ryan is daar het ultieme voorbeeld van. Veteranen onderstrepen dat veelal, maar zeggen ook: je kan niet weten hoe het daadwerkelijk was als je er niet bij bent geweest. Toch wordt heel vaak, onterecht, beweerd dat we de oorlog kunnen "herbeleven." Maar goed, gelukkig is de tijd van John Wayne films wel voorbij.
Je geeft aan dat een fascinatie voor oorlog en masculiene militaire idealen tegenstrijdig kunnen zijn aan de kreet “never again”. Wat bedoel je hier precies mee?
Dit is voor mij een hele fundamentele vraag, omdat er diep in de kern niet iets klopt aan hoe wij herdenken. Van jongs af aan krijgen we dingen te horen als "dit nooit meer" en "oorlog hoort in een museum." Echter is de vraag hoe we de vrijheid ooit verloren van ondergeschikt belang. Hetzelfde geldt voor ethische vraagstukken. Wat is wel of niet moreel verantwoord in een oorlog? Tegelijkertijd kunnen we volop aan oorlogspeelgoed komen. Zelfs musea verkopen speelgoedwapens en schminken kinderen als een soldaat. Zoals eerder werd gezegd worden militaire prints als mode beschouwd. Ik begrijp dat veel mensen zullen denken 'maar dit is toch hartstikke onschuldig?', maar mijns inziens is dat niet zo. Dat we hier geen probleem mee hebben suggereert een normalisering van een militaristische cultuur.
Wellicht om dit punt te begrijpen helpt het om naar de herdenking van de Holocaust te kijken. Alhoewel de raciale ideologie van nazi-Duitsland ten grondslag lag aan de Tweede Wereldoorlog, lijken het bijna twee afzonderlijke gebeurtenissen als je kijkt naar hoe bijvoorbeeld de Holocaust enerzijds en de bevrijding anderzijds herdacht worden. Neem bijvoorbeeld reenactment. Vaak wordt er gezegd dat dit gedaan wordt om de geschiedenis levend te houden en om de veteranen te eren. Maar we zouden nooit en te nimmer Auschwitz reenacten. Een escape room met als thema de Jodenvervolging? Ondenkbaar, maar er zijn genoeg oorlog escape rooms. Het een vinden we moreel verwerpelijk, het ander kennelijk gewoon. Je kan dus eigenlijk niet en "dit nooit meer" zeggen en blijven normaliseren.
Opnieuw Groesbeek. Foto: Sebastiaan Vonk
Omdat je goed bekend bent in de wereld van herdenken (onder ander als voorzitter van de Fields of Honor Foundation) was het onderwerp van je scriptie voor jou geen onbekend terrein. Waren er echter tijdens je onderzoek toch dingen die jou verrasten?
Het onderzoek heeft vrij lang geduurd, ook omdat ik moeite had om de complexiteit van herdenken te ontrafelen. Er zijn zoveel motieven en belangen. Als je iemand wil eren kan het betekenen dat je de zwartere bladzijdes uit de geschiedenis maar weglaat. Om een goed verhaal aan je publiek te vertellen, moet je soms pragmatisch zijn met de geschiedenis. Musea willen graag belangrijke lessen aan hun publiek meegeven, maar daarvoor moet het publiek wel binnenkomen, ook om de financiën op orde te houden. Daarom grijpen ze op middelen terug die de oorlog romantiseren, omdat het wel publiek trekt, zoals reenactment. Dus het is niet zo simpel om te zeggen doe dit en dit even anders om herdenken waardevoller te makken uit het oogpunt van "dit nooit meer."
Toch is het wel iets om naar te kijken, want ik zag dat de huidige manier van herdenken niet effectief bijdraagt aan "dit nooit meer." Natuurlijk gaat herdenken ook niet alleen maar daarover, maar het is wel een van de meest voorkomende legitimaties ervan. Tientallen miljoenen euro's aan budget worden alleen al daarom in het levend houden van de geschiedenis gestoken. Dan mogen we best kritisch zijn.
Voor wie is jouw scriptie interessant en wat is de belangrijkste les die eruit getrokken kan worden?
In de eerste plaats voor iedereen die in de wereld van herdenken werkt. Zij zullen zich in veel zaken herkennen, maar het geeft hen denk ik ook een aardig inzicht in de bezoeker. Ook voor die bezoeker is het interessant. Juist tijdens herdenkingsactiviteiten hoor je veel mensen zich afvragen waarom de wereld niks geleerd heeft. De ontrafeling in dit onderzoek kan misschien gedeeltelijk die vraag beantwoorden. Hopelijk stimuleert uiteindelijk iedereen om na te denken of we nog iets meer kunnen doen voor "dit nooit meer" dan we nu doen.
- War is Hell, but Damned Exciting
- U.S. Remembrance of WWII in a Post-Veteran Era
- ISBN: 9789464051322
- Meer informatie over dit boek