2019 en 2020 zijn bijzondere jubileumjaren: we vieren 75 jaar vrijheid. Het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) staat uitgebreid stil bij deze zwaar bevochten vrijheid, waarbij ons accent ligt op Nederland en de Nederlandse bijdragen. De onderstaande bijdrage van Tessa Mulders is overgenomen van de website www.75jaarvrij.nl.
De Panther-tank in Breda. Bron: NIMH
Aan de rand van het Wilhelminapark in Breda staat een Duitse Panther. Deze gevechtstank werd in oktober 1944 door de 1st Polish Armoured Division op het Duitse leger buitgemaakt. Generaal Stanislaw Maczek schonk het rupsvoertuig aan de inwoners van Breda, één jaar na de bevrijding van de stad.
De Poolse divisie bestond uit militairen die hun vaderland na de Duitse inval in 1939 hadden weten te ontvluchten. Een deel van hen kwam terecht in Frankrijk en vocht in het voorjaar van 1940 aan Franse zijde nogmaals tegen de Duitsers. Daarna weken zij uit naar Groot-Brittannië waar zij de kern vormden van nieuwe Poolse eenheden in het Britse leger. Een daarvan was de 1st Polish Independent Parachute Brigade, die tijdens operatie Market Garden werd ingezet. Een andere eenheid was de 1st Polish Armoured Division. Als commandant werd brigadegeneraal Stanislaw Maczek aangesteld. Hij had eerder in zowel Polen als Frankrijk pantserbrigades geleid.
De pantserdivisie bereidde zich in Schotland met talloze oefeningen voor op D-Day. De Poolse militairen voerden daarnaast ook bewakingstaken uit langs de Britse kust. In de tussentijd werden de gelederen versterkt met een groot aantal vrijwilligers die, vaak na lange omzwervingen door Europa, Engeland wisten te bereiken. Anderen kwamen over uit niet bezette landen als de Verenigde Staten. Medio juli 1944 was het eindelijk zover: de divisie arriveerde vanuit Zuid-Engeland in Normandië. Begin augustus bereikte de eenheid de operationele status. Vrijwel onmiddellijk werden de Polen naar het front gedirigeerd, waar ze, deel uitmakend van de First Canadian Army, deelnamen aan operatie Totalize (de uitbraak uit Normandië bij de stad Caen) en aan de gevechten in de zogenaamde Zak van Falaise. Daarna rukte de divisie op naar het noorden. Na de bevrijding van het oostelijk deel van Zeeuws-Vlaanderen, volgde in oktober de inname van Breda.
De 1st Polish Armoured Division rukte op via Alphen en Gilze-Rijen. De tegenstand waarop ze tijdens hun opmars stootten, was niet erg hevig en diende vooral om de Duitse terugtrekking te dekken. De Duitsers wilden zoveel mogelijk eenheden intact boven de grote rivieren krijgen. Op 28 oktober zette Maczek de aanval in op Breda. Hoewel de 711. Infanteriedivision aldaar wel enige weerstand bood, bereikten de eerste Poolse troepen een dag later de stadsgrens. Nog dezelfde dag onthaalden de Bredaënaren hen met groot enthousiasme als bevrijders in het centrum. De Duitsers vuurden vanuit Terheijden nog enkele dagen granaten af op de stad. Met een artilleriebombardement maakten de Polen hier een einde aan. Breda was vrij! De Panther-tank in het Wilhelminapark herinnert voorbijgangers aan deze episode in de Bredase geschiedenis. Nadien bleef de band tussen Breda en de Poolse bevrijders hecht. De bouw van het Generaal Maczek Memorial, vlakbij de Poolse militaire begraafplaats, bevestigde dit opnieuw.