In Oorlogsmuseum Eyewitness te Beek staat de menselijk kant van de Tweede Wereldoorlog centraal. Omdat veel mensen die de Tweede Wereldoorlog meegemaakt hebben niet meer onder ons zijn, zijn het hun spullen die hun verhaal moeten verbeelden. Zo ook het uniform van een Nederlandse commando, persoonlijke spullen van een Engelandvaarder en een Walther P-38 pistool.
Commando Phil Beekmeijer.
Commando Phil Beekmeijer hoorde bij de eerste groep Nederlanders die in het voorjaar van 1942 in Engeland de loodzware opleiding tot commando voltooide. Hij werd ingedeeld bij No.2 Dutch Troop. No. 10 Inter Allied Commando. Als commando nam Beekmeijer deel aan de Britse luchtlandingen bij Arnhem tijdens operatie Market-Garden in september 1944. Phil werd gevangen genomen en belandde in een krijgsgevangenkamp in Duitsland. Geheel in de geest van de commando’s ondernam hij verschillende ontsnappingspogingen. Op 2 mei 1945 wist Beekmeijer samen met twee andere ontsnapte krijgsgevangen Amerikaanse linies te bereiken. Het originele uniform van Beekmeijer is sinds kort tentoongesteld in het museum.
Persoonlijke spullen van Hendrikus Knoppers.
Hendrikus Knoppers vocht als sergeant-majoor in de meidagen van 1940 tegen het Duitse leger. Na de Nederlandse capitulatie raakte hij betrokken bij het verzet en wist hij in de zomer van 1943 naar Engeland te ontkomen. Daar volgde hij een opleiding tot geheim agent en diende hij in zowel Nederlandse als Britse inlichtingendiensten. Uiteindelijk kreeg hij een functie in de staf van prins Bernhard. Veel van zijn persoonlijke spullen, waaronder zijn baret en dienstwapens, zijn door zijn zoon aan Oorlogsmuseum Eyewitness geschonken. Een bijzondere collectie die een plek heeft gekregen in de ‘zwarte zaal’, de zaal met topstukken van het museum.
Walther P-38 pistool. Op de voorgrond een foto van de schutter, Pierre Janssen.
Pierre Janssen was een jonge verzetsstrijder uit Heerlen. Iemand die niet bang was zijn eigen leven op het spel te zetten en risicovolle acties uit te voeren. Hij deinsde er dan ook niet voor terug om de liquidatie van Mathias Raeven, een NSB’er en berucht jodenjager, voor zijn rekening te nemen. Op maandag 14 augustus 1944 klonken er schoten in de Heerlense wijk Molenberg. Schoten afgevuurd door Pierre Janssen met een op de Wehrmacht buitgemaakt Walther P-38 pistool. Mathias Raeven werd dodelijk getroffen. Hiermee was de P-38 tot een moordwapen geworden. Janssen gaf het pistool aan mede-verzetsstrijder Joseph Buers die ervoor zou zorgen dat het pistool zou verdwijnen. Niets is echter minder waar. Buers heeft het pistool thuis verborgen en daarmee al die tijd in zijn bezit gehouden. In 2015 is het pistool door zijn nabestaanden aan Oorlogsmuseum Eyewitness geschonken waar het een prominente plek heeft gekregen in het verzetsdiorama.
Ieder oorlogsmuseum staat vol met uniformen en wapens. Het zijn juist de verhalen die van dit commando-uniform, baret en dienstwapen en Walther P-38 pistool uitzonderlijke items maken. Op deze wijze dragen deze nieuwe aanwinsten bij aan het tonen van de menselijke kant van de Tweede Wereldoorlog aan de bezoekers van Oorlogsmuseum Eyewitness.