Merlyn Frank overleeft oorlog dankzij wildvreemden

De Joodse Merlyn Frank (75) overleefde de Tweede Wereldoorlog dankzij de hulp van onbekenden. In 1943 werd ze tijdens een korte tussenstop op weg naar kamp Westerbork samen met haar broertje weggeven aan wildvreemden. Op zondag 29 november vertelt ze haar verhaal in het museum van Kamp Westerbork. Ze wil daarmee benadrukken hoe belangrijk het is om mensen die vervolgd worden of in nood verkeren te hulp te schieten.

Via verschillende onderduikadressen kwam Merlyn Frank, zonder haar broertje, uiteindelijk terecht bij mensen die het aandurfden om haar tot het einde van de oorlog in huis te nemen. Omdat dan blijkt dat haar ouders en grootouders in vernietigingskamp Sobibor zijn vermoord bleef Merlyn na de oorlog bij haar pleegouders wonen. Ze bouwde met hen een moeizame relatie op: “Mijn pleegouders hadden geen idee waaraan ze waren begonnen. Het zou immers maar voor beperkte tijd zijn.”

Jaren na de oorlog hoorde Merlyn dat haar broertje Philip de oorlog ook overleefd had. Opgegroeid in verschillende milieus bleven broer en zus min of meer vreemden voor elkaar. Het enige dat hen verbond was het lege gat en de vergeelde foto’s uit een onbekend verleden. Daarom reisden ze samen af naar Sobibor om ‘afscheid te kunnen nemen’.

Merlyn Frank publiceerde twee boeken; Koosje, een dinsdagskind over haar moeder en Vliegende kiep over haar eigen leven. Merlyn vertelt haar verhaal regelmatig op scholen. Ze laat daarmee zien waartoe discriminatie van ras, geloof of ‘anders-zijn’ kan leiden.

Op zondag 29 november beantwoordt Merlyn Frank na haar vertelling in het museum van Kamp Westerbork ook graag vragen vanuit het publiek. De ooggetuigenlezing begint om 14.00 uur. Het bijwonen van de lezing is bij de entree van het museum inbegrepen.