Het Joodse gezin Valk overleeft Theresienstadt

Op zondag 31 mei vertelt de Joodse Bartha Westein-Valk haar oorlogsverhaal in het museum van Kamp Westerbork. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft Bartha samen met haar ouders, broertjes en zusjes in 3 kampen gevangen gezeten. Het hele gezin overleefde de oorlog en keerde terug naar Groningen. Ze hadden geen huis en geen spullen meer. “We begonnen helemaal opnieuw. Met niks. Ja, met elkaar.”

Bartha Westein-Valk (1935) is geboren in Groningen en groeide op in een Joods gezin van 9 gezinsleden. De Jodenvervolging in Nederland had ook gevolgen voor Bartha. De ouders van Bartha besloten echter niet onder te duiken. De vader van Bartha had een groot vertrouwen in God “Ook al moeten wij weg, God zal voor ons zorgen”. In april 1943 werd het gezin Valk gedeporteerd naar strafkamp Vught. Na een verschrikkelijke maand in kamp Vught gezeten te hebben, vertrokken ze naar kamp Westerbork.

In Westerbork moest het hele gezin in quarantaine. Ze kwamen gezamenlijk in één barak terecht, waar de mannen apart van de vrouwen sliepen. Kinderen gingen naar school, ouders werkten. Een enigszins ‘normaal’ gezinsleven aldus Bartha. Maar de angst om op transport te gaan bleef altijd bestaan. Op een dag stonden ook Bartha en haar broertjes en zusjes op de transportlijst. Bartha spreekt van een ‘wonder’ dat het haar vader toch lukt om dit transport uit te stellen. Zo bleef ze bijna 2 jaar in kamp Westerbork tot het eind van de oorlog in zicht kwam. De bevrijders waren vanuit het zuiden bezig om de Duitse bezetters terug te dringen. Kamp Westerbork moest dus snel worden opgeheven. Daarom werden Bartha, haar ouders, broertjes en zusjes toch gedeporteerd naar Theresienstadt.

Het gezin Valk kwam in september 1944 aan in Theresienstadt. Daar maakte Bartha de bevrijding door de Russen mee. Na de bevrijding duurde het een tijd voordat ze weer naar Groningen terug konden. Daar probeert het gezin ondanks de erbarmelijke omstandigheden een nieuwe start te maken. Nu, 70 jaar na de oorlog vertelt Bartha het verhaal van haar familie. Ze wil dat haar familiegeschiedenis blijft voortbestaan.

De ooggetuigenlezing is op zondag 31 mei en begint om 14.00 uur in het Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Na de lezing is er gelegenheid tot stellen van vragen. Toegang tot de lezing is bij de entreeprijs van het museum inbegrepen.