Slagboom tussen dood en leven
Op zondag 31 augustus vertelt kampoverlevende Alphons Katan in het Herinneringscentrum Kamp Westerbork over zijn ervaringen tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Als de ouders van Alphons in 1942 kort na elkaar worden gearresteerd, wordt de dan 12-jarige Alphons ondergebracht bij Joodse vrienden. Met het bejaarde echtpaar komt hij terecht in kamp Westerbork. Verdoofd en zich maar vaag bewust van het drama om hem heen, verblijft Alphons een half jaar in dit ‘voorportaal van de dood’.
Alphons Katan is geboren op 26 februari 1930 in Rotterdam. Hij is zoon van Joodse, niet gelovige ouders. Het gezin Katan woont in Leeuwarden wanneer de oorlog uitbreekt. Vader en moeder Katan worden al snel gearresteerd. Alphons wordt ondergebracht bij Joodse vrienden. Met dit echtpaar komt Alphons uiteindelijk, net als zijn ouders, in kamp Westerbork terecht. Wanneer een tante de Duitsers weet te overtuigen dat haar neefje ‘half Jood’ en dus Arisch is, wordt Alphons vrijgelaten. Zijn ouders is een ander lot beschoren. Alphons’ moeder wordt vermoord in Auschwitz. Zijn vader vindt de dood in Mauthausen.
Na de oorlog schrijft Alphons een boek over zijn verblijf in kamp Westerbork. Dit persoonlijke verhaal laat de bitterharde werkelijkheid beter voelen dan anonieme beelden en getallen. Als gastspreker bezoekt Alphons regelmatig scholen en pedagogische academies, waar hij zich inzet voor de bewustwording en het verantwoordelijkheidsbesef van de jongere generatie. Zijn boek Slagboom tussen dood en leven draagt daaraan bij. “Dit boek is geschreven uit dankbaarheid voor mijn ouders. Zodat het niet voor niets is geweest. We mogen de waardigheid van leven niet door onze vingers laten glippen.”
Alphons Katan is op zondag 31 augustus om 14.00 uur in het Herinneringscentrum Kamp Westerbork om zijn motto kracht bij te zetten. Na afloop is er gelegenheid tot het stellen van vragen. Ook zal hij zijn boek Slagboom tussen dood en leven signeren. Toegang tot de lezing is bij de entree van het museum inbegrepen.
Gebruikte bron(nen)