TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

"Zit niks over mij in, ik sla mij er wel doorheen."

Het Duitse ''Soldatenfriedhof'' net buiten de stad Charkow in Oekraine ligt er mooi, maar wat onwerkelijk bij. Een oase van groen in het rollende steppenlandschap. Voor zover het oog kan zien omringd door de kleurrijke, maar wat wanordelijk ogende graven van de lokale bevolking. Er liggen daar al 43.000 merendeels Duitse slachtoffers van de 'Ostfeldzug', de kruistocht tegen het Bolsjewisme en de zoektocht naar 'lebensraum' voor het Duitsland ten tijde van het Nationaal-socialistische regime. En er komen nog steeds graven bij, want bij voortduring wordt actief gezocht, en gevonden, door de Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge.



Op een hete zomerdag in mei 2012 lopen ze er wat verloren bij, het groepje Nederlanders van middelbare leeftijd en hun drie lokale gidsen. De groep bezoekende Duitsers die wordt rondgeleid kun je zich zien afvragen: ''wat doen die nu hier?'' Dit temeer daar deze groep ook nog eens het focale punt vormt van een tweetal personen die druk met camera's en geluidsapparatuur in de weer zijn. Ergens voor in het grafveld zijn een paar medewerkers bezig met een meetlint een locatie uit te zetten. Even later zit de groep zich ergens langs dit lint neer in het gras en plaatst een inmiddels door hitte grotendeels verwelkt bosje bloemen naast een zelf meegenomen vergroting van een oud fotootje. De camera zoemt, er wordt niets gezegd, verderop zingt een leeuwerik.



Niemand weet precies wat de als rustig en verstandig bekendstaande 22-jarige arbeiderszoon Hendrik Hoeks moet hebben bezield toen hij zich samen met een vriend in april 1942 aanmeldde voor vrijwillige dienstname bij de Waffen-SS. Ze waren afkomstig uit het dorpje Berghem, noordoost-Brabant. De streek was sterk verarmd, er was nauwelijks werk. Reeds voor de Duitse bezetting had Hendrik zijn toevlucht moeten nemen in het gastarbeiderschap in Duitsland. Daar was onder de omstreden, maar blijkbaar succesvolle leider wel opeens volop werk. Na een zeer intense opleiding van een paar maanden nabij Sennheim en Klagenfurt arriveerden de beide vrienden eind oktober 1942 aan het front, op dat moment diep in de Kaukasus. In de verte konden ze toen ze uitstapten de 5600 meter hoge berg Elbrus zien. De Duitse opmars bevond zich op haar equinox, al in december dat jaar zou de terugtocht aanvangen.

14 augustus 1943, een bosrand nabij het dorpje Kryssino, 50 kilometer ten noordwest-westen van Charkow: een 60-tal uitgeputte mannen van het Waffen-SS regiment Wiking zit de nacht uit in een loopgraaf. Sturmmann (korporaal) Hendrik Hoeks is een van deze mannen. Bij aanvang van de morgen zal wederom worden geprobeerd om 'höhe 202,4' in te nemen met een stormloop. Op een na zijn alle officieren buiten gevecht gesteld. Dit kleine groepje mannen is alles wat over is van wat eens een compleet bataljon van circa 800 man was geweest. Al dagen lang wordt er verbeten gevochten om bezit en behoud van deze heuvelrug. Wie dit terrein beheerst heeft tevens controle over de gehele omgeving. Voor de Duitse zaak is behoud van hoogte 202,4 in de heuvelrug van levensbelang. Langs het plaatsje Kryssino loopt niet alleen een hoofdweg, maar ruwweg parallel daaraan loopt ook de spoorbaan richting Bogoduchoff. Deze twee stukken infrastructuur zijn niet alleen een levensader voor de Duitse troepen in Charkow, ze vormen tevens een van de weinige snelle ontsnappingsroutes richting het westen...



''Gefallen: A.G. Kopf'', staat er vermeld op de officiële ''Verlustmeldung'' van Hendrik Hoeks: ''artillerie geschoss Kopf'', ofwel een granaatsplinter in het hoofd. Hij moet nog geleefd hebben, want zijn graf is teruggevonden naast het veldhospitaal in Paraskoweja, ruwweg 70 kilometer naar het zuidoosten. Zelfs voor een gezond mens zou een rit van een dag in die hitte in een gesloten wagen over de hobbelige, stoffige zandwegen van die tijd al een hele opgave zijn geweest. Hendrik zal waarschijnlijk al dood zijn geweest toen hij aankwam. ''Beerdigt auf einem vorläufigen sammelfriedhof in Paraskoweja'' staat er, om precies te zijn. Je proeft iets van arrogantie, blijkbaar dachten ze er nog wel een keer terug te komen. Dat is uiteindelijk ook wel gebeurd, maar dan pas in 1999 en onder een heel ander regime. Een opgravingsteam van de Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge exhumeerde in dat jaar de laatste resten van Hendrik Hoeks en zette ze bij op de verzamelbegraafplaats net buiten Charkow. Daar ligt hij, anoniem en doodgezwegen, tezamen met tientallen andere jongens van Nederlandse bodem, ter plaatse gesneuveld voor een achterhaald Duits idee van superioriteit en wereldoverheersing. Van de tientallen nog te identificeren Nederlandse vrijwilligers vind je de namen her en der ingebeiteld terug op de ter herdenking opgestelde steles: Moors, van Dijksman, Hoogendoorn, Schuurman.

Het zou tot mei 2012 duren tot er voor het eerst een bezoek kon worden gebracht aan zijn eenzame graf, 2500 kilometer van huis. Hendriks jongste broer Roelof, samen met wat familieleden en begeleiders legden bloemen op zijn anonieme rustplaats. Een cameraploeg heeft hun reis vastgelegd. In 2013 is er eindelijk een kleine steen met zijn naam op zijn graf geplaatst. Hendrik Hoeks, een van de ruwweg 22.000 vaak niet eens zo slechte jongens, die uiteindelijk de verkeerde afslag bleken te hebben genomen. Iemand had tijdelijk met de richtingborden geknoeid...

Zondag 14 september 2014, Lezing over Hendrik Hoeks
Naar aanleiding van de zoektocht naar Hendrik Hoeks werd de documentaire "Doodgezwegen" gemaakt. Het is de bedoeling dat "Doodgezwegen" begin mei volgend jaar bij Omroep Brabant wordt uitgezonden. Hoewel de documentaire al is geschoten, is er nog wel zo’n 10.000 euro nodig voor de montage. Dat het onderwerp gevoelig ligt blijkt wel uit het feit dat verschillende fondsen aangaven hun vingers niet aan het project te willen branden. Om aandacht te krijgen voor de documentaire en om geld in te zamelen zal er op zondagmiddag 14 september dit jaar door twee deelnemers van deze reis, te weten Gert Schuurman en Leo Hoeks (historicus en neef van Hendrik Hoeks) en aangevuld met een tweetal gastsprekers waaronder Yvo Janssens (schrijver van het boek George Duiker), een lezing wordt gegeven in het Arnhems Oorlogsmuseum 40-45.

Niet alleen de reis zal aan de orde komen, tevens zal er door een medewerker van Van Osch Film Produkties een toelichting op de documentaire ’Doodgezwegen’ worden gegeven en zal er een trailer van de film worden vertoond over de gevolgen voor de familie van de keuze van Hendrik Hoeks voor de Waffen SS. De militair-strategische situatie van die tijd en de opleiding van een militair bij de Waffen-SS, alsmede het leven bij de divisie Wiking zal ook uitvoerig aan de orde komen. Centraal in de lezing zal staan de volgende vraag: “Hoe was het mogelijk dat een als fatsoenlijk en normaal bekendstaande jongen tot de keuze heeft kunnen komen om als vrijwilliger te willen dienen voor juist de meest beruchte organisatie die de tweede wereldoorlog heeft nagelaten''.

Na afloop van de lezing zal er nog de gelegenheid worden geboden om deel te nemen aan een rondleiding door het museum. Vooral de buiten opgestelde ''omgekeerde'' Russische T-34 tank en het stuk FLAK 88mm zijn erg interessant, maar er is nog veel meer te zien in en om het museum.

U kunt vooraf uw interesse aangeven voor deze presentatie. Kosten voor deze geheel verzorgde middag zullen € 15,00 bedragen, dit is inclusief een rondleiding door het museum. Ook voor koffie en cake zal worden gezorgd. U kunt u inschrijven voor deze presentatie door middel van een mailtje naar:
- schuu44@planet.nl.

Gebruikte bron(nen)

  • Bron: Gert Schuurman
  • Gepubliceerd op: 28-07-2014 19:46:58