Het kerven van boodschappen in bomen is misschien wel zo oud als de mensheid zelf. Als de boom er geen schade van ondervindt blijft zo’n boodschap lang zichtbaar. Dat boomkerven in de Tweede Wereldoorlog ook gebeurde zal geen verbazing wekken. Een soldaat kon laten weten op die plek geweest te zijn; voor anderen was het een manier om zich (anoniem) ergens voor of tegen uit te spreken. De belangstelling van Bas Visscher van Konijnenberg bos en groen uit Eerbeek werd gewekt toen hij in diverse beuken initialen aantrof die na enig onderzoek uit de Tweede Wereldoorlog bleken te stammen. Toen met deze vondst de publiciteit werd gezocht was de respons overweldigend. Daarom werd Bart van Hout aangetrokken om in het kader van zijn afstudeerstage nader onderzoek te doen naar uit oorlogstijd stammende inscripties in bomen.
Bas Visscher was namens Konijnenberg bezig met een boomveiligheidsonderzoek toen hij stuitte op diverse beuken met inscripties. Het jaartal bij één van die inkervingen wees op plaatsing ten tijde van de Tweede Wereldoorlog en nader onderzoek bevestigde dit. Geïntrigeerd door dit onderwerp en vanuit de wens het verder te bestuderen plaatste Visscher diverse oproepen in vakbladen en regionale media, en bovendien mocht hij zijn verhaal doen bij het tv-programma Gelderse Koppen van Omroep Gelderland. In totaal kwamen er zo’n dertig reacties binnen met tips en adviezen. Zo ontstond ineens een project waar iemand een dagtaak aan zou kunnen hebben. Die dagtaak wordt in het kader van zijn afstuderen uitgevoerd door Bart van Hout, student bedrijfscommunicatie aan de Hogeschool van Utrecht.
“Eén van de reacties die we ontvingen was van Nanne Nauta, een leraar uit Nijmegen die zelf in een boom initialen had aangetroffen met daar achter de naam van een plaats in Canada: Sprague”, vertelt Van Hout. “Nauta legde contact met een Canadese journalist die meteen heel enthousiast was en binnen de kortste keren foto’s en militaire documenten van de persoon in kwestie boven tafel wist te krijgen. Het bleek om de soldaat John Stanley Kleven te gaan, en zijn familie was heel blij om te horen dat hij op deze manier zijn sporen had achtergelaten aan de andere kant van de wereld. Voor ons is dit verhaal, en het feit dat via die initialen in een boom al deze informatie achterhaald kon worden, een belangrijke aanleiding om ook verder onderzoek te doen naar de initialen en boodschappen die wij en anderen in bomen hebben aangetroffen.”
Het gaat niet alleen om mededelingen die door soldaten in Gelderse bomen zijn gekerfd. ‘Oranje boven’, ‘Weg met Adolf en de NSB’ of simpelweg een hakenkruis zijn enkele voorbeelden van wat is aangetroffen. Maar het zijn inscripties als ‘O’Neill, Detroit’ die aanleiding geven tot nader onderzoek. En met zo weinig informatie komt daar heel wat bij kijken.
“Bij het nalopen van de militaire registers kwam ik al snel tot de conclusie dat er ontzettend veel O’Neill’s uit Detroit zijn. Vervolgens heb ik diverse kranten benaderd in de hoop net zo’n enthousiaste journalist te treffen als Nanne Nauta in Canada. Tegelijk probeer je uit te vinden in welke divisie deze O’Neill misschien gezeten heeft, maar zonder servicenummer is ook dat lastig. En verder probeer ik informatie te achterhalen via veteranenorganisaties, oorlogsgravenregisters, ambassades en dergelijke organisaties. Momenteel hebben we op die manier de nodige onderzoeken lopen, maar echt iets concreets hebben we nog niet weten te achterhalen.”
Van Hout hoopt dan ook op adviezen, hulp en tips van voornoemde en andere organisaties. “Wie mij echt verder zouden kunnen helpen zijn bijvoorbeeld veteranenorganisaties of reenactmentgroepen, maar het is ook al voorgekomen dat iemand van een oudheidkundige kring ons kon helpen aan net dat stukje informatie dat we nodig hadden. Via via kom je bij mensen terecht die bijvoorbeeld heel veel weten over de Canadezen die op een bepaalde locatie gelegerd waren, en van daaruit kom je weer iemand die een boek over dat onderwerp heeft geschreven of zelf een enorm register heeft opgebouwd. De hulp van iedereen die denkt ons verder te kunnen helpen met dit onderzoek is welkom.”
Zoals aangegeven doet Bart van Hout dit onderzoek in het kader van zijn afstudeerstage. “Maar ik heb al besloten dat ik er na het afronden van mijn stage verder mee ga. Hoe we dat precies gaan aanpakken is nu nog niet duidelijk. Het zou natuurlijk wel fijn zijn voor Konijnenberg als dit onderzoek op enig moment wat oplevert. Dat ze het nu op deze manier faciliteren is natuurlijk heel mooi. Het is echt een passieproject, en dat is het voor mij ook, dus ik wil hier graag mee doorgaan.”
Wie denkt Bart van Hout verder te kunnen helpen in zijn onderzoek kan contact met hem opnemen via verhaalvandebomen@gmail.com.