Tijdens onze vakantie bezochten mijn vrouw en ik Kroatië. Ook Dubrovnic stond op het programma en als je dan toch in Dubrovnic bent, mag een bezoek aan het iets verder gelegen Mostar niet ontbreken. Mostar ligt niet in Kroatië, maar in Bosnië Herzegovina. Om een goed beeld te krijgen hoe de vork in de steel zit een kort overzicht van het ontstaan van Bosnië Herzegovina.
Historie
3 oktober 1929 wordt de landsnaam gewijzigd in Joegoslavië (= Zuid-Slavië) en verdwijnen alle verwijzingen naar de volkeren, die deel uitmaken van het land. De verschillende gebieden worden voortaan naar rivieren vernoemd. In september 1931 verkondigt de koning de geoctrooieerde grondwet, waarmee het Koninkrijk Joegoslavië een erfmonarchie werd onder leiding van het Huis Karadordevic.
In 1939 krijgt Kroatië meer autonomie. De Joegoslavische regering sluit zich in maart 1941 aan bij de asmogendheden. Serviërs komen hier tegen in opstand en werpen de regering van prins-regent Paul omver en zetten koning Peter II op de troon. Hierop valt Duitsland het land binnen en wordt na de capitulatie verdeeld en komt deels onder Italiaans, Duits, Hongaars en Bulgaars bestuur.
In oktober 1944 bevrijden communistische partizanen aangevoerd door Tito de stad Belgrado met hulp van Sovjettroepen. Een jaar later worden verkiezingen gehouden, met slechts één lijst. In 1946 wordt de monarchie afgeschaft en de Federale Volksrepubliek Joegoslavië ingesteld, bestaande uit de zes republieken Servië, Kroatië, Slovenië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Macedonië en twee autonome gebieden Kosovo en Vojvodina.
Heden
Een informatiefolder voor toeristen laat de meest voor de hand liggende plekjes zien. Mijn oog valt op nummer 17 van het foldertje: Partizansko Spomen Groblje. In het Nederlands: Monument en begraafplaats voor Gevallen Partizanen tijdens de periode 1940-1945. Logische keus als je medewerker bij STIWOT bent, ook in je vakantie, het blijft boeien. Er staat een mooie foto van de begraafplaats in de folder en vanaf het centrum van Mostar is het ongeveer een half uurtje lopen. Vol verwachting klopt mijn hart om het fraaie monument te aanschouwen. Na een flinke wandeling krijgen we twijfels of we wel in de goede richting zitten, een verwijsbord hebben we nog steeds niet gezien. Volgens de plattegrond moeten we wel in de buurt zitten. We komen een modderig pad voorbij en lopen verder. We moeten er nu toch echt wel zijn, nogmaals de plattegrond bekijken. Het is toch niet waar hè?
Het modderige pad is de toegang tot het monument. Vreemd, niets wijst er op dat hier een begraafplaats of monument moet zijn. Gelet op de rommel lijkt het meer op een vuilnisbelt. Het gras groeit hier welig en een pad is nauwelijks te vinden. Iets verder meer structuur, een verharde weg, onderweg veel glassplinters van flessen, die mij wederom doet vermoeden dat het hier een paradijs is voor zwervers en andere onverlaten. Graffiti in overvloed op de muren. Helemaal boven aangekomen heb ik een overzicht over het hele monument. Ik kan hier pas uitspreken wat ik beneden al dacht: Dit kan toch niet waar zijn?
Is dit de manier waarop men in dit land omgaat met haar partizaanse strijders voor de vrijheid? Ik kan het samenvatten in een woord: Schandalig.