Onder Japanse bezetting heeft hij jarenlang dwangarbeid moeten verrichten onder extreme omstandigheden. Ruim 68 jaar na de capitulatie van het Japanse keizerrijk vertelt Felix Bakker op zondag 25 augustus om 14.00 uur in het Herinneringscentrum Kamp Westerbork over zijn ervaringen tijdens deze jaren. ”Het is een wonder dat ik de Dodenspoorweg heb overleefd”.
Felix Bakker is op 16 oktober 1925 in Batavia geboren. Goed op de hoogte van de Japanse oorlogsdreiging meld hij zich als 16-jarige als vrijwilliger voor het korps mariniers.
Dagenlange vuurgevechten kunnen de Japanse opmars echter niet verhinderen, en in maart 1942 wordt Felix door de Japanners als krijgsgevangene in een kamp opgesloten.
Na enkele maanden wordt Felix per goederenwagon naar Thailand gedeporteerd. De treinreis is een verschrikking. Direct na aankomst wordt Felix gedwongen om dwangarbeid te verrichten aan de beruchte Birma-Siam spoorlijn. Dit werk is zo zwaar en de gevangenen krijgen zoveel besmettelijke ziekten en slecht te eten, dat er veel doden vallen. Het wordt al snel de Dodenspoorweg genoemd.
Na de capitualie van Japan in augustus 1945 wordt de bevrijding gevierd. Felix is dan echter nog niet vrij om te gaan waar hij wil. De Nederlandse krijgsgevangenen krijgen een jungletraining in Thailand, om vervolgens te worden ingezet tegen de Indonesische vrijheidsstrijders rond Soerabaja.
Pas toen Bakker 75 jaar werd, lukte het hem zijn verhaal te vertellen. “Toen wist ik dat het belangrijk is om te vergeven”.
Op zondag 25 augustus vertelt Felix Bakker over zijn beleving van de oorlogsjaren in Nederlands-Indië. Om 14.00 uur begint zijn ooggetuigenlezing in het Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Het bijwonen van de lezing is bij de entree van het museum inbegrepen.