Nog niet eerder heeft de conservator van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork een dergelijke brief gezien. Een brief van Joodse ouders aan een onderduikgezin over hun ‘eenige lieveling’, hun dochtertje Mieke, dat zij in 1943 moesten afstaan in een poging aan deportatie te ontkomen.
De onderduikouders bewaarden de brief, maar vertelden hun zoon pas in de laatste jaren van hun leven iets over hun activiteiten tijdens de oorlog. Hij besloot naar aanleiding van de expositie
De Kindertransporten, die vanaf juni te zien is in Westerbork, deze brief aan het Herinneringscentrum Kamp Westerbork te schenken. Een bijzondere en ook unieke aanwinst voor de collectie van het Herinneringscentrum.
Het Joodse gezin was afkomstig uit Groningen, de onderduikouders woonden in Voorschoten. Vader was daar actief in het verzet en thuis hadden ze Joodse onderduikers waaronder ook kinderen. Een van hen was de op 2 juli 1939 geboren Mieke Meuleman. In een poging aan de jodenvervolging te ontkomen besloten Mieke’s ouders hun dochtertje onder te brengen bij een onbekend onderduikgezin. Zelf hadden ze een ander onderduikadres.
Bij het afstand doen van Mieke schreef haar vader een brief van 4 pagina’s aan de hem onbekende ‘pleegouders’ over Mieke. Hoe zij is en zich gedraagt, wat ze wel of liever niet eet en wanneer, over haar kleren en speldjes in haar haar, ‘anders hangt het steeds in haar ogen’. Er zijn tal van zinnen die door merg en been gaan. ‘Ik heb omrede het mij te gevaarlijk is het bedje uit huis te slepen, fl. 25,- gegeven om een nieuw bedje te koopen. Matras, deken en kussen heb ik echter wel medegegeven.’
Het pleeggezin waar Mieke terecht kwam ontving deze brief, maar ook kleding, schoenen, dekens en medicijnen. Uit de brief blijkt hoe pijnlijk het was voor de ouders om afstand te moeten doen van hun kind en het bij onbekenden onder te moeten brengen. Maar de ouders van Mieke konden niet leven zonder hun kindje en namen haar terug op hun eigen onderduikadres, zeer tegen het advies van het pleeggezin.
Het gezin Meuleman is kort na de hereniging met hun dochtertje gearresteerd door verraad. De 3-jarige Mieke en haar moeder gaan met het Kindertransport mee dat op 8 juni 1943 vanuit Vught, via Westerbork, ons land verlaat. Drie dagen later worden ze in Sobibor vermoord. Dat geldt een maand later ook voor vader.
De brief, maar ook het geboortekaartje van Mieke, krijgen een plek in de tentoonstelling. De wisseltentoonstelling
De Kindertransporten is nog tot en met eind augustus te zien in het Herinneringscentrum Kamp Westerbork.