Kaj Metz was voor STIWOT in de Italiaanse provincies Umbria en Toscana en bezocht een aantal plekken die het verhaal vertellen van de gevechten die daar in juni en juli 1944 hebben plaatsgevonden.
Na de inname van Rome door de Geallieerde strijdkrachten op 4 juni 1944 trokken de Duitse 14.Armee en 10.Armee zich terug richting Centraal-Italië en de Gotenstellung (beter bekend als de "Gothic Line"). Twee dagen na de val van Rome kreeg General Sir Harold Alexander, bevelhebber van de geallieerde strijdkrachten in Italië het bevel van de Allied Force Headquarters om de Duitse strijdkrachten zo snel mogelijk achter de Gothic Line te drijven.
(Bron: Wikipedia)
Generalfeldmarschall Albert Kesselring, bevelhebber van het Italië-front, moest zijn legers achter de Gotenstellung zien te krijgen om daar een goed georganiseerde verdediging op te zetten. Daarom besloot hij de oprukkende geallieerde strijdkrachten op de Trasimeno-linie tegen te houden om tijd te winnen.
Albert Kesselring in 1944.
(Bron: Wikipedia)
Bijzonder hard werd er om het plaatsje Chiusi gevochten, dat door de Duitsers in een waar fort was veranderd. Duitse geniesoldaten vernietigde het treinstation en de bruggen in de omgeving van het plaatsje, terwijl er weerstandspunten in en om Chiusi gecreëerd werden. Ook werden er landmijnen en explosieven geplaats op de kruisingen van de Via Marconi en Via Cassia Aurelia, alsmede onder de Porta San Pietro (de toegangspoort van Chiusi). Het oude fort bij het plaatsje werd voorzien van een aantal machinegeweer posities.
Het uitzicht dat de Duitse verdedigers van Chiusi in juni 1944 gehad moeten hebben.
Tussen 16 en 19 juni 1944 werd Chiusi door de geallieerden bestookt met artillerievuur. In de avond van 19 juni trokken de geallieerden het plaatsje binnen en de volgende dag bij dageraad was Chiusi zonder slag of stoot ingenomen. De Duitsers hadden zich klaarblijkelijk teruggetrokken.
In de nacht van 19 en 20 juni 1944 werd Chiusi echter heroverd door Duitse gemechaniseerde troepen. De volgende dag barstte een Anglo-Amerikaanse artilleriebarage in al hevigheid op het plaatsje en de Duitsers antwoorden met machinegeweer- en artillerievuur. In het zuiden van Chiusi raakten elementen van de Fallschirm-Panzer Division 1 Hermann Göring slaags met de geallieerden.
In de nacht van 21 juni 1944 kreeg een peloton van Zuid-Afrikanen de opdracht om Chiusi in te nemen, maar raakten in eigen spervuur terecht en verschanstte zich vervolgens in de teatro Mascagni. De hele nacht werd er om het theater gevochten en bij dageraad lag het gebouw vol met lijken (voornamelijk Zuid-Afrikanen).
Het theater tegenwoordig.
(bron: Wikipedia)
Op 23 juni 1944 werden veel burgers omgebracht door de Duitsers, zij het bedoeld en onbedoeld. De dagen daarna waren relatief rustig en in de nacht van 25 op 26 juni werden een aantal historische gebouwen in het plaatsje door terugtrekkende Duitse troepen opgeblazen. Op de 26e werd Chiusi bevrijd. Ongeveer 200 Duitsers werden krijgsgevangen gemaakt tijdens de slag. Daarnaast zouden volgens geallieerde bronnen een groot aantal Duitse soldaten gesneuveld zijn. Op de dag van de herovering van Chiusi maakte Winston Churchill bekend dat er sinds 3 september 1943 73.122 Britse slachtoffers in Italië te betreuren waren.
Een plaquette op het centrale plein herdenkt de burgers van Chiusi, die tussen 16 en 26 juni 1944 zijn omgekomen of vermoord.
Op verschillende plekken zijn nog goed de sporen van de strijd te zien.
Na de val van Chiusi rukten de geallieerden op naar Castiglione del Lago. De tussengelegen dorpjes zagen korte maar hevige strijd, zoals de volgende foto laat zien.
Eén van de velen dorpen en stadjes die tijdens de gevechten om de Trasimeno-linie bevrijd werden, is Umbertide. Dit plaatsje werd op 5 juli 1944 bevrijd en tegenwoordig is er een monument te bezichtigen die deze gebeurtenis herdenkt.
Naast Chiusi werd er ook zwaar gevochten om de Chiana-vallei. Twee weken lang werd er in juli 1944 om Duitse posities voor Arezzo gevochten en een deel van de doden aan de kant van de 4th Division werden begraven bij het plaatsje Foiano Della Chiana, dat nu 256 oorlogsgraven van het Gemenebest telt. De rest van de slachtoffers werden in Arezzo begraven.
De kleine maar indrukwekkende begraafplaats.
Het voormalige slagveld.
In het plaatsje Castiglion Fiorentino staat een Duitse Sturmgeschütz III (StuG III). Dit gemechaniseerde kanon werd tijdens de gevechten om de vallei in juli 1944 achtergelaten en in 1990 ontdekt.