Op zaterdag 12 mei en zaterdag 2 juni organiseerde STIWOT Reizen de Battlefieldtour “Grebbelinie mei 1940”. Aanvankelijk was het de bedoeling om de Battlefieldtour alleen op 12 mei te houden, maar door de grote belangstelling werd besloten een tweede datum toe te voegen.
Het was voor de vierde keer dat STIWOT Reizen een Battlefieldtour organiseerde waarbij de geschiedenis van “mei ‘40” de hoofdrol speelde. Ook nu bleek weer dat er over dit onderwerp nog steeds veel te vertellen valt. De voorzitter van STIWOT, Barry van Veen, was deze dag onze gids.
Per luxe touringcar verplaatsten we ons allereerst naar de compleet herstelde Asschatterkeerkade. Daar aangekomen werd de strategische waarde van de Grebbelinie uitgelegd, waarbij onder andere aandacht besteed werd aan het Valleikanaal en de wijze waarop de Nederlandse troepen dit kanaal in hun voordeel konden gebruiken.
Hierna liepen we de Asschatterkeerkade over, waarbij ruimschoots aandacht werd besteed aan de diverse typen kazematten die zich daar bevinden. Ook werd uitgelegd welke waarde de kazematten in werkelijkheid bleken te hebben, hoe de kazematten opereerden en hoe de bewapening was van de troepen die zich in en nabij de kazematten bevonden. Verder werd aangeduid welke moeilijkheden de Nederlandse troepen soms moesten overwinnen voordat men überhaupt kon deelnemen aan het gevecht.
Hoewel de meeste loopgraven op de Asschatterkeerkade compleet herbouwd waren, was op sommige plekken nog goed te zien hoe de situatie in mei ’40 moet zijn geweest. De originele ligging van de loopgraven en de aanwezigheid van nissen voor onder andere de mitrailleurs waren goed zichtbaar. De heldhaftige strijd van de huzaren in deze regio, het in brand steken van de Zandbrinkermolen en de geringe strategische waarde daarvan ontbraken natuurlijk niet.
Het volgende onderdeel van deze Battlefieldtour was “Hoeve De Beek”, een in het hart van de Gelderse Vallei gelegen historische hofstede. Hier was er allereerst aandacht voor een lezing van Dhr. Lagerweij. Op indrukwekkende wijze vertelde hij zijn herinneringen als tiener aan de Tweede Wereldoorlog en de wijze waarop zijn vader en oom gearresteerd werden die uiteindelijk tijdens de oorlog omkwamen. Van de oom van Dhr. Lagerweij is bekend dat deze op 11 maart 1945 omkwam in Neuengamme. Van de vader van Dhr. Lagerweij is geen sterfteplaats of –datum bekend. Inmiddels bijna 70 jaar na dato duurt deze zoektocht nog steeds voort.
Na deze lezing werd een goed verzorgde lunch genuttigd in de zogenaamde Quilt-winkel op “Hoeve de Beek” en werd ook de expositie “Grebbelinie in het Vizier” aandachtig bekeken door de deelnemers. Hierop aansluitend brachten we een bezoek aan de liniedijk welke direct naast de hoeve gelegen is. Op de liniedijk bij Scherpenzeel focusten we ons op de divisieaanval van de Duitse 227e Divisie. Met de grootste aanval die het Duitse leger tot dan toe in Nederland had uitgevoerd wilde men een onherstelbare bres in de Grebbelinie slaan. De Nederlanders hielden echter stand. Ook hier spraken de ooggetuigenverslagen tot verbeelding van de deelnemers.
Vervolgens volgde het laatste aspect van deze Battlefieldtour, voor de deelnemers wellicht de bekendste plek van de dag: de Grebbeberg bij Rhenen. Hier stonden we uitgebreid stil bij de verloren strijd die de Nederlandse troepen leverden tegen de Duitse troepen. Ook werd de soms onhandig ingerichte verdediging van de Grebbelinie uitgelegd, waarbij onder andere gewezen werd op de positionering van de voorposten, hoofdlijn, stoplijn en achterhoede. De verbazingwekkende doorbraak van SS-Obersturmbahnnführer Wäckerle en het heldhaftige einde van Majoor Jacometti werden door middel van ooggetuigenverslagen uitgelicht.
Als laatste brachten we een bezoek aan het militair ereveld Grebbeberg; de militaire erebegraafplaats op de Grebbeberg. Bij het graf van majoor Landzaat werd stil gestaan bij zijn opmerkelijke optreden tijdens de meidagen van 1940. Deze moedige en dappere majoor aanvaarde de uiterste consequentie van zijn eerder uitgesproken woorden:
“Ik ben aangewezen om den Grebbeberg te verdedigen; wij doen dit tot den laatsten man en den laatsten kogel.”