TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Trouw aan Kolping

Het is halverwege juni als ik een tweede bezoek breng aan het universiteitsarchief van de Universiteit van Tilburg. Mijn onderzoek naar 22 studenten die in Dassel in Duitsland tewerkgesteld werden gaat ondertussen het derde jaar in. Veel van deze studenten studeerden in Tilburg, waardoor er ook in hun archief nog het één en ander te vinden was. Nu wilde ik vooral achterhalen of de studenten na hun tewerkstelling hun studie hadden afgerond. Helaas was daar niet iedereen toe in staat.

Het zijn echter niet alleen de archiefstukken die interessant zijn; dat zijn de gesprekken met de medewerkers ook. Zij hebben de kennis om je een stap verder te helpen. Zo ook deze keer. We bespraken namelijk ook de andere studenten, die niet in Tilburg studeerden. Zo kreeg ik te horen dat er brieven bewaard zouden zijn gebleven van een aantal leden van de Katholieke Gezellenvereniging uit Nijmegen aan hun preses (voorzitter), pater Van Ruth. Misschien zaten daar wel brieven tussen van de twee Nijmeegse studenten die ik onderzocht: Louis Raaijmakers[1] uit Tilburg en Guus Janse[2] uit Breda.

Ik werd doorverwezen naar Leuven in België. De brieven lagen namelijk in het archief van de Nederlandse jezuïeten en dat was ondertussen ondergebracht in het KADOC, het Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Religie, Cultuur en Samenleving van de Katholieke Universiteit Leuven. Een afspraak was zo gemaakt en begin augustus had ik tijd om naar het Belgische af te zakken.

Het was een schitterende rit in de ochtendmist door de Belgische Kempen op weg naar Leuven. In Leuven was het een geslinger door de smalle straatjes van het oude stadscentrum. Het KADOC ligt net buiten de eerste stadsmuren van de stad, waarvan nog twee torens resten in het Sint-Donatuspark tegenover het archief. Het KADOC zelf is onder andere gevestigd in de kapel Onze-Lieve-Vrouw-ter-Koorts uit de 17e eeuw. Een mooie kapel, alleen stond het bij mijn bezoek in de steigers.

Eenmaal binnen kreeg ik een dikke map met de brieven van de Nijmeegse studenten. De map kwam uit het Archief Jezuïeten (SJ) - Nederlandse provincie (1850-2017); Brieven van leden van het Sint-Joseph-Gezellenvereniging (Kolping) met als referentiecode 11868. Een index van de inhoud van de map was er niet. Er zat dan ook niets anders op dan alle brieven door te gaan, in de hoop daar brieven van Louis en Guus tegen te komen. Ik wist alleen niet zeker of ze überhaupt lid waren van de vereniging, dus het bleef een gok.



Een paar uur, en 216 brieven en briefkaarten later, bleek er helaas geen brief van de studenten in Dassel bij te zitten. Wel uit Kreiensen en Thale, beide ook in het Harz-gebergte, maar niets dichter bij Dassel. Na een inventarisatie gemaakt te hebben bleken de meeste brieven te komen uit Berlijn, Lippstadt, Köthen, Künsebeck, Anröchte, Arnsberg, Hannover, Mattendorn, Oberndorf am Necker, Allangen-Möhne, Bad Rothenfelde, Dessau, Dortmund, Flintbek en Quesitz. Ook zaten er brieven tussen uit Frankrijk, Nederland en België.



De brieven gaan vooral over het dagelijks leven in het buitenland. Hun werkomstandigheden en geloofsbelijdenis. Vele brieven beginnen met “Trouw aan Kolping” of geven een “Kolpinggroet”, genoemd naar een belangrijke priester uit de Gezellenvereniging: Adolph Kolping. Deze Duitse priester werd in 1813 geboren en sloot zich in 1846 bij deze vereniging aan. Hij werd de tweede voorzitter en overleed in 1865. Pas in de jaren '30 van de vorige eeuw begon de vereniging zijn naam te dragen: het Kolpingnetwerk. Het was vooral een vereniging voor jonge Rooms-Katholieke arbeiders. In Nijmegen was een eigen afdeling, met pater Van Ruth als voorzitter. Het had daar haar eigen gebouw: het Kolpinghuis van de beroemde architect Pierre Cuypers. Het staat er nog steeds, maar is niet meer door de vereniging in gebruik.



Van Ruth hield in ieder geval in 1942, 1943 en 1944 contact met zijn verenigingsleden. Enkele algemene brieven van zijn hand zijn bewaard gebleven, maar niet de persoonlijke brieven die hij naar de leden stuurde. Enkel de antwoorden van de leden zitten in het dossier. Soms maar één brief, soms een paar meer, nooit meer dan een handvol per schrijver.

De brieven zijn interessant voor onderzoekers die bezig zijn met het Kolpingnetwerk, of met één van haar leden die toevallig een correspondentie onderhield met Van Ruth. Helaas zijn de namen niet allemaal even duidelijk geschreven en lastig te verifiëren. Om privacyregels kunnen we de namen helaas niet vermelden. Daarvoor zult u zelf naar Leuven moeten afreizen.

Voor mijn onderzoek leverden de brieven helaas niets op. Echter, geen resultaat is ook een resultaat. Nu weet ik tenminste dat er in dit archief niets te vinden is over deze twee studenten. Na een wandeling door Leuven, met onder andere een bezoek aan de 15e-eeuwse Sint-Pieterskerk, was het weer tijd om terug naar huis te rijden. Op naar het volgende archief!

Mocht u informatie hebben over Louis Raaijmakers of Guus Janse, of één van de andere studenten die in Dassel tewerkgesteld werden, neem dan contact met ons op!

Met dank aan:
- KADOC, Katholieke Universiteit Leuven.
- Universiteit van Tilburg.
- Lennard Bolijn.
- Lisa de Haas.

Noten

  1. Ludovicus (Louis) Maria Raaijmakers (Tilburg, 02-09-1918 - Breda, 12-12-1967).
  2. Augustinus (Guus) Theodorus Aegidius Janse (Breda, 08-11-1922 - 29-10-1994).

Gebruikte bron(nen)