Op 19 juli wordt in Herinneringscentrum Kamp Westerbork de striptentoonstelling 'Het Onvoorstelbare Verbeeld' geopend. Tien getalenteerde stripmakers met verschillende achtergronden en leeftijden uit Nederland, Duitsland en België maakten vanuit hun eigen perspectief een verhaal in de context van drie voormalige nazi-concentratiekampen: Neuengamme in Duitsland, de Dossinkazerne in België en Kamp Westerbork. Tegelijkertijd met de expositie verschijnt de gelijknamige graphic novel in vier talen (Duits, Engels, Frans en Nederlands). NIOD-onderzoeker Kees Ribbens is betrokken bij het project. We stelden hem via e-mail enkele vragen hierover.
Deze en de andere illustraties zijn afkomstig uit de graphic novel ‘Het Onvoorstelbare Verbeeld’, uitgebracht door uitgeverij Scratchbooks. Bron: via Kees Ribbens
De inspiratie voor dit project kwam door een Amerikaans stripverhaal van August M. Froehlich uit 1944 dat u ontdekte. Hoe en waar trof u deze publicatie aan en wat is er bijzonder aan?
Vanuit mijn interesse voor de verbeelding van de Tweede Wereldoorlog in de populaire cultuur zoek ik van tijd tot tijd met specifieke zoekbegrippen op internet. ‘Comics & Holocaust’ is zo’n zoekterm die ik wel eens gebruik bij Google Image en dat leverde enkele jaren geleden een klein zwartwit plaatje op van een Holocauststrip die ik niet kende. Het bleek te gaan om een Amerikaanse publicatie die begin 1945 was verschenen,
The bloody record of Nazi atrocities. Met behulp van een collega die tijdelijk in Washington zat kon ik een digitale scan van dit pamflet bemachtigen. Op één pagina had August Froehlich in slechts zes striptekeningen de essentie in beeld weten te vatten van de laatste fase van de Holocaust, eenvoudigweg aangeduid als ‘Nazi death parade’. Juist vanwege het destijds nagenoeg ontbreken van fotografisch bewijs – Auschwitz bijvoorbeeld moest nog bevrijd worden – toonde dit de zeggingskracht van het getekende beeldverhaal, al kregen weinig mensen het verhaal toen onder ogen.
Het stripverhaal uit 1944.
Hoe kwam het uiteindelijke idee tot stand om tien striptekenaars de Holocaust en andere nazimisdaden te laten verbeelden? Op welke wijze bent u en is het NIOD betrokken?
Ik opperde aan striptekenaar Erik de Graaf, die een imposante tweedelige graphic novel over de bezetting op zijn naam heeft, dat het interessant zou zijn om te kijken hoe een eigentijdse stripmaker in beknopt bestek dergelijke oorlogservaringen nu zou vertolken. Toen ontstond al snel het plan om stripauteurs van uiteenlopende leeftijden hierbij te betrekken. Ook Bas Kortholt van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork raakte enthousiast en zo lag er ineens een plan voor zowel een bundeling korte stripverhalen als een tentoonstelling. Dat sloot aan bij mijn onderzoeksterrein van de populaire herinneringscultuur dus vanuit het NIOD wilden we hier graag actief aan meewerken, zeker waar het gaat om het aanreiken van onderwerpen en informatie, maar ook om te wijzen op historische ontwikkelingen in de verbeelding van de oorlogsgeschiedenis in strips.
Op welke manier werden de tien striptekenaars geselecteerd en waren zij meteen enthousiast om bij te dragen?
Het plan werkte aanstekelijk zodat we ook op steun konden rekenen van Kazerne Dossin in Mechelen (het Belgische Holocaustmuseum) en van de Gedenkstätte KZ Neuengamme. Daardoor besloten we met hulp van Erik ook tekenaars uit België en Duitsland bij de plannen te betrekken. We hebben een veelzijdig panorama willen bevorderen door stripmakers (m/v) van verschillende leeftijden uit te nodigen met een variatie aan teken- en vertelstijlen. Met steun van culturele fondsen konden we gelukkig ook een serieuze vergoeding bieden, dat is natuurlijk onmisbaar. Bijna iedereen die we benaderden bleek beschikbaar en bovendien – nog belangrijker – enthousiast om dit thema uit te werken. Leeftijd leek daarbij geen noemenswaardig verschil te maken.
Guido van Driel. Sterric
Was u verrast door het resultaat van de striptekeningen? Kunt u hier iets meer over vertellen?
Ik realiseer me dat ik niet geheel objectief ben, maar ik was echt onder de indruk van wat de stripmakers gemaakt hebben. We hebben ze, zeker ook vanuit de betrokken herinneringscentra, waar wenselijk geholpen met de research, maar hun creativiteit en inlevingsvermogen lieten werkelijk niets te wensen over. De verhalen zijn aangrijpend, juist omdat ze aansprekend en zo direct mogelijk worden overgebracht. Het gebruik van kleur, of juist van zwartwit, zet een toon die je als lezer in veel gevallen dichter bij de betrokkenen brengt; niet alleen bij slachtoffers maar ook bij daders. Op die manier kan geschiedenis, ook zoveel jaar na dato, onder je huid kruipen.
De Duitse striptekenaars bekijken de Holocaust ongetwijfeld vanuit een ander perspectief, omdat hun land de hoofdschuldige was voor deze misdaad. Is er in hun werk een duidelijk verschil waarneembaar ten opzichte van dat van hun Nederlandse en Belgische collega’s?
De scheidslijnen tussen auteurs van verschillende nationaliteiten blijken niet in beton gegoten. Zeker, er lijkt een enig schuldbewustzijn te spreken uit het werk van de twee Duitse stripmakers maar die zit deels wellicht ook ingebakken in de blik van de lezer. Zowel Jennifer Daniel als Tobi Dahmen tonen Holocaust-slachtoffers, maar dan wel overlevenden met
agency die doelbewust hun (naoorlogse) levens leiden. Ik kan hun prachtige verhalen geen recht doen door ze hier in twee zinnen samen te vatten, dus ik kan alleen maar een oproep doen om ze te lezen: laat beeld en tekst op je inwerken – en waag je daarna aan een interessante vergelijking!
Wie vormen de doelgroep voor de graphic novel en de expositie? Is het in een tijd van sociale media en ontlezing nog mogelijk om jonge lezers hiermee te bereiken?
Stripverhalen zijn niet meer het massamedium dat ze in mijn jeugd waren, ook al kent iedereen Donald Duck, Suske & Wiske en menige krantenstrip. Toch zijn er veel liefhebbers van graphic novels en manga, zowel onder tieners als onder volwassenen. Voor sommigen is het een vrij nieuwe ervaring, voor anderen heeft het lezen van strips een nostalgisch karakter. Het beroemde beeldverhaal
Maus van Art Spiegelman laat nog altijd zien dat je hiermee zowel scholieren kunt bereiken als volwassen lezers. Dat is ook onze ambitie, waarbij we overigens hopen dat de compacte omvang van de afzonderlijke stripverhalen enigszins opweegt tegen de gevreesde ontlezing.
Tobi Damen. Milan Hulsing
Wat heeft u persoonlijk met stripboeken/graphic novels? Heeft u een favoriet met als thema de Tweede Wereldoorlog?
Hoeveel ruimte hebben we nog? Laten we het er op houden dat ik bovenmatig gecharmeerd ben van stripverhalen, misschien omdat ze laagdrempelig ogen maar ook ruimte aan de verbeelding laten. Ik heb eigenlijk altijd wel stripverhalen gelezen, sommige jaren wat minder intensief maar de belangstelling is er voortdurend geweest. Toen ik me als historicus ging bezig houden met verbeeldingen van geschiedenis in populaire cultuur begon mijn stripinteresse zich steeds meer te richten op oorlogsstrips. Enerzijds omdat strips uit de jaren veertig een bijzondere bron vormen die laat zien welke indruk oorlog, bezetting en vervolging maakten op creatieve geesten, anderzijds omdat er voor naoorlogse striptekenaars blijkbaar goede redenen waren om voortdurend terug te keren naar de oorlog en de Holocaust als bron van inspiratie. Die stroom is nog lang niet opgedroogd, waardoor mijn favorieten soms worden bijgesteld. Vorig jaar vond ik
Die Farbe der Erinnerung van Barbara Yelin het beste boek – dat verdient echt een Nederlandse vertaling.
De tentoonstelling is tot 1 september te zien in Herinneringscentrum Kamp Westerbork.
- Het onvoorstelbare verbeeld
- tien verhalen over de Holocaust en andere nazi-misdaden
- ISBN: 9789493166851
- Meer informatie over dit boek