‘Lied van verzet’ is het levensverhaal van zangeres en danseres Lin Jaldati, de artiestennaam van Rebekka (Lien) Brilleslijper, en de Berlijnse musicus Eberhard Rebling. De twee ontmoeten elkaar eind jaren dertig in Nederland en worden verliefd. In de Tweede Wereldoorlog gaan ze in het verzet. Noodgedwongen duiken ze met hun naaste familie onder in villa ’t Hooge Nest in Naarden. Daar worden ze verraden, waarna het Rebling lukt te ontkomen. Lin en haar zus Janny overleven Auschwitz en Bergen-Belsen. In mei 1945 vinden Jaldati en Rebling elkaar terug. Tijdens de Koude Oorlog beginnen ze een nieuw, muzikaal leven – vanaf 1952 in de DDR. Hun memoires werden recent in het Nederlands vertaald en uitgebracht door Boom uitgevers. Via e-mail stelden we redacteuren Diete Oudesluijs en Rimco Spanjer enkele vragen over het boek.
Eberhard begeleidt Lin op de piano. Bron: Lied van verzet
Wanneer verscheen de oorspronkelijke Duitstalige versie van dit boek en wat was jullie motivatie om deze in het Nederlands te vertalen?
‘Sag nie, du gehst den letzten Weg’, de dubbele autobiografie van Lin Jaldati (Lientje Brilleslijper) en Eberhard Rebling, verscheen in de DDR in 1986 (tweede oplage in 1988). Die uitgave beschreef de periode 1911-1945. Na Lins dood in 1988 publiceerde Rebling in 1995 een uitgebreide versie met dezelfde titel, die loopt door tot na de val van de Muur. Hij baseerde zich daarbij o.a. ook op bandopnamen en dagboeken van Lin. Wij hebben de periode 1911-1952 vertaald, en de tijd na 1952, toen ze naar de DDR verhuisden, samengevat op basis van deze versie en diverse opnamen, artikelen en andere informatie.
Lin oefent aan de barre. Bron: Lied van verzet Nog afgezien van onze wens om deze dubbele autobiografie eindelijk in het Nederlands te vertalen (de auteurs hadden deze wens in de jaren tachtig al), zorgde het succes van het boek ‘
‘t Hooge Nest’ van Roxane van Iperen voor een handvat om hiervoor bij uitgevers de aandacht te vragen.
Verder hadden de vier vertalers elk hun eigen motief. Sander Stotijn kende het echtpaar sinds zijn jeugd, zijn ouders waren dik met hen bevriend en komen veelvuldig in het boek voor; hij wilde dit deel van zijn geschiedenis ook voor zijn kinderen inzichtelijk maken. Rimco Spanjer kende Rebling sinds 1995, raakte met hem bevriend en correspondeerde met hem. Tijdens het werk aan het boek kon hij met een groot aantal nabestaanden van mensen die in het boek voorkomen contact leggen.
Diete Oudesluijs vond met name de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog in Den Haag, de bezetting, het verzet en de onderduik zeer de moeite waard, evenals de periode van de Koude Oorlog en het leven van het echtpaar in de DDR, van optimisme tot het verlies daarvan. Voor Diete lag de DDR sinds 1973 aan de andere kant van de Muur in West-Berlijn, waar zij en later ook Johan Meijer toen woonden en werkten, de gebeurtenissen in de DDR waren niet ver van hun bed. Johan ging in de jaren tachtig enkele keren naar concerten van Lin en haar gezin; voor hem was vooral ook het Jiddische lied en de ontdekking daarvan in heel Duitsland een belangrijk punt.
Rimco en Diete verzorgden de redactie inclusief de eindnoten die de inmiddels al tamelijk vergeten geschiedenis invoelbaar konden maken. Rimco heeft de uitgave als projectcoördinator begeleid, in samenwerking met uitgever Boom. Dat heeft geleid tot een prachtig en verzorgd eindproduct, met een aantal nog vrij onbekende foto’s (hierbij een paar voorbeelden daarvan).
Hoe zag het leven van Lin Jaldati en Eberhard Rebling er voor de oorlog uit en hoe ontmoetten de twee elkaar?
Ze waren allebei al jong – vanuit een weinig stimulerende omgeving – bezig met het ontwikkelen van hun talent: Lin als danseres, later ook zangeres, en Eberhard als musicus. Eberhard kon de opkomst van de nazi's in zijn stad Berlijn niet langer aanzien en emigreerde in 1936 naar Den Haag. Daar kwam hij Lin tegen in het Gemeenschapshuis, een woongemeenschap in de Bankastraat in Den Haag. Lin was een tijdje in Den Haag voor een revue; ze trok bij hem in. Ze traden al gauw samen op, ontwikkelden een repertoire met Jiddische liederen. Eberhard begeleidde Lin op de piano – bij meer links gerichte, vaak ook Joodse evenementen. In Den Haag kwamen ze heel bekende kunstenaars tegen, en anderen die later bij het verzet betrokken waren en ook hun onderduik mogelijk maakten. Een aantal van hun vrienden kwam om tijdens de oorlog.
Jaldati en Rebling doken onder in villa ’t Hooge Nest in Naarden, het onderduikadres dat door Roxane van Iperen wordt beschreven in haar boek uit 2018. Hoe kijkt het echtpaar in hun boek terug op deze tijd?
Eigenlijk beschrijft met name Lin de omstandigheden ter plekke vrij feitelijk, met enige humor; ze bleef nuchter. Haar zus Janny, hun ouders en hun broer Jaap waren niet de enigen die op deze onderduikplek verbleven, een groter aantal voornamelijk Joodse onderduikers kregen er, vaak tijdelijk, onderdak. Eberhard was met Janny’s man Rob Brandes vaak op stap voor verzetsactiviteiten. Na hun arrestatie werden ook de andere aanwezige onderduikers opgepakt. Lin en Eberhard konden dankzij ‘goede’ cipiers twee nachten met elkaar in een cel doorbrengen, ze namen afscheid maar hoopten toch elkaar terug te zien. Hun dochtertje Kathinka werd door het verzet ontvoerd en bij goede vrienden ondergebracht.
Eberhard en Lin met hun kinderen Kathinka en Jalda. Bron: Lied van verzet Nadat de onderduikplek werd verraden ontsnapte Rebling, maar Jaldati werd opgepakt en naar Westerbork, Auschwitz en Bergen-Belsen gedeporteerd. Beiden overleefden de oorlog. Wat hield hen op de been of hadden ze gewoon geluk?
Het hele gezin Brilleslijper kwam in Westerbork terecht, Lin zong ook daar nog. Met dezelfde allerlaatste trein als de familie Frank moesten ze begin september 1944 naar Auschwitz – Lin en Janny werden net als Margot en Anne Frank al eind november naar Bergen-Belsen gedeporteerd, de anderen werden vermoord, op Otto Frank na. De zusjes overleefden ternauwernood en wisten daarna vrij snel naar Nederland te komen. Lin hoorde in Amsterdam dat Eberhard in Oegstgeest was, de dokter die hen had gebracht reed door. Lin hoorde op straat dat Eberhard in een woonkamer musiceerde, tijdens de Bruiloftscantate van Bach vielen ze elkaar in de armen. Ze hadden veel geluk gehad. Eberhard was verzet blijven plegen en niet nog eens opgepakt, had Kathinka kunnen bezoeken. Lin had alle ellende, vooral in Bergen-Belsen, overleefd. Allebei hadden ze het vaste geloof dat de ander de oorlog zou overleven.
Na de oorlog hadden Jaldati en Rebling muzikaal succes in de DDR. Waarom kozen ze ervoor om zich in Oost-Duitsland te vestigen en hadden ze als artiesten geen moeite met de onvrije omstandigheden daar?
De omstandigheden werden voor communisten in Nederland eind jaren veertig steeds moeilijker. De Koude Oorlog deed zich gelden, overheidsinstanties verboden bijvoorbeeld steeds vaker om Rebling voor concerten te vragen. Van de communistische partij, de CPN, hadden ze evenmin veel te verwachten. Ze gingen op tournee in Europa, maar hadden, zeker voor hun in 1942 geboren dochtertje Kathinka, een regelmatig gezinsinkomen nodig. Ook wilden ze allebei betrokken blijven bij de politieke en muzikale ontwikkelingen, niet alleen in Nederland.
Het is daarom logisch dat ze emigreerden toen Rebling een passende baan in Oost-Berlijn aangeboden kreeg, al kostte het Lin veel tranen. Belangrijk was ook dat het regime in de DDR mensen in de gelederen had die in kampen hadden gezeten; in West-Duitsland bleven nogal wat oud-nazi's in invloedrijke posities. En ze waren niet de enigen die in die tijd naar Oost-Berlijn verhuisden, al gingen de meesten al vrij spoedig terug.
Met name Lin bleef openlijk protesteren, zo zong ze in 1953 in West-Berlijn bij een herdenking bij
Gleis 17, het perron van waar veel Berlijnse Joden zijn gedeporteerd. Begin jaren zestig getuigde ze bij het ‘showproces’ tegen Hans Globke in Oost-Berlijn. In 1967 weigerde ze om zich uit te spreken tegen Israël, een schop tegen het zere been van de DDR – dat kostte haar jaren zonder optredens. Hun repertoirekeuze was en bleef altijd ‘links’ – Jiddische liederen en werk van bijvoorbeeld Ernst Busch en Paul Dessau, en met name hun Anne Frank-programma, waarmee ze in heel Europa optraden.
Eberhard en Lin ontmoeten koningin Beatrix en Willy Brandt, Amsterdam 1985. Bron: Lied van verzet
Wat deed het echtpaar besluiten om hun levensverhaal te beschrijven? Geven zij de lezer een boodschap mee?
Ze noemden zelf als reden het vragen daarom van familie, vrienden en kennissen. Ze gebruikten daarbij ook materiaal uit interviews, eigen brieven, documenten en dagboeken. Ze hadden in 1985 een groot optreden in de Westerkerk met hun Anne-Frankprogramma in aanwezigheid van koningin Beatrix en waren door hun tournees inmiddels tot ver buiten Europa, ook in Israël, bekend, Lin als
Grande Dame van het Jiddische lied. Uit hun boek spreekt hun overtuiging dat het de moeite loont om je in te zetten, zowel voor je eigen talent als voor je maatschappelijke en politieke overtuiging.
- Lied van verzet
- Het bijzondere levensverhaal van twee bewoners van ’t Hooge Nest
- ISBN: 9789024463244
- Meer informatie over dit boek