Op 1 juni 1944 neemt mejuffrouw Gehner ontslag als directeur van de Apeldoornse bibliotheek. Ze wil namelijk niet onder een nationaalsocialistisch bestuur dienen. Gehner was de enige openbare bibliotheekdirecteur die in de oorlog uit principe haar werk neerlegde. Bibliothecaris Mark Deckers schreef hierover het boek ‘Mejuffrouw Genher en meneer Zwager’, dat in april 2024 uitgebracht is door Waanders Uitgevers. Eerder verschenen van hem ‘Geruisloos verdwenen uit de bibliotheekgeschiedenis’ over het lot van de ontslagen Joodse bibliotheekmedewerkers en ‘Alles behouden’ over oorlogsdagboeken van de Bibliotheek Deventer. Via e-mail stelden we de auteur enkele vragen over zijn nieuwste boek dat op 1 juni wordt gepresenteerd.
Eleonora Gehner in het voorjaar van 1948 achter haar bureau in Apeldoorn. Bron: Familiearchief Eisma
Wie was mejuffrouw Gehner precies en hoe kwam u in aanraking met haar verhaal? Waarom maakte zij indruk op u?
Mejuffrouw Gehner was de bibliothecaris van de bibliotheek in Apeldoorn. In die tijd zal men wel bibliothecaresse hebben gezegd. De bibliothecaris was de directeur van de bibliotheek in die tijd. Haar verhaal kwam ik op het spoor als een zijlijntje van mijn vorige boek ‘Geruisloos verdwenen uit de bibliotheekgeschiedenis’ over de Joodse bibliotheekmedewerkers in de oorlog. Bij dat onderzoek kwam ik in een boekje een alinea tegen over de Apeldoornse bibliotheek en dat de directeur hier opgestapt was waarna de bibliotheek in handen viel van nationaalsocialisten die er een chaos van maakten. Het had niet met de Joodse medewerkers te maken en het paste dus niet bij het vorige boek. Maar mijn aandacht was wel gewekt. Het bleek een bizarre en bijzondere geschiedenis te zijn.
Hoe groot was de invloed van de Duitse bezetter op de Nederlandse openbare bibliotheken en welk belang had hij hierbij?
Tja, dat is een beetje hoe je het bekijkt. Bibliotheken waren voor de bezetter minder interessant dan kranten, radio en film. Dat waren de typische instituten voor massapropaganda. Daar greep de bezetter heel hard in en nam deze in feite over. Dat gold voor bibliotheken minder. Er was censuur. Allerlei schrijvers mochten niet meer: Engelse, Amerikaanse en Joodse schrijvers moesten uit de collectie. Zelfs een boek van Dik Trom werd op een gegeven moment verbannen. Er bleek de uitroep ‘Leve de Koningin’ in te zitten en dat mocht niet. Veel verboden boeken dus. Maar ook in bibliotheken werden Joodse medewerkers ontslagen zoals ook bij de overheid. En op enig moment werd de bibliotheek ook voor Joden verboden. Bibliotheken hebben meebewogen met de bezetter in deze. De Vereniging van Openbare Bibliotheken heeft in 2022 bij mijn vorige boek over de Joodse bibliotheekmedewerkers hier ook
een statement over afgegeven. De toenmalige voorzitter zei over de rol van bibliotheken toen: “Bibliotheken en hun vereniging deden eraan mee dat Joden apart werden gezet. Zij waren in de bezettingstijd – om het grote publiek te blijven dienen – meermaals niet bereid om een vuist te maken tegen grof onrecht. Dat is iets dat we niet ‘niet’ kunnen hebben geweten, nooit mogen vergeten en steeds onder ogen moeten blijven zien.”
De eerste pagina van de circulaire van de Centrale Vereniging uit september 1940 over de te verwijderen boeken. Bron: Archief Bibliotheek Deventer
Mejuffrouw Gehner was de enige openbare bibliotheekdirecteur die uit principe haar werk neerlegde. Heeft u een verklaring waarom zij dat wel deed en haar collega’s niet? Is er iets in haar karakter of levensvisie dat haar ‘anders’ maakte?
Daar is niet een heel kort antwoord op te geven. Eigenlijk moet je het boek lezen om dat te snappen. Maar één ding kan ik er wel over zeggen. Als iedereen wegkijkt, vraagt opstaan tegen onrecht heel veel moed. Verzet ontstaat als meerdere mensen elkaar vinden en elkaar steunen. Dat is in Apeldoorn ook gebeurd. Er was een bestuur waar meerdere personen in zaten die die moed hadden. En mejuffrouw Gehner vond ook onder haar medewerkers steun. Nadat zij was opgestapt vertrok nog een aantal andere medewerkers en collega’s die toch waren gebleven waren om de haverklap onverklaarbaar ziek. Ik vermoed dat die ziekte sabotage en obstructie heette.
Welke bronnen had u tot uw beschikking om het verhaal van mejuffrouw Gehner te reconstrueren? Is er iets waar u niet achter heeft kunnen komen en wat u toch nog graag zou willen weten?
Er zijn altijd zoveel zaken waar je niet achter komt. Het leven van meneer Zwager, de voorzitter, bevat nogal wat gaten bijvoorbeeld. Maar als je de puzzel wel een keer kunt leggen door allerlei archieven te combineren dan voel je je soms wel een heuse archiefdetective. Dat gebeurde hier ook. De kwestie waar in Apeldoorn alles om draait is een aanbod van Duitse boeken van de Nederlandsche Kultuurraad. Dat was een instelling die via zachte dwang de Nederlandse cultuurinstellingen moest ombuigen naar het nationaalsocialistische cultuurgoed. Het archief van deze instelling bevindt zich bij het NIOD en het is allemaal maar beperkt openbaar. Maar mijn speurwerk daar in combinatie met het archief in Apeldoorn zelf en het archief van de Centrale Vereniging van Openbare Bibliotheken en Leeszalen in het Nationaal Archief maakte die puzzel mogelijk. En daar ontdekte ik door alle brieven en notities goed op volgorde te leggen dat de bezetter achter de rug van de bibliotheek van Apeldoorn nog met tal van andere instanties sprak over de bibliotheek. En dat allemaal met tot doel om het verzet van de Apeldoornse bibliotheek tegen deze Duitse schenking te breken. Uiteindelijk werd dit een ordinaire principekwestie waar de Apeldoornse burgemeester een uiterst dubieuze rol in speelde.
De leeszaal aan de Regentesselaan Bron: archief CODA
Hoeveel aanpassingen moesten de collega-directeuren van mejuffrouw Gehner doen om niet in opspraak te komen bij de bezetter? Was er sprake van collaboratie en valt hen iets te verwijten?
Bibliotheken zagen het vooral als hun taak om open te blijven. Er kon al zoveel niet meer in de samenleving dat bibliotheken zichzelf uiterst essentieel vonden in de oorlog. Om open te blijven moest je veel slikken van de bezetter. Ik ben zelf heel voorzichtig of iets collaboratie was. Het is helder dat de sector meebewoog met de bezetter. En dat meebewegen had vooral tot doel om eigenlijk niet op te vallen zodat men gewoon open kon blijven Zij hadden te maken met een bezetter die telkens een stukje verder opschoof naar de verkeerde kant. En waar ligt dan de grens? .Achteraf kan ik daar makkelijk over oordelen dat dat fout is geweest en tegelijkertijd ben ik ook zo eerlijk om te zeggen dat ik niet weet of ik het zelf anders zou hebben gedaan. Moed is zeldzaam in dit soort gevallen. Dat zien we wel aan mejuffrouw Gehner die als enige opstapt.
Wat hoopt u dat lezers bijblijft na het lezen van uw boek? Bevat het een les of boodschap voor onze tijd?
Wat ik leerde van dit boek is hoe stapsgewijs alles ging en hoe de bezetter stapje voor stapje de samenleving liet opschuiven. Iets wat men een aantal jaren eerder niet voor mogelijk had gehouden, werd vervolgens gemeengoed. Dat stapsgewijs opschuiven dat is iets wat ik nu ook wel in de samenleving zie. Standpunten die je tien jaar geleden niet mocht hebben, zijn nu gemeengoed voor grote groepen. Dat vind ik eng om te zien. En tegelijkertijd vraag ik mezelf dan af: en wanneer moet ik daar dan tegen opstaan? Wat is het moment dat een grens wordt gepasseerd?
En iets anders wat met opvalt na alle onderzoek is het volgende. Ik ben zelf altijd onder de indruk bij archiefonderzoek dat de werkelijke geschiedenis een verhaal oplevert dat je zelf niet eens had kunnen verzinnen als je een roman schreef. Het slot van het boek levert bijvoorbeeld nog een bijzondere romantische geschiedenis op. Eentje die niet ziet aankomen en waar ik zelf ook een paar keer in mijn ogen moest wrijven… Zag ik dat nou goed? Maar ik zag het goed. In de archiefstukken voor me gebeurde iets bijzonders. Wat dat is? Haha, die ga ik niet verklappen. Daarvoor moet je het boek lezen.
- Mejuffrouw Gehner en meneer Zwager
- Over het moedige verzet van de Apeldoornse bibliotheek in de Tweede Wereldoorlog
- ISBN: 9789462625525
- Meer informatie over dit boek