In de verte klinkt muziek. Het lijkt steeds dichterbij te komen. De muziek komt van de John Frostbrug in Arnhem, hoofddoel van operatie Market Garden in september 1944. Dagenlang werd er door de mannen van kolonel John Frost gevochten om het bruggenhoofd te behouden, maar de brug bleek een brug te ver. Nu op 18 september, 65 jaar later, is de brug wel in handen van de soldaten van toen. Met vaandels in de hand marcheren zij onder begeleiding van doedelzakken over de brug naar het Airborneplein. Daar staat men stil bij de gebeurtenissen van de Slag om Arnhem.
Rijen dik staan duizenden belangstellenden rondom het Airborneplein in Arnhem, in de volksmond ook wel de ‘Berenkuil’ genoemd. Op het plein bevindt zich
een monument ter nagedachtenis aan de felle strijd en aan hen die vielen tijdens de Slag om Arnhem. Rondom het monument hangen de Poolse, Britse en Nederlandse vlag halfstok. Tientallen veteranen, familieleden en hoogwaardigheidsbekleders zitten in de ‘Berenkuil’ rondom het monument. Het monument is een brokstuk van het Paleis van Justitie uit Arnhem, dat in september 1944 werd verwoest.
De veteranen marcheren vanaf de John Frostbrug verder naar het Airborneplein. Ze dragen vaandels met zich mee van Britse eenheden die betrokken waren bij operatie Market Garden. Als ze voorbij komen klinkt er applaus. Na al die jaren is het Nederlandse volk nog steeds dankbaar voor wat zij deden voor onze vrijheid. Met de vaandels in de hand nemen de veteranen plaats rondom het monument.
Dan wordt The Last Post geblazen. Veteranen brengen de vaandels naar de grond. Vervolgens is het stil, 1 minuut lang. Alleen het geluid van verkeer iets verderop is te horen. Stil is het, totdat het muziekkorps weer begint te spelen. Er worden kransen gelegd door veteranen, de ambassadeurs van zowel het Verenigd Koninkrijk als Duitsland en de gemeente Arnhem. Burgemeester Thom de Graaff legt namens de gemeente Nijmegen een krans. Het muziekkorps speelt ondertussen op gedempte toon. Dan wordt het Britse, Poolse en Nederlandse volkslied gespeeld. Soldaten salueren. Bij het Britse volkslied ‘God save the Queen’ wordt er door de Nederlandse aanwezigen al zachtjes meegezongen, bij het Wilhelmus zingt men uit volle borst mee. De vlaggen worden in de top gehesen.
De ceremonie wordt afgesloten. Iedereen wordt bedankt voor zijn aanwezigheid. De veteranen vertrekken naar het gemeentehuis van Arnhem. Daar zal hen een herdenkingspin van de gemeente Arnhem en een nieuw boek over de slag van Arnhem worden aangeboden. Vlak voor mij bedankt een Britse veteraan mensen voor hun aanwezigheid. Ik schud hem de hand. “Thank you Sir. Thank you for everything”, zeg ik hem. “You’re welcome. Thank you.”, antwoordt hij. Nog een keer schudden we elkaar de hand.
Langs de route naar het gemeentehuis vormt zich inmiddels een ‘erehaag’. Er wordt luid geapplaudisseerd en soms zelfs gejuicht als de veteranen langs komen. Opnieuw worden de bevrijders feestelijk binnen gehaald. Alleen de bloemen en Nederlandse vlaggetjes ontbreken. Sommige veteranen zwaaien terug naar de menigte, anderen lijken enigszins aangedaan door het warme applaus. Tot de laatste veteraan aan toe, houdt het applaus aan.
Niet alle veteranen gaan naar het gemeentehuis toe. Sommigen besluiten om meteen de bus in te stappen, die hun naar het hotel zal brengen. Als ik terug loop naar het treinstation kom ik enkele veteranen ook in de stad tegen. Een groepje zit gebroederlijk met een pint bier op het terras en praten wat bij. Vriendschappen die in de oorlog ontstonden, bestaan nu nog steeds.
Sebastiaan Vonk
Alle foto's: © Sebastiaan Vonk & STIWOT