De kans dat prominente personen uit het Derde Rijk een straat naar zich vernoemd krijgen, is niet zo groot, tenzij iemand zich tegen de nazi’s verzet heeft. Van generaal-veldmaarschalk Erwin Rommel is echter nooit aangetoond dat hij in het verzet heeft gezeten of actief is geweest in de kringen van de aanslagplegers van 20 juli 1944 (de groep rond Von Stauffenberg). Wel is het zo dat veel van deze aanslagplegers in zijn omgeving vertoefden en diverse historici concluderen dat hij van tevoren wel degelijk op de hoogte was van de coup, mede omdat hij twee keer benaderd is door de coupeplegers. Meer informatie over Rommel is te lezen op deze website en (uitgebreider) op de Engelstalige Wikipedia.
Ondanks dat Rommel geen prominente verzetspersoon was, is er een gedenksteen op de plaats waar hij zelfmoord pleegde, zijn er straten en kazernes naar hem genoemd en heeft zijn graf – inclusief een bankje ervoor – een kitscherige uitstraling. Koos Winkelman ging op pad en bezocht verschillende locaties die te maken hebben met het overlijden van
Generalfeldmarschall Erwin Rommel. De foto's van de begrafenisplechtigheid zijn afkomstig uit het beeldarchief van
Imperial War Museums.
Rommels woonhuis. De familie Rommel kwam hier in februari 1944 te wonen. In de tuin werd een 6 meter diepe schuilkelder gegraven. Het huis (nummer 13) ligt aan de straat die toen de Wippinger Steige heette. Hier was Rommel aan het herstellen van zijn in Normandië opgelopen verwondingen toen op 20 juli 1944 de aanslag op Hitler plaatsvond. In de onderzoeken naar de coupeplegers kwam zijn naam steeds terug en dat, in combinatie met dat hij in ongenade was gevallen bij Hitler (hij wilde gaan onderhandelen over een overgave aan het westelijke front), maakte hem verdacht. Zijn ‘zaak’ werd voorgelegd aan de militaire Ereraad met als leden onder andere Wilhem Keitel, Gerd von Rundstedt en Heinz Guderian. Het waren uiteindelijk Keitel en Guderian die besloten dat Rommel van de aanslag geweten moest hebben en verzuimd had dit te melden en dat maakte hem in hun ogen schuldig.
Besloten werd – na overleg met Hitler – hem voor de keus te stellen:
1) Zelfmoord: dan zou hij een staatsbegrafenis krijgen, zijn vrouw en zoon mochten in het huis blijven wonen en zouden een staatspensioen krijgen.
2) Een openbaar proces.
3) Mee naar Berlijn en zich voor Hitler zelf verdedigen.
Op 14 oktober 1944 om 12:00 werden hem de keuzen medegedeeld door
General der Infanterie Wilhelm Burgdorf die over het
Heerespersonalamt (personeelszaken) ging. Na een gesprek van een half uur besloot Rommel dat zelfmoord voor hem de enige uitweg was. Hij nam thuis afscheid van zijn vrouw en personeel.
Tegenwoordig heet de straat Erwin-Rommel-Steige. Deze ligt in Blaustein en dat is onderdeel van de gemeente Herrlingen.
Het huis is nu privébezit en moeilijk zichtbaar vanaf de weg. Bij dit tuinhek nam Rommel afscheid van zijn zoon Manfred en zijn
Ordonnanzoffizier Hauptman Aldinger en stapte in de auto.
De route die Rommel aflegde.
In de auto zaten de chauffeur Heinrich Dose,
Generalleutnant Ernst Maisel en
General der Infanterie Burgdorf. Aan het einde van de straat sloegen ze links af (waar nu de verwijzing naar de gedenksteen staat) om na 800 meter de auto te parkeren, waarna Dose en Maisel uitstapten en de heuvel op liepen, Burgdorf stapte uit en liep naast de auto op en neer.
Chauffeur Heinrich Dose verklaarde na de oorlog dat ze na een minuut of vijf werden gewenkt door Burgdorf en dat hij Rommel levenloos op de achterbank zag zitten. Het lichaam van Rommel maakte – volgens Dose – een snikkend geluid. Hierop stapten ze weer in de auto en zetten koers richting Ulm.
Door politiek geruzie over de gemeentegrenzen is de in 1972 geplaatste gedenksteen voor Rommel niet op de plaats van de zelfmoord geplaatst. Het schijnt 100 tot 200 meter te schelen, maar ook daarover spreken de bronnen elkaar tegen.
De auto met het lichaam van Rommel werd naar het reservehospitaal van de Wehrmacht in Ulm gereden. Dit was gevestigd in een school. De arts, Dr. Breiderhoff, vertrouwde het niet toen hem verteld werd dat Rommel een beroerte had gehad, maar werd gedwongen als doodsoorzaak “hartstilstand” op te schrijven. De vrouw van Rommel (Lucie Rommel) werd telefonisch op de hoogte gebracht en als doodsoorzaak werd een hersenbloeding genoemd. Tussen het moment van wegrijden en het telefoontje zat 30 minuten.
De Duitse radio noemde weer een andere doodsoorzaak: “ernstige verwondingen die hij had opgelopen tijdens een ongeval in Frankrijk”. Dat Rommel in Frankrijk van de weg was geschoten werd niet genoemd.
Op 16 oktober 1944 werd Rommel opgebaard in zijn huis aan de Wippinger Steige (nu Erwin Rommel Steige).
Hitler hield woord: 18 oktober 1944 was een dag van nationale rouw en toen kreeg Rommel een officiële staatsbegrafenis, Hitler stuurde een reusachtige krans. ’s Morgens werd de kist naar het stadhuis van Ulm gebracht.
Het Rommel-stadhuis.
Rommels kist werd in de ‘
Grosser Sitzungssaal’ geplaatst en Gerd von Rundstedt hield een toespraak. Onduidelijk is of Von Rundstedt de exacte doodsoorzaak wist, maar hij durfde Lucie Rommel niet aan te spreken en verdween direct na de plechtigheid.
Op deze foto is de – absurd grote – krans van Hitler te zien. De foto is gemaakt bij de zijingang van het stadhuis dat 17 december 1944 uitbrandde na een bombardement waarbij de buitenkant behouden bleef.
Deze foto is gemaakt voor de zijingang. De huizen op de achtergrond zijn tijdens het bombardement vernietigd, maar de fontein is nog in originele staat.
Rommels kist werd door de stad vervoerd op een affuit achter een SdKfz 7 halfrupsvoertuig, terwijl de rouwende mensen langs de route stonden. De vrouw in het zwart is Lucie Rommel en de lange jonge man met gevechtpet aan haar rechterkant is Manfred Rommel, die het later nog tot burgemeester van Stuttgart zou schoppen.
De verklaring van Rommels zoon. In april 1945 heeft de zoon van Rommel uitgebreide verklaringen afgelegd over zijn vader. Hij was krijgsgevangen gemaakt door de Amerikanen en deed daar zijn verhaal (daarom is het in het Engels). Lang na de oorlog zijn deze verklaringen via een veiling in de openbaarheid gekomen.
De begrafenis stoet eindigde bij het crematorium van de stad Ulm. Waarom Rommel eerst gecremeerd werd en daarna begraven, heb ik niet kunnen achterhalen. Op 21 oktober 1944 werd de as bijgezet op een kleine begraafplaats op 400 meter van zijn huis.
Bij de ingang van de begraafplaats een wat kitscherige verwijzing naar het graf.
Het graf ligt er goed verzorgd bij en is voorzien van een bankje.
Het graf van Lucie Rommel. Zij overleed op 26 september 1971 en werd bijgezet in het graf van haar man. Tot haar dood bleef ze volhouden dat haar man niets geweten had van een eventuele coup tegen Hitler, maar vermoedelijk klopt dit niet.
Tot in de jaren 60 werden de aanslagplegers van 20 juli gezien als verraders en was er nog steeds sympathie voor Hitler en het nationaalsocialisme. Lucie Rommel had veel contact met veteranen, dus haar man in verband brengen met de groep rond Von Stauffenberg deed afbreuk aan het beeld dat ze naar buiten wilde brengen; de hardwerkende, loyale generaal-veldmaarschalk die op basis van valse beschuldigen tot zelfmoord werd gedwongen.
Hoe het verder ging:
Bij teruggave van het lichaam bleek dat generaal Burgdorf en kompanen Rommels veldmaarschalkstaf en -pet hadden meegenomen. Rommels adjudant Aldinger pikte dit niet en belde boos naar Berlijn. De familie was verbaasd dat de pet en staf een maand later per post bezorgd werden.
Hitler hield dus woord voorzag de familie van een staatspensioen en gaf in maart 1945 opdracht een monument te laten maken (dat kwam er niet meer van).
Manfred Rommel bezocht tot in de jaren 80 de reünies van het Afrikakorps.
Lucie Rommel woonde tot het eind van de oorlog in het hierboven afgebeelde huis, maar werd er door de Amerikanen uitgezet die woonruimte voor hun manschappen nodig hadden (inkwartiering). Ze kwam er nooit meer terug.
Er was in Herrlingen een klein Rommelmuseum met o.a. zijn pet, maar daar kwam kritiek op; het werd beschouwd als verheerlijking van het Derde Rijk. In 2019 ging het dicht en als ik het goed gelezen heb, komt er een nieuwe opzet met meer aandacht voor de misdaden van de nazi’s
Van tijd tot tijd wordt de gedenksteen van Rommel beklad of beschadigd.
In het Panzermuseum Munster te hebben ze wat uitrustingsstukken en Rommels dodenmasker, oftewel het afgietsel van zijn gezicht toen hij net overleden was. Deze foto maakte ik in 2008, dus ik weet niet of de display inmiddels veranderd is.