TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Boek over Nederlandse rattenlijn slotstuk van circa 20 jaar onderzoek

In zijn nieuwste boek ‘De Nederlandse Rattenlijn’ beschrijft Jochem Botman hoe verschillende nazi’s gedurende de periode 1945-1955 wisten te ontsnappen naar Zuid-Amerika. De auteur schreef voor deze website artikelen over verschillende naar Zuid-Amerika gevluchte Nederlandse collaborateurs en SS'ers die ook in deze door uitgeverij Aspekt uitgebrachte publicatie aan bod komen. We stelden hem via e-mail enkele vragen over zijn boek dat het slotstuk is van een periode van ongeveer twintig jaar onderzoek.

Drie Nederlandse collaborateurs die in het boek aan bod komen. V.l.n.r.: Auke Pattist, Jan Olij en Pierre Sweers.


Je opent je boek met de zogeheten Graf Spee-affaire. Waarom en wat houdt die affaire eigenlijk in?

Ik ben begonnen met de Graf Spee-affaire omdat dat de oorsprong is van de eerste vluchtwegen van Argentinië naar Europa. Het ging toen om het terughalen van de bemanningsleden van het vestzakslagschip Graf Spee. Het schip zelf werd in de riviermonding van Rio de la Plata, tussen Buenos Aires en Montevideo gesaboteerd en opgeblazen nadat de Britse Royal Navy het schip had ingesloten. Het was in het begin van de oorlog. De Kriegsmarine had de ervaren matrozen en officieren hard nodig voor de zeestrijd, hetzij op zowel andere oorlogsschepen als U-boten. Om de bemanningsleden terug te halen werden er diverse vluchtroutes opgezet met behulp van Argentijnse legerofficieren. Later zijn veel van die routes ook gebruikt om naar Argentinië terug te keren. Bovendien waren de organisatoren, zowel Duitse Abwehr-officieren als Argentijnse militairen die deze lijnen hadden opgezet, later ook betrokken in de naoorlogse rattenlijnen.

Hoeveel Nederlandse nazi’s zijn er volgens jou ontsnapt via de Nederlandse rattenlijn? Verliep hun ontsnapping allemaal op dezelfde wijze en wie of wat waren de belangrijkste organisatoren?

Hoeveel er zijn ontsnapt moet nog worden onderzocht. De passagierslijsten van de lijnschepen zijn beschikbaar en aan de hand van een onderzoeksteam kan dit vast in kaart worden gebracht. Ik zelf beschik niet over dergelijke krachten.

Hoe verhoudt dit boek zich tot je andere publicaties? Komen er in dit nieuwe boek personen aan bod die we ook al uit je eerdere publicaties kennen? Beschrijf je ook personen die je nog niet eerder beschreven hebt en zo ja, welke?

Met elke publicatie komt ook nieuwe informatie. In dit boek is de laatste info toegevoegd met betrekking tot dit onderwerp. Zoals in het voorwoord is aangegeven, maken de voorgaande publicaties onderdeel uit van het totaalbeeld van de rattenlijn dat is gebaseerd op de middelen die ik heb en had. Niet alle archieven (CABR) zijn openbaar toegankelijk. Nieuwe personen zijn doorlopend in het werk opgenomen en oudere biografieën van mijn hand, die eerder bij TracesOfWar geplaatst waren, zoals over Pieter Schelte Heerema, Hans Fischböck, Erich Rajakowitsch, Auke Pattist, Jan Olij, etc., zijn met nieuwe informatie aangevuld.

Je maakt intensief gebruik van krantenartikelen als bron. Kun je daar iets over zeggen? Waaruit bestond je verdere onderzoek? Was het moeilijk om feiten en geruchten van elkaar te onderscheiden?

Ik weet dat de naoorlogse media niet geheel betrouwbaar en zeer gekleurd was. Zie de zaak omtrent Wim Sassen en zijn zogenaamde ontsnapping met kerst 1945. Of het vertekende beeld over Pierre Sweerts, ‘De Tarzan van Limburg’, als meesterbrein achter de privéinlichtingendienst van oud-verzetslid Wim Münninghoff. Er was veel sprake van smoke and mirrors, oftewel misleiding of propaganda, hoe je het ook wilt noemen. In het nieuws werd het zwartwitbeeld geschetst over de oorlog, over de slechteriken en de helden. Vaak is de werkelijkheid anders en is dat beeld veel vager of grijzer en overlappend. In mijn eerdere boek ‘Beruchte Collaborateurs op vrije voeten’ zie je dat de rollen worden omgedraaid. De politieke rechercheur neemt de plaats in van de SD-officier en verduistert, chanteert en laat politieke delinquenten vrij in ruil voor informatie of oorlogsbuit. De krantenartikelen geven me wel info over de tijdslijn waarin bepaalde zaken zijn gebeurd.

In hoeverre heb je gebruik gemaakt van dossiers van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR)?

Natuurlijk heb ik de archieven bij het NIOD, de Stichting Moluks Historisch Museum (Houten), het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (Amsterdam) en het Nationaal Archief (Den Haag) geraadpleegd. Als ook het Cegesoma in Brussel, de Public Records Office in Londen en de vrijgegeven inlichtingendossiers over oorlogscriminelen van de Amerikaanse CIA (FOIA). Wel was het zo dat dergelijke onderzoeken van de lange adem waren. Vaak duurde het maanden voordat ik toestemming bij het Nationaal Archief kreeg. Soms lag ik met mijn aanvraag gewoon onderaan de stapel of werden mijn beweegredenen betwijfeld. Gevreesd werd dat ik de privacy van de nabestaanden van de betrokken personen of de reputatie van vervoersmaatschappijen van internationale allure en inlichtingendiensten zou schaden.

Zonder erkenning als wetenschappelijk onderzoeker blijven bepaalde deuren, of beter gezegd archieven, gesloten en kunnen de mythes en geruchten niet met bronmateriaal geverifieerd worden. Dan moet je wachten tot de officiële data van vrijgave, vaak is dat ergens tussen 2020 of 2050. Tegen die tijd is er niemand meer geïnteresseerd in deze geschiedenis. Gelukkig heb ik wel middels mijn publicaties, artikelen in lokale kranten, korte biografieën op TracesOfWar en via heemkringen toegang gekregen tot privé-archieven met originele documenten en foto’s. Lezers leverden informatie die ik anders via de gebruikelijke weg nooit zou hebben verkregen. Voor het hoofdstuk Een Beter Beeld zijn van alle personen de dossiers opgevraagd bij het NA (CABR).

Entree van het Nationaal Archief te Den Haag. Foto: Herman Zonderland / Wikimedia Commons


Vorig jaar werd het boek ‘De rattenlijn’ van Philippe Sands gepubliceerd. Het gaat over de ontsnapping van nazioorlogsmisdadiger Otto Wächter. Ken je dit boek en zijn er overeenkomsten of overlappingen met jouw boek?

Ik heb het boek van Philippe Sands niet gelezen. Von Wächter is immers niet via Nederland gevlucht als ik het goed heb en ten tweede is hij nooit in Zuid-Amerika aangekomen. Over de Oostenrijkse vluchtroute heb ik het een en ander geschreven in de biografie over de familie Sassen (2013) en ook in ‘De Nederlandse Rattenlijn’. Zo vluchtte Maria Sassen met haar partner Burk via Oostenrijk naar Rome. Beiden slaagden er wel in Ecuador te bereiken, waarna ze de deur openzetten voor Maria’s broertje Alfons Sassen die op zijn beurt via Spanje wist te ontsnappen. Maria bleef net als haar broers Willem en Alfons Sassen volbloednazi tot aan haar dood.

Volgens de covertekst is jouw boek het laatste en definitieve werk met betrekking tot het onderzoek naar de vluchtwegen van nazi’s naar Latijns-Amerika. Is het werkelijk zo dat alles over dit onderwerp nu onderzocht en beschreven is? Er kunnen toch opeens weer nieuwe bronnen opduiken die een ander licht werpen op bepaalde facetten van deze geschiedenis?

Het antwoord op deze vraag heb ik min of meer al eerder beantwoord in vraag 5. Het is voor mij het definitieve eindonderzoek. Ik heb me met deze materie, met tussenpozen, zo’n 20 jaar beziggehouden. Dat heeft zich in vier publicaties vertaald die over dit onderwerp gaan, namelijk twee uitgebreide biografieën (over Sassen en over Sweerts), één over de ongebruikelijke deals die met zware collaborateurs na de bevrijding werden gesloten en deze laatste met een algemeen overzicht van de vluchtroutes van nazi’s en collaborateurs vanuit Nederland. Met aandacht voor de clandestiene hulporganisaties als ook die van het verzet, de nationale inlichtingendienst, de kerk en degenen die er profijt van trokken.

Natuurlijk kunnen er in de toekomst nieuwe bronnen verschijnen die nog meer licht op deze vluchtlijnen vanuit Nederland kunnen scheppen. Mocht er naar aanleiding van dit werk nieuwe bronnen boven water komen of het startsein geven aan andere historici om het onderzoek voort te zetten, zal ik dat uitermate verwelkomen. Eventueel bij een tweede druk kan ik de nieuwe gegevens opnemen. Dat hangt mede af voor de interesse voor mijn onderzoek en van de uitgever. Zelf heb ik niet meer het geld of de middelen om dit onderzoek in binnen- en buitenland voort te zetten.

Heb je al plannen voor een nieuw boek en zo ja, waarover zal dit gaan?

Momenteel woon ik met mijn gezin in Tanzania en zal ik me wellicht richten op een geheel ander genre. Misschien kinderboeken of reisverhalen. Ook hier is veel geschiedenis. Niet alleen over de Maasai maar ook over degenen die na de onafhankelijkheid hier het land gingen bewerken, studies verrichtten of de bevolking op allerlei manier gingen ondersteunen. Voordat deze generatie verloren gaat zou ik uit hun mond de eerste ervaringen in Tanzania willen optekenen. Het harde leven, de leegte van de savanne, omringd zijn door wilde dieren, de cultuurverschillen en het opzetten van een bedrijf in de middle of nowhere, toen er geen of nauwelijks wegen of voorzieningen waren en alle benodigdheden meegezeuld moest worden naar hun nieuwe bestemming.

De Nederlandse Rattenlijn
De vluchtroute van SS'ers en collaborateurs naar Zuid-Amerika
ISBN: 9789464241242
Meer informatie over dit boek
Bestel nu bij Bol.com
De Nederlandse Rattenlijn

Gebruikte bron(nen)

  • Bron: Jochem Botman / TracesOfWar.nl
  • Gepubliceerd op: 18-04-2021 19:51:20