Tientallen Nederlanders namen in de Tweede Wereldoorlog deel aan de partizanenstrijd in Italië. Zij hebben nooit de erkenning en waardering gekregen waar veel van deze kleurrijke strijders recht op hadden. In het in 2020 verschenen ‘Bandieten, te wapen!’ vertelt Rende van de Kamp hun verhaal. Door dit boek krijgen zij alsnog een plek in de vaderlandse oorlogsgeschiedenis en dat levert opzienbarende verhalen op. We stelden auteur via e-mail enkele vragen over deze publicatie.
Jan Taanman (rechts op de foto met hond) was in Duitse dienst en liep over naar de partizanen. Bij thuiskomst in Nederland werd hij gestraft. Foto: Cocky Taanman
Uw boek gaat over Nederlandse partizanen die in Italië tegen de Duitsers vochten. In tegenstelling tot bijvoorbeeld over Engelandvaarders en Nederlanders in Duitse krijgsdienst is dit geen bekend onderwerp. Hoe bent u erachter gekomen dat er Nederlanders meevochten in de partizanenstrijd in Italië en waarom besloot u hierover en boek te schrijven?
Ik kwam daar achter per toeval. Een kennis stuurde mij het manuscript toe van oud-partizaan Frits Snapper. Dit was echter een manuscript, bijna een boek, van iemand anders en dus besloot ik er informatie bij te gaan zoeken van andere Nederlandse partizanen als die er al waren. Toen dat inderdaad zo bleek te zijn dacht ik dat een boek de enige wijze was om deze mensen voor het voetlicht te halen.
Heeft u nog levende oud-partizanen kunnen spreken bij het schrijven van dit boek? Vermoedelijk zullen de meesten niet meer leven en moest u op zoek naar geschreven informatie. Wat waren uw voornaamste bronnen?
Alle Nederlandse partizanen die in Italië vochten waren overleden. Ik heb dus gezocht naar familieleden die iets konden vertellen over hun familielid. Vaak bleek dat zij nog minder wisten dan ik. Er was nooit over gesproken. Wel waren er soms nog brieven, dagboekfragmenten, ansichtkaarten en foto's. Ik vond ook een nog levende oud-partizaan die bij de Servische partizanen diende. Daarnaast was er informatie te vinden bij het NIOD, het Nationaal Archief, de Oorlogsarchieven van het Nederlandse Rode Kruis, het Stadsarchief Amsterdam en het NIMH. Ook reisde ik naar Italië zelf, waar ik musea en archieven bezocht.
Een groot deel van de partizanen liep over van Duitse zijde. Van Nederlanders in Duitse krijgsdienst is bekend dat hun motivatie om zich aan te sluiten bij de Waffen-SS heel divers waren, van politieke tot avontuurlijke beweegredenen. Was dit ook zo bij de Nederlandse partizanen in Italië? Is er één motivatie die het vaakst terugkeert?
Niemand kon in het begin van die oorlog voorzien hoe het verder zou gaan. We praten over jongens die vaak minderjarig waren en bijna nooit ouder dan begin 20. Zij moesten allemaal verplicht werken voor de Duitsers. Je bent dan als kleine eenling zo'n klein en kwetsbaar schakeltje in een systeem waarin de grote jongens en de organisaties samenwerken met de Duitsers. Maar als motieven kun je aanvoeren: gedwongen dienstneming, avontuur, betere werkomstandigheden dan in een Duitse fabriek.
Hoe werden Nederlandse strijders door Italiaanse partizanen ontvangen? Was er sprake van onderlinge geschillen en/of rivaliteit of vochten Italianen en Nederlanders gebroederlijk aan één zijde? Waren er ook partizanen met andere West-Europese nationaliteiten?
Juist de onverbiddelijke en twistzieke communistische partizanen openden hun hart voor de Nederlandse partizanen die hun Duitse eenheid in de steek lieten. Oprecht ontroerd en verdrietig bleken zij wanneer Nederlanders sneuvelden of gevangen werden genomen door de vijand. Na de oorlog werden monumenten opgericht waarop ook Nederlandse namen stonden, Nederlandse partizanen werden voorzien van oud-strijdersdocumenten. Er werd samen gevochten tegen de Italiaanse en Duitse fascistische vijand. De Nederlanders vormden maar een heel beperkt en klein groepje onder de buitenlandse partizanen. Er waren ontsnapte krijgsgevangenen uit Groot-Brittannië, Zuid-Afrika, Nieuw-Zeeland, Australië, de VS, maar ook Zwitsers, Joegoslaven en veel overgelopen Duitsers, Tsjecho-Slovaken, Russen en Oostenrijkers.
In deze poort in Genua is de naam gebeiteld van de gesneuvelde partizaan Massuger uit Waalwijk. Massuger werd per ongeluk doodgeschoten en werd na de oorlog ereburger van Genua. In Nederland wordt hij nog steeds gezocht voor dienstname bij de Kriegsmarine. Foto: Rende van de Kamp
Engelandvaarders en verzetsstrijders werden na de oorlog in Nederland op een voetstuk geplaatst. Dit lijkt bij de Nederlandse partizanen die vochten in Italië niet gebeurd te zijn, klopt dat en zo ja, waarom werden zij zo lang genegeerd? Is uw boek een vorm van eerherstel voor deze groep vrijheidsstrijders?
Sommige Nederlandse partizanen waren ook Engelandvaarders, zoals Frits Snapper of Van Remmen. De anderen waren onbegrepen in Nederland. Men was in Nederland roomser dan de paus na de oorlog, terwijl bijna iedereen op de één of andere manier had moeten samenwerken met de Duitsers. Deze oud-partizanen onderscheidden zich juist door het feit dat ze werkelijk een keuze hadden gemaakt toen ze het gezicht van het nationaalsocialisme zagen. Daar was veel moed voor nodig. Daarnaast was na de oorlog het communisme de nieuwe vijand en veel van die partizanen die terugkwamen hadden juist voor de communisten gevochten. Eerlijk en moedig zijn en toch aan de verkeerde kant terecht komen.
De identiteitskaart van Pukkie Gill uit Amsterdam. Gill werd na de oorlog crimineel. Foto: Stadsarchief Amsterdam
U deed zelf dienst in onder meer het Nederlandse leger en het Franse Vreemdelingenlegioen in het Midden-Oosten, Afrika en voormalig Joegoslavië. Heeft u naar uw gevoel dankzij uw eigen militaire ervaringen een beter begrip van de Nederlandse partizanen en hun belevenissen en emoties?
Misschien wel. De meeste mensen zijn kortzichtig en praten anderen na. Veel mensen hebben ook niet de juiste informatie en gaan zelf niet op onderzoek om waarheid te achterhalen. In een land met een poldermodel en volgzame media en weinig onderzoeksjournalisten leidt dat tot verkrampte ideeën. Ik ben in veel landen soldaat geweest, in vier verschillende legers, ben omgegaan met mensen uit praktisch alle landen ter wereld, heb enorm veel gereisd in mijn eentje en bestudeer al jaren het fenomeen van vreemde krijgsdienst.
In 2006 publiceerde u over uw ervaringen als militair en huurling het boek ‘Onder Vreemde Vlag’. Meer boeken over Nederlanders in buitenlandse krijgsdienst volgden, waaronder over Nederlanders in dienst van het Franse Vreemdelingenlegioen en over Nederlanders bij de SAS 1944-1945. Bent u al weer bezig met het schrijven van een nieuw boek en zo ja, waarover gaat dit?
Ik heb zelfs verschillende manuscripten die vrijwel klaar zijn. Een manuscript gaat over deserteurs uit het Nederlands leger tussen globaal het einde van de Tweede Wereldoorlog en het einde van de oorlog in Nieuw-Guinea en een ander manuscript gaat over Nederlanders in het Israëlische leger. Voor dat laatste manuscript heb ik nogal wat werk verzet en gereisd.
Dit boek en andere titels van dezelfde auteur zijn verkrijgbaar bij de (online) boekhandel, maar bestelt u het boek direct bij
uitgeverij Quo Vadis dan steunt u de auteur het meest.
- Bandieten, te wapen!
- Nederlandse partizanen in Italië in de Tweede Wereldoorlog
- ISBN: 9789492435170
- Meer informatie over dit boek