Titel: | Huis in de storm - Het Mauritshuis in oorlogstijd |
Schrijver: | Buvelot, Q. e.a. |
Uitgever: | Waanders Uitgevers |
Uitgebracht: | 2025 |
Pagina's: | 244 |
ISBN: | 9789462626027 |
Omschrijving: | Het Mauritshuis in Den Haag is één van de topmusea in Nederland. Het museum herbergt een unieke verzameling schilderijen uit de tijd van Rembrandt en Vermeer. De huidige collectie bestaat uit ruim achthonderd werken, waarvan er ongeveer tweehonderd als vaste collectie te bewonderen zijn. In de statige en intieme museumzalen wordt aan de hand van verschillende topstukken het verhaal verteld van de Hollandse en Vlaamse meesters uit de 16e en 17e eeuw. Onttrokken aan het oog, vertellen de schilderijen in het Mauritshuis nog een ander, recenter verhaal. Op de achterkant van werken als Rembrandts Tronie van een man met gevederde baret (circa 1635-1640), Vermeers Meisje met de parel (1665) en Paulus Potters Vee in de weide (1652) zijn kleine driehoekjes aangebracht in de kleuren rood, wit en blauw. Deze kleurcodering dateert uit 1939 en was bedoeld om snel te kunnen handelen bij een eventuele evacuatie in verband met een dreigend bombardement. In geval van dergelijke nood moest direct duidelijk zijn welke stukken als eerste in aanmerking kwamen voor evacuatie. Werken voorzien van een rode driehoek waren onvervangbare topstukken. Een witte driehoek betekende dat het werk belangrijk en moeilijk vervangbaar was. Blauw gemerkte schilderijen werden als vervangbaar beschouwd. Het Mauritshuis is tijdens de oorlogsjaren – gelukkig – niet getroffen door bommen. Het voormalige woonhuis van graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen en de in meerdere opzichten onbetaalbare collectie zijn de Duitse bezetting ongeschonden doorgekomen. Midden in het bestuurlijke hart van Nederland, pal naast het Binnenhof, omringd door instellingen als het Generalkommissariat für das Sicherheitswesen, het Landes- und Obergericht, de Wehrmachtsbefehlshaber in den Niederlanden en de Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des Sicherheitsdienstes, was dat geen vanzelfsprekendheid. Dreiging vanuit de lucht was er continu: te beginnen met de Duitse inval in mei 1940, maar ook daarna, toen de geallieerden de bombardementen op bezet Europa begonnen op te voeren. In april 1945 werden er zelfs plannen gemaakt om de hele omgeving van het Binnenhof te ontruimen en om te vormen tot een Stützpunkt, een steunpunt van het Duitse leger. Dreiging voor de schatten van het Mauritshuis kwam echter niet alleen vanuit de lucht, zo lezen we in het boek ‘Huis in de storm. Het Mauritshuis in oorlogstijd’. Naast de angst voor bombardementen, beschieten en brand, was er ook vrees voor roof. De berichten over plunderingen van Poolse en Franse musea na de Duitse invallen aldaar, vormden aanleiding voor grote bezorgdheid. Wat zou de bezetter doen met de collectie van het Mauritshuis? Met de kennis van nu weten we dat de Duitsers de collecties van de topmusea in Nederland grotendeels met rust lieten. Massale roof vond zeker plaats, maar vooral van Joodse eigenaren. Omdat het Mauritshuis geen bruiklenen had van Joodse kunstverzamelaars, bleef de collectie vrijwel geheel intact. Hoe het personeel van het Mauritshuis omging met de zorgen, dilemma’s, uitdagingen en beperkingen als gevolg van de bezetting, wordt in verschillende hoofdstukken uiteen gezet. Hieruit komt het beeld naar voren van een strategie van balanceren tussen meebewegen en tegenspraak, met als doel om het museum en de collectie te beschermen. Drijvende kracht achter deze strategie was museumdirecteur Wilhelm Martin, die met de nodige creativiteit zijn geliefde museum door de bezetting heen stuurde. Zo organiseerde hij middagconcerten, om te voorkomen dat de Duitsers het gebouw in beslag zouden nemen. Tussen de schilderijen in de Potterzaal kon het publiek voor 40 cent luisteren naar werken van onder andere Mozart, Beethoven en Roussel. Wanneer er maar publiek op het Mauritshuis af bleef komen, zo redeneerde Martin, zou de kans op annexatie door de Duitsers kleiner zijn. Maar het trekken van publiek was voor Martin niet onbegrensd. Nationaalsocialistische propagandatentoonstellingen probeerde hij buiten de deur te houden. "De zalen van het Mauritshuis zijn geen lokalen, maar pracht-kamers. Zij zijn niet zoo telkens maar voor exposities te gebruiken", zo poogde Martin. Bij aanhoudende druk boog de museumdirecteur echter toch mee, waardoor er vijf tentoonstellingen van Duitse propagandadiensten en het departement van Volksvoorlichting en Kunsten in het museum werden ingericht. Martin bewoog ook mee met de druk van steeds verdergaande antisemitische maatregelen waar het museum mee te maken kreeg. Vanaf oktober 1940 moesten de medewerkers van het Mauritshuis een Ariërverklaring invullen en later werd het Joden niet langer toegestaan het museum te bezoeken. Werken van Joodse kunstenaars werden niet langer in de zalen van het Mauritshuis vertoond. Waar Martin zich actief inzette om inbeslagname van het pand en de collectie te voorkomen, was er op dit vlak vooral sprake van stilzwijgen. De bescherming van het in meerdere opzichten kwetsbare museum lijkt de voornaamste doelstelling te zijn geweest van museumdirecteur Martin en zijn personeel. De auteurs zijn er in dit prachtig uitgegeven en rijk geïllustreerde boek in geslaagd om de worstelingen tijdens de vijf bewogen jaren te laten zien. Worstelingen om schoonheid te behouden in tijden van zoveel lelijkheid. Daarmee is dit boek een portret op zichzelf. |
Beoordeling: | ![]() ![]() ![]() ![]() |