TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

The Hill – De strijd om Kreta

Titel:The Hill - The brutal fight for Hill 107 in the Battle of Crete
Schrijver:Kershaw, Robert
Uitgever:Osprey
Uitgebracht:2024
Pagina's:368
Taal:Engels
ISBN:9781472864550
Omschrijving:

De verovering van het eiland Kreta, eind mei 1941, was voor de Duitse luchtstrijdkrachten een spectaculaire zege met een bittere nasmaak. Na negen dagen hard vechten slaagde de Luftwaffe erin om dit strategisch gelegen eiland in de Middellandse Zee door zware bombardementen, landingen van parachutisten en zweefvliegtuigen op de knieën te krijgen, maar de verliezen die daarbij geleden werden, waren desastreus. Vooral aan de westkant van het eiland, rond het belangrijke vliegveld Maleme en de nabijgelegen heuvel ('Hill') 107, ondervonden de Duitsers felle weerstand van goed ingegraven en verbeten vechtende Nieuw-Zeelanders. De militaire historicus Robert Kershaw heeft deze driedaagse strijd beeldend gereconstrueerd, gebruik makend van zowel Britse als Duitse bronnen.

Kreta, dat gelegen is tussen het Griekse vasteland, de kust van Libië en het westelijk deel van Egypte, kreeg na de Duitse verovering van Griekenland (in april 1941) een belangrijke strategische betekenis met het oog op verdere Duits-Italiaanse operaties in Afrika. Daarvan waren ook de Britten zich bewust. Na de aftocht uit Griekenland streken Nieuw-Zeelandse en Australische eenheden neer op het eiland, waar ze zich voegden bij het al aanwezige Engelse garnizoen en de Griekse troepen. Aan de vooravond van de Duitse luchtlandingen bevonden zich daardoor in totaal zo'n dertigduizend geallieerde soldaten op Kreta, aangevuld met zo'n tienduizend Grieken. Het ontbrak de verdedigers aan voldoende tanks (er was slechts een handjevol Cruisader-tanks) en artillerie (hetgeen er was, was vooral van Italiaanse makelij), terwijl de verzwakte Royal Airforce met zo'n twintig toestellen geen partij kon bieden aan de Luftwaffe, die met bijna 300 bommenwerpers, 150 Stuka's en zo'n 180 jagers het luchtruim rond en boven het eiland compleet domineerde. Het allegaartje aan verdedigende eenheden was ervan overtuigd dat de Duitsers zouden komen, maar er was voldoende tijd om slim gekozen loopgraven aan te leggen en die goed te camoufleren.

Het lijkt erop dat de Duitse voorbereiding van de luchtlanding op Kreta hinder heeft ondervonden van de eveneens op stapel staande operatie-Barbarossa – de inval in de Sovjet-Unie – die vanzelfsprekend topprioriteit had in de toekenning van middelen en veel strategische aandacht opeiste van het opperbevel. Daarnaast speelden ook de eerdere ervaringen met luchtlandingen in 1940 een rol. Op spectaculaire wijze had een klein groepje stoutmoedige Duitse parachutisten het strategisch gelegen Belgische fortencomplex bij Eben Emael weten te veroveren, daarmee een belangrijk obstakel voor de Duitse tankopmars richting Frankrijk uit de weg ruimend. Deze tot de verbeelding sprekende overval droeg flink bij aan het toch al niet geringe zelfvertrouwen van Hermann Göring en zijn vliegeniers, die meenden dat hun onverslaanbare Luftwaffe geschikt was voor elke opgave. Dat was grootspraak. In feite waren de grootschalige luchtlandingen in Nederland op zijn best een gedeeltelijk Duits succes te noemen, omdat de licht bewapende en verspreide parachutisten-eenheden die waren geland rond enkele vliegvelden in Zuid-Holland, het nauwelijks konden bolwerken tegen Nederlandse tegenaanvallen. Flinke aantallen Duitse parachutisten werden krijgsgevangen gemaakt. Daarnaast kostte de invasie in Nederland de Luftwaffe maar liefst 450 vliegtuigen.

Kershaw beschrijft hoe de avontuurlijke en ambitieuze Kurt Student, die binnen het Duitse leger gold als grondlegger van de parachutisteneenheden (Fallschirmjäger), op eigen initiatief bij Hitler op bezoek ging om hem te overtuigen van zijn plan om Kreta vanuit de lucht te veroveren. Student had het XI Fliegerkorps tot zijn beschikking, bestaande uit goed getrainde en gemotiveerde vechtersbazen, die met parachutes en gliders zouden moeten landen precies bovenop de geallieerde verdedigingslinies. Daarbij was het de bedoeling door bluf en verrassing paniek te laten ontstaan bij de verdedigers en zelf als aanvaller het initiatief in handen te krijgen door niet zozeer op één locatie te landen en van daaraf op te rukken, maar gelijktijdig op meerdere plekken af te springen en vervolgens zogeheten 'olievlekken' te vormen van eenheden die voortdurend in beweging bleven en daardoor de vorming van hechte verdedigingslinies zouden kunnen voorkomen. Zware wapens konden logischerwijze niet meegenomen worden door de Fallschirmjäger. Dat werd niet als een onoverkomelijk probleem gezien, omdat het grote aantal Stuka-duikbommenwerpers fungeerde als 'vliegende artillerie', terwijl het eiland in de dagen voorafgaand aan de luchtlanding al zwaar en systematisch werd gebombardeerd.

Robert Kershaw reconstrueert in 'The Hill' niet de gehele slag om Kreta, maar zoomt in op de strijd op het noordwestelijk deel van het eiland, rond het belangrijke vliegveld Maleme en de daar tegenover gelegen strategische heuvel Hill 107. Daar kwam in de vroege morgen van 20 mei 1941 een Duitse armada aanvliegen die in anderhalf uur tijd zeker drieduizend bommen lieten vallen op het vliegveld en de heuvel. Vlak daarna begonnen tussen de olijfboomgaarden talloze gliders vol soldaten te landen terwijl tegelijkertijd grote aantallen parachutisten afsprongen. Het chaotische en dodelijke gevecht dat toen volgde, wordt door Kershaw meeslepend beschreven, waarbij hij voortdurend wisselt tussen het Duitse en het Britse (Nieuw-Zeelandse) perspectief.

De slag om Kreta duurde tot 1 juni, toen de laatste vijfduizend geallieerde verdedigers zich overgaven, nadat meer dan vijftienduizend soldaten naar Egypte waren geëvacueerd. Deze reconstructie van Kershaw maakt duidelijk dat de Duitse verovering van Kreta een Pyrrus-overwinning is geweest. Het gebrek aan zware wapens en de haperende bevoorrading gaven de gelande Duitse troepen te weinig stootkracht, dat slechts voor een deel door het grote luchtoverwicht kon worden gecompenseerd. In totaal hebben de Duitse strijdkrachten zo’n 22.000 troepen ingezet, waarvan er naar schatting meer dan vijfduizend zijn gesneuveld. Deze verliezen waren dermate hoog dat de rol van de Fallschirmjäger nadien praktisch was uitgespeeld.

Beoordeling: Zeer goed

Informatie

Artikel door:
Jan-Jaap van den Berg
Geplaatst op:
03-07-2024
Laatst gewijzigd:
04-07-2024
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen