Titel: | Een liefde in Auschwitz |
Schrijver: | Blankfeld, Keren |
Uitgever: | Boekerij |
Uitgebracht: | 2024 |
Pagina's: | 424 |
ISBN: | 9789402322620 |
Omschrijving: | Keren Blankfeld is een gelauwerd onderzoeksjournalist wier werk onder andere verscheen in The New York Times en Forbes en bij Reuters. Blankfeld werd geboren in Brazilië, waar haar Oost-Europese familie in de Tweede Wereldoorlog naartoe vluchtte om aan deportatie te ontkomen. Als kleindochter van vier Holocaust-overlevenden heeft ze een bijzondere interesse in verhalen over vluchtelingen en migranten. ‘Een liefde in Auschwitz’ is gebaseerd op een veelgelezen artikel van haar in The New York Times, dat in tien landen werd vertaald en werd onderscheiden met de prestigieuze Silurian Press Club Merit Award voor excellente en integere journalistiek. Helen 'Zippi' Spitzer en David Wisnia waren twee jonge mensen met een droom. Zippi, die het voor elkaar kreeg om als vrouw toegelaten te worden tot een technische opleiding en haar hart te volgen. David, die als doodgewone jongen uit een arbeidersgezin met zijn stem menig hart wist te ontroeren. Twee jonge Joodse mensen die hun dromen ineen zagen storten toen Hitler aan de macht kwam. Zippi, geboren in de toenmalige stad Pressburg in Tsjecho-Slowakije, had het goed. Haar toekomst en die van haar jongere broertje Sam zagen er rooskleurig uit. Ze beleefde een idyllische jeugd gevuld met dagen van zonnebaden aan de Donau. Het leven van Zippi nam een wending toen haar moeder Rosa tuberculose kreeg en in een kuuroord werd opgenomen. Haar broertje Sam moest noodgedwongen bij de ouders van vader Vojtech gaan wonen en Zippi nam haar intrek bij de ouders van moeder Rosa. Vojtech was te erg van slag door de ziekte en afwezigheid van Rosa om ook nog voor de kinderen te kunnen zorgen. Na een jaar van ziekte overleed Rosa in het kuuroord. Vojtech was nu 35 en weduwnaar met twee jonge kinderen. Zijn schoonmoeder Julia overtuigde Vojtech er een jaar later van dat hij moest hertrouwen en twee jaar na het overlijden van Rosa stapte hij in een nieuwe relatie. Het eerder gebroken gezin onderging opnieuw veranderingen. Vojtech en zijn nieuwe vrouw verwelkomden twee kinderen en namen Sam weer in huis. Ze besloten dat Zippi, inmiddels 10 jaar oud, beter bij oma Julia kon blijven wonen. Het liefste was Zippi plantkundige geworden en Julia spoorde haar aan de studie hiervoor te gaan volgen. Maar toen Zippi 14 werd, kwam Hitler aan de macht. Het nationaalsocialisme en het antisemitische partijprogramma gooiden roet in het eten. Studeren was geen optie meer voor Zippi. Toen Julia besloot Zippi klaar te stomen voor het huwelijk stuitte Zippi bij toeval op haar roeping in de etalage van een winkel. Brutaal als ze was liep ze de winkel binnen en vroeg om een baan als leerling grafische vormgeving. Volgens de eigenaar was het geen baan voor vrouwen, maar als Zippi de benodigde opleiding succesvol wist af te ronden beloofde hij haar aan te nemen. Ze voltooide de opleiding en kreeg haar felbegeerde positie in het bedrijf. Ze verloofde zich en het leven lachte haar weer toe. Tot zij als een van de eerste Joodse vrouwen werd gedeporteerd. In Auschwitz bleken haar volhardende karakter, haar brutaliteit en haar kennis van levensbelang te zijn. Ze bokste het voor elkaar om als zieke, uitgemergelde gevangene uit de barakken zich op te werken tot administratief medewerker en een belangrijke persoon voor de SS te worden in het kamp. Haar verloofde zat in een ander kamp en stierf daar. Zippi was gebroken. David Wisnia had als jonge knul al een liefde voor de opera. Zijn ouders Eliahu en Machla hadden hem van jongs af aan gestimuleerd naar opera te luisteren. Op zevenjarige leeftijd kon hij zijn eigen zang al begeleiden op de piano, opera was zijn tweede taal. Bij de Duitse inval in Polen schuilden David en zijn ouders in de kelder van hun gebouw, wonderbaarlijk genoeg bleef het gebouw bij iedere aanval onbeschadigd. In de loop van de oorlog sloten de Duitsers de woonwijk af en alleen Joden die buiten de getto werkten konden de wijk uit. Eliahu werkte op de luchthaven en ging drie keer per week met een vrachtwagen vol arbeiders het getto uit. Op een dag zei hij tegen David dat hij zich te ziek voelde om te werken en stuurde hij hem naar de luchthaven. David deed wat zijn vader zei en vertrok. Toen hij terugkeerde met de vrachtwagen stopte deze abrupt en toen David naar buiten keek waarom, besefte hij in enkele seconden dat zijn leven zoals hij het kende voorbij was. Er was een razzia geweest in het getto, David was wees geworden. Hij vluchtte het getto uit en wist zich in leven te houden als straatzanger, maar de greep van Hitler was te sterk. Hij belandde alsnog op een transport met weduwen en wezen naar Auschwitz, David was toen 17 jaar. In Auschwitz wist Zippi zich staande te houden door haar talenten te gebruiken. Ze maakte vrienden met personen die haar op weg konden helpen en al snel zagen de SS'ers in dat Zippi nuttig was voor het kamp. Terwijl ze haar werk uitvoerde wist ze ongemerkt mensen te redden van de gaskamer of folteringen door ze simpelweg een ander nummer toe te kennen in de administratie. Het leven in Auschwitz was redelijk te verdragen voor Zippi. Haar baan gaf haar bescherming, voedsel en voldoende rust om haar krachten te sparen. Zippi mocht zich redelijk vrij bewegen in het kamp en stuitte op David, de vonk sloeg bijna direct over. De twee hadden een jaar nodig om naar elkaar toe te groeien: schalkse blikken, een praatje en briefjes heen en weer. De relatie bloeide op en stiekem zagen de twee elkaar steeds vaker. Ze had hem voor het eerst gezien in de sauna. Een blik was genoeg geweest. Maandenlang hadden ze gewacht. Geduldig waren ze geweest. Gefluisterde woorden. Niet veel meer. Eindelijk, in hun liefdesnest, hielden ze elkaar vast, hun lot tartend. Maar hij was geboren om solist te zijn. Op haar eigen manier was zij dat ook. Ze hadden gewacht. En gewacht. Het wachten alleen was al opwindend geweest. Eind december 1944 veranderde de sfeer onder de Duitse bewakers in het kamp. Zij zagen in dat het einde van de oorlog in zicht was en dat ze gingen verliezen. Als noodgreep begonnen zij groepen Joden uit Auschwitz naar Dachau te verplaatsen, per trein of lopend in de dodenmars. Zippi en David werden van elkaar gescheiden, maar beloofden elkaar op te zoeken in Dachau zodra zij bevrijd waren. Weer stond Zippi er alleen voor. Zou ze David ooit nog terugzien? ‘Een liefde in Auschwitz’ is geen roman: het is geen fictief verhaal. Het vertelt het verhaal van Zippi, Sam en David aan de hand van verslagen van Zippi en verhalen over en interviews met overlevenden en hun familieleden. Het feitelijk relaas, dat wordt onderbouwd met 40 pagina's aan eindnoten, komt soms wat afstandelijk over, maar maakt desondanks wel indruk. Keren Blankfeld heeft in dit boek zeer nauwgezet de geschiedenis van deze mensen beschreven aan de hand van feiten en foto's. Dit is geen boek voor de zwijmelende romanticus, doch uiteindelijk wel een liefdesverhaal. De dagboeken en verhalen die Zippi heeft nagelaten blijken van onschatbare waarde om een kijk te geven in het leven van de gevangenen van Auschwitz. Zomaar twee jonge mensen met een droom, die hun hart volgden, hun hart verloren en weer liefde vonden, onder omstandigheden die ons bevattingsvermogen te boven gaan. |
Beoordeling: | Zeer goed |