Titel: | Balling in eigen land - Het oorlogsdagboek van Andries Sternheim |
Schrijver: | Sternheim , Andries & Beckers, Theo |
Uitgever: | Uitgeverij Verloren |
Uitgebracht: | 2023 |
Pagina's: | 214 |
Taal: | Nederlands |
ISBN: | 9789464550870 |
Omschrijving: | Andries Sternheim (1890) was een zeer intelligente, ambitieuze jongeman afkomstig uit een Joods Amsterdams milieu. De grootvader van Andries had als koopman een vermogen verdiend, dat door foute beslissingen van de vader van Andries echter teloor ging. Andries ging als leerling-diamantslijper aan de slag. De Algemeene Nederlandsche Diamantbewerkersbond (ANDB), die beschouwd kan worden als de eerste modern georganiseerde vakbond in Nederland, bood een scala aan opleidingen en studie, waarvan Andries Sternheim dankbaar gebruik maakte. Andries maakte zich los van zijn Joodse achtergrond en sloot zich in 1909 aan bij de SDAP. Als gemeenteambtenaar bij het Amsterdamse Arbeidsbureau maakte hij indruk door zijn intellectuele capaciteiten. Sternheim begon te publiceren in socialistische bladen en wetenschappelijke tijdschriften en bouwde een reputatie op als onderzoeker. Sternheim had een grote belangstelling voor het internationale socialisme en de rol van de vakbeweging daarbinnen. Vanaf begin 1920 ging hij werken voor het in Amsterdam gevestigde Internationaal Verbond van Vakverenigingen (IVV), waar hij de bibliotheek en de documentatieafdeling leidde, en later ook de nieuw opgerichte onderzoeksafdeling. Gaandeweg ontwikkelde Andries Sternheim zich tot een autoriteit op het gebied van de arbeidersbeweging en de socialistische ideologie. Hij verwierf veel invloed binnen het IVV en klom ook op in de partijgeledingen van de SDAP. Tussen 1931 en 1938 was hij werkzaam in Genève als hoofd van de Zwitserse vestiging van het het Institut für Sozialforschung (IfS) uit Frankfurt, een onafhankelijk multidisciplinair socialistisch onderzoeksinstituut onder leiding van de vermaarde filosoof Max Horkheimer. De schrijvers Theo Beckers en Bertus Mulder maken duidelijk dat deze Zwitserse vestiging door de Duitse leiding van het IfS nadrukkelijk ook was bedoeld als uitwijkmogelijkheid voor Joodse medewerkers vanwege de opkomst van het nationaalsocialisme in Duitsland. Het plan was om het instituut in een later stadium te verplaatsen naar de Verenigde Staten. In 1933 sloten de nazi's het IfS in Frankfurt. Horkheimer kwam toen naar Sternheim in Genève. Sternheim, zijn vrouw en twee jonge zonen hadden het naar hun zin in Zwitserland, hij schreef veel voor het door Horkheimer opgerichte Zeitschrift für Sozialforschung. De vestiging Genève fungeerde als hoofdkwartier van het IfS, met daarbinnen logischerwijs een belangrijke rol van Andries Sternheim als spin in het web. Beckers en Mulder vermoeden dat deze periode wellicht de gelukkigste periode was in Sternheims leven. In de periode daarna kwam Andries Sternheim echter gaandeweg op een zijspoor terecht. Hij verrichtte veel nuttig en ondersteunend werk, maar zijn empirisch materiaal paste minder goed binnen het zich meer en meer in filosofisch-theoretische richting ontwikkelende gedachtengoed van de Frankfurter Schule. Horkheimer (en ook de sociaalpsycholoog Erich Fromm en andere medewerkers) vertrokken bovendien naar New York, waar aan Amerikaanse universiteiten veel interesse bestond voor hun werk. Sternheim kreeg van Horkheimer de opdracht om een groot onderzoek te doen dat zou moeten uitmonden in een standaardwerk 'vrije tijd', een thema dat Sternheims grote belangstelling had. De opzet van diens studie werd echter hevig aangevallen door de socioloog Theodor Adorno, die steeds meer invloed kreeg op Horkheimer. Pas in 1939 zou Sternheims boek Het probleem van den vrijen tijd in de totalitaire staat verschijnen. In 1938 leidden financiële problemen bij het instituut, maar ook de geringe waardering voor zijn wetenschappelijke werk, ertoe dat Andries Sternheim aan de kant werd gezet. Hij keerde terug naar Amsterdam. Met veel moeite wist hij uiteindelijk een baan te vinden: bij de gemeente Amsterdam als hoofd van een distributiekantoor. Andries Sternheim was ervan overtuigd dat er opnieuw oorlog zou uitbreken in Europa. Tijdens de Duitse inval in de meidagen van 1940 spoedde hij zich met zijn gezin tevergeefs naar IJmuiden om nog naar Engeland te kunnen vluchten. Diverse vrienden van Sternheim – net als hij Joods socialisten – pleegden zelfmoord. In februari '41 verloor Sternheim zijn baan op het distributiekantoor. Sternheim ging daarna allerlei lezingen verzorgen en werkte voor de Joodsche Raad, zodat hij bis auf weiteres nog in Amsterdam kon blijven toen vanaf zomer 1942 de deportaties begonnen. Eind mei 1943 dook Andries met zijn gezin tenslotte ook onder: beide zoons wel ieder op een ander adres. Vanaf dat moment begon Andries Sternheim met zijn onderduik-dagboek. Het dagboek heeft de oorlog overleefd. De tekst daarvan vormt het tweede deel van dit boek. Met Andries Sternheim zelf en zijn gezin is het helaas slecht afgelopen. Zoon Leonard werd opgepakt en op 24 augustus '43 afgevoerd naar Auschwitz, zoon Paul onderging hetzelfde lot op 16 november 1943. Hij wist nog een laatste briefje te schrijven uit de treinwagon. Andries en zijn vrouw waren ondergedoken in Heemstede, maar werden op 6 januari 1944 gearresteerd door de SD. Hun onderduikadres bleek verraden door een voormalige verzetsman die distributiebonnen voor onderduikers verzorgde, maar na zijn arrestatie door de Duitsers gedwongen werd als verrader op te gaan treden. Ook Andries Sternheim en zijn vrouw Lien werden gedeporteerd naar Auschwitz, waar zij vermoedelijk dadelijk na hun aankomst op 5 of 6 maart 1944 werden vermoord. Met de publicatie van zijn onderduikdagboek onttrekken Beckers en Mulder de figuur Andries Sternheim aan de vergetelheid. Hun uitgebreide levensschets bewijst eer aan de bijdrage die Sternheim heeft geleverd aan het werk van de Frankfurter Schule. Het dagboek is echter ook op zichzelf de moeite waard als tijdsdocument, al is het logischerwijs geen opwekkende lectuur. De intelligente Andries Sternheim was een scherp observator, die zich weinig illusies maakte over de ware aard van het naziregime en over het lot dat de gedeporteerde Joden wachtte. De Joden gaan in Polen hun mörderisches Schicksal tegemoet noteerde hij op 20 juni 1943. Hij zou helaas gelijk krijgen. |
Beoordeling: | Uitstekend |