Titel: | Het Vaticaan en Hitler - De geheime archieven |
Auteur: | Peter Godman |
Uitgever: | Het Spectrum |
Uitgebracht: | 2004 |
Pagina's: | 343 |
ISBN: | 9027496676 |
Omschrijving: |
Ook al ligt de Tweede Wereldoorlog al ruim zestig jaar achter ons, over de rol van het Vaticaan tijdens deze periode worden tot op heden nog altijd discussies gevoerd. De belangrijkste vraag daarbij is: waar stond het Vaticaan nu precies? Had men zich werkelijk vanuit antisemitische motieven geschaard achter de ideeën van Adolf Hitler en zijn partijgenoten? Of was de leiding van de katholieke kerk toch tegenstander van Hitlers rassenpolitiek? En als dat zo was, waarom heeft het Vaticaan dan geen afkeurend geluid laten horen? Eén reden daarvoor zou de zwakte van Paus Pius XI en de latere Paus Pius XII kunnen zijn. Maar er kan wellicht ook sprake zijn geweest van een andere motivatie voor hun opstelling. Ditmaal heeft Peter Godman zich over deze kwestie gebogen en met een niet onverdienstelijk resultaat. Peter Godman is geen onbekende in de Vaticaanse archieven. De hoogleraar in Latijnse Middeleeuwen en Renaissance en tevens historicus heeft al meerdere boeken op zijn naam staan die delen van de geschiedenis van het Vaticaan als onderwerp hebben. Voor zijn boek “Het Geheim van de Inquisitie” had hij als eerste onderzoeker toegang tot het geheime archief van deze machtige kerkinstelling. En nu heeft hij zich gewaagd aan een ander intrigerend vraagstuk in de geschiedenis met betrekking tot het Vaticaan, namelijk haar standpunt ten aanzien van het nazisme en het racisme in de Tweede Wereldoorlog. Aan de hand van documenten die Godman gevonden heeft in het archief en die niet eerder gepubliceerd zijn, probeert hij een verklaring te geven. Zijn bevindingen legt hij de lezer voor in dit boek. Het Vaticaan is een religieuze instelling die zichzelf tot doel heeft gesteld om te waken over het zielenheil van de mensen. Deze doelstelling werd ernstig bedreigd met de opkomst van het communisme in de Sovjet-Unie en het fascisme van Mussolini. Door het Vaticaan werd besloten om in 1929 een concordaat te sluiten met Mussolini. Een concordaat is een bindende overeenkomst waarbij religieuze en kerkelijke belangen enerzijds en staatkundige belangen anderzijds duidelijk beschreven worden en waar vervolgens beide partijen zich aan dienen te houden. Deze overeenkomst leek in de praktijk redelijk goed uit te pakken. Beide partijen hielden zich hieraan. Daarom werd door Paus Pius XI besloten om in 1933 eveneens een concordaat te sluiten met Hitler die datzelfde jaar in Duitsland aan de macht was gekomen. Een aantal geestelijken binnen het Vaticaan zagen in Hitler iemand die te vertrouwen was. Maar met zijn partij had het Vaticaan niets. Als naaste medewerker van de Paus werd Eugenio Pacelli belast met het opstellen van het concordaat. Eugenio Pacelli had al twaalf jaar als pauselijke nuntius gewerkt in Duitsland. In 1930 keerde hij terug naar Rome om daar het ambt van kardinaal-staatssecretaris te aanvaarden. In die hoedanigheid raakte hij betrokken bij het concordaat met Hilter. Uiteindelijk werd het Pacelli’s overeenkomst en daarom wilde hij ook zo lang mogelijk proberen om dit concordaat in stand te houden. Ook later toen hij gekozen was tot Paus Pius XII. Andere geestelijken binnen het Vaticaan hadden zo hun twijfels en inderdaad duurde het niet lang of het concordaat werd geschonden. In Duitsland kreeg de ras- en bloedpolitiek gestalte. Een politiek waarbij alleen het Arische ras superieur was. Daarom mocht er geen bloedvermenging plaats vinden met mensen die afkomstig waren uit wat de nazi’s kwalificeerden als inferieure rassen. Rome wilde echter vast blijven houden aan de tegenstelling tussen Hitler en de extremistische tegenstanders van de Kerk. Daarom werden de pijlen niet gericht op Hitlers “Mein Kampf”, maar op Alfred Rosenbergs “Der Mythus des 20. Jahrhunderts”. Rosenberg was de tijdelijke partijleider en later hoofd van de afdeling buitenland van de NSDAP. Zijn boek getuigt van een intense vijandigheid tegen het christendom en de katholieke kerk in het bijzonder. De belangrijkste tegenstander van Rosenberg werd Alois Hudal. Hij wilde een scheiding tussen goed en kwaad erkennen in het nationaalsocialisme. Het kwaad werd volgens hem vertegenwoordigd door Rosenberg. Aan de andere kant stond Hitler. Alois Hudal was bisschop, een Oostenrijker van oorsprong en goed op de hoogte van wat er gaande was in Duitsland. Op het moment van de totstandkoming van het concordaat was hij rector van de Santa Maria dell’Anima, de Duitse Nationale Kerk te Rome. En hij was ambitieus. Hudal zocht een weg om meer invloed hebben, zowel in Rome als bij de Duitsers. Paus Pius XI raakte vertoornd door de twist binnen de Vaticaanse muren, zodat hij opdracht gaf tot een onderzoek. Hiervoor werd de moraaltheoloog Franz Hürth, een Jezuïet, benaderd. Samen met zijn assistent Rabeneck kwam hij tot de conclusie dat het nationaalsocialisme de nadruk legde op het fysieke lichaam, waardoor geest en ziel in gevaar raakten. In de ras- en bloedleer, die de nazi’s voorstonden, school volgens de beide Jezuïeten het gevaar. Het nationaalsocialisme was niet alleen een politieke overtuiging; het beheerste het totale leven van het menselijk individu en voor religie was geen plaats. Daarom luidde hun uiteindelijke conclusie dat er een veroordeling moest komen van het nationaalsocialisme alsmede van het racisme. Bisschop Hudal volgde inmiddels zijn eigen weg. Daar hij uit was op verzoening met de nazi’s werd hij milder in zijn afkeuring van het nationaalsocialisme. Dat zou ook zijn ambitie ten goede komen. Zijn opzet slaagde en hij werd zelfs benoemd tot hoftheoloog door Hitler. De Führer zag in Hudal de ideale persoon om verdeeldheid binnen het Vaticaan gaande te houden. Deze tweespalt tussen de geestelijken zou de rest van de oorlog blijven voortduren.En dat is nu precies wat Godman de lezer wil laten zien; de verdeeldheid tussen de geestelijkheid. Er moest immers een standpunt ingenomen worden ten aanzien van het nationaalsocialisme en daarbij vormden volgens Godman twee feiten de centrale kern. Enerzijds was daar het communisme dat toch als een nog grotere vijand werd beschouwd dan de nazi’s. Anderzijds was er het concordaat dat Rome niet graag verbroken zag. Immers, dit zou het einde kunnen betekenen van de Katholieke Kerk in de bezette gebieden, omdat zij dan door het fascisme vernietigd zou worden. Door die verdeeldheid binnen het Vaticaan aan te tonen, geeft Godman aan dat de Paus dus niet de allesbeslissende machtsfactor is van het Vaticaan. Dat maakt het boek zo interessant, omdat bij velen toch een ander beeld bestaat over de rol van de Paus. Vanuit dit veranderde gezichtpunt trekt Godman vervolgens de conclusie dat de Paus wel degelijk een afkeurende mening was toegedaan. Pius XI ondervond echter te weinig steun om zijn kritiek ook daadwerkelijk gestalte te geven. Ook de Duitse bisschoppen verleenden niet genoeg steun. Ze protesteerden wel, maar bleven toch trouw aan Hitler. Net als de overgrote meerderheid van het Duitse volk. En in dat opzicht lijkt Godmans relaas een logisch verhaal. Is er dan geen kritiek te vinden op dit boek? Dat is er zeker wel. Godman baseert zijn conclusies op stukken die hij gevonden heeft in de geheime archieven van het Vaticaan. Daarentegen verzuimt hij wel om te vermelden waarom hij die toestemming om die stukken in te zien in de eerste plaats had verkregen. En, ook niet onbelangrijk, wie hem die toestemming zou hebben gegeven. Bij een dergelijk complex onderwerp als het Vaticaan, waarover al zoveel discussies gevoerd zijn, is dat toch enigszins merkwaardig. Een ander punt van kritiek is de schrijfstijl van het boek. Het leest niet echt vlot weg en ook de duidelijkheid in de verhaallijnen ontbreekt zo nu en dan. Niettemin weet Godman een aardig objectief beeld te schetsen van wat zich achter de muren van het Vaticaan afspeelde ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Hij laat zich daarbij niet uit over wie er in die discussie gelijk had; dat laat hij aan de lezer over. Hij toont slechts de verschillende visies die een rol speelden in het conflict met de nazi’s. Waarmee hij tevens concludeert, dat de Paus volgens hem niet langer gezien kan worden als “Hitlers Paus”. Dat maakt Godmans studie al met al tot een interessant boek. Of daarmee ook meteen een einde komt aan de jarenlange discussies over de rol van het Vaticaan valt te betwijfelen. Maar het biedt ongetwijfeld een nieuwe invalshoek omdat het de stelling lijkt te ontkrachten dat de katholieke kerk de zijde van het nazisme koos alleen uit hoofde van het antisemitisme. |
Beoordeling: | Zeer goed |