TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Het land van mijn vader - Geschiedenis van een Duitse familie

Titel: Het land van mijn vader - Geschiedenis van een Duitse familie
Auteur: Wibke Bruhns
Uitgever: Arbeiderspers
Uitgebracht: 2005
ISBN: 9789029562461
Omschrijving: De waarde van een egodocument

Alhoewel de opmars van het nazisme bijna tot op het bot is ontleed, blijven dagboeken uit deze periode een interessante aanvulling op de analytische werkwijze van historici. Zo geldt in het genre van de egodocumenten “Het verhaal van een Duitser” van Sebastian Haffner als een voorbeeld van een vlijmscherpe analyse van de tijdgeest tijdens de jaren 1930. Dat dit soort boeken blijft aanspreken blijkt uit de positieve commentaren bij het recente heruitgave van “Een vrouw in Berlijn”, het onthutsende relaas van een vrouw (geschreven in 1954) over het einde van het Derde Rijk. Aan het lijstje mag ongetwijfeld “Het land van mijn vader - Geschiedenis van een Duitse familie” van de Duitse journaliste Wibke Bruhns toegevoegd worden. In de ogen van sommige oorlogsliefhebbers zal het boek letterlijk en figuurlijk wellicht wat licht uitvallen. Het is niet bijzonder lijvig, het neemt een verre aanloop vanaf de 19de eeuw waardoor hooguit één derde handelt over de periode 1933-1945 en … het is met een empathie en betrokkenheid geschreven die haaks staat op de feitelijkheid van vele (semi-)historische studies. Vooral de opborrelende emoties en aversie van Bruhns tegen het racisme en de bekrompenheid van de nazi-ideologie zijn gevoelens die (zelfs) bij een Haffner slechts onderkoeld tot uiting komen. Toch is “Het land van mijn vader” een originele combinatie van familie-epos, dagboek en tijdsdocument.

Wibke Bruhns was in 1971 de eerste vrouwelijke nieuwslezer bij de Duitse televisie en in een later leven was zij correspondente voor het opinieweekblad Stern. Zij kent bijgevolg de klappen van de journalistieke zweep en weet dan ook hoe een publiek met haar pen te boeien. Van bij de inleiding heeft ze de lezer in haar greep. Ze beschrijft hoe ze op een nacht toevallig een video bekeek over de beruchte aanslag van 20 juli 1944 op Adolf Hitler. Tijdens deze documentaire zag zij (vijfendertig jaar na datum) voor het eerst bewegende beelden van haar vader Hans Georg Klamroth, een man over wie haar moeder voordien amper iets had losgelaten. Bruhns werd op de video geconfronteerd met een gebroken man die voor het Volksgerichtshof werd beschuldigd van medeplichtigheid voor de moordpoging op de Führer. Voor Bruhns was dit het begin van een lange zoektocht naar een verklaring waarom haar vader in deze staatszaak van leven en dood was terechtgekomen. Het boek brengt ons terug naar de 19de eeuw, een periode van maatschappelijke opgang van de familie Klamroth én van het ontstaan van een niet ongevaarlijk Duits nationalisme. De schrijfster kon voor het schrijven van het boek profiteren van de ontelbare brieven en aantekeningen van Hans Georg, zijn vader Kurt en vrouw Else. Vader en zijn echtgenote waren zelf ook verwoede briefschrijvers en bewaarden zorgvuldig het grootste deel van de briefwisseling. Al deze aantekeningen lieten toe om een nauwkeurige karakterschets van deze drie hoofdfiguren te maken, en dit tegen de achtergrond van de meest woelige periode uit de Duitse geschiedenis.

Door en door Pruisisch

De familie Klamroth werkte zich tijdens de 18de-19de eeuw in Halberstadt (Saksen-Anhalt) op tot een voorname koopmansfamilie. Zij was door en door Pruisisch: gehecht aan de dynastie en het rijk, overtuigd van de Pruisische voorbeeldfunctie voor Duitsland, doordrongen van protestantse waarden zoals zelfopoffering en plichtsbesef, en sociaal en politiek door en door conservatief. Wanneer de Eerste Wereldoorlog uitbrak, was het voor Kurt Klamroth een uitgemaakte zaak dat hij als militair zijn land zou dienen. Hans Georg zelf (door Bruhns in het boek steevast HG genoemd) popelde net als vele van zijn leeftijdgenoten om zijn land te dienen. Hij werd in 1916 als aspirant-vaandrig aangenomen bij één van de hoogst aangeschreven regimenten van het leger en klom snel op tot de rang van luitenant. De passages over de Eerste Wereldoorlog in het boek zijn bijzonder interessant aangezien zij perfect het ‘klassedenken’ bij adel, burgerij en leger illustreren. Als jonge snaak van 18 jaar wordt HG naar het oostfront gestuurd waar hij achter de frontlinie instond voor de militaire normalisatie van het bezet gebied. Hij maakt er in 1918 een stuk wereldhistorie mee: de vrede van Brest-Litovsk, de chaotische situatie in het grensgebied van de bolsjevieken, het ongeloof over het in elkaar storten van het westfront, de verbijstering over de gestarte vredesonderhandelingen en finaal, de ontnuchterende terugkeer naar het chaotische thuisland.

Het verhaal over de jaren 1920 is historisch gezien minder interessant. HG trouwde met Else, de dochter van een welstellende reder uit Wismar (Mecklenburg). Het koppel ging wonen in Halberstadt en de jonge Klamroth nam steeds meer de leiding van het familiebedrijf op zich. De prille liefde van het paar werd na enkele jaren zwaar vertroebeld door de vele amoureuze slippertjes van HG. Voor de lezer van human interest is dit wellicht interessant, maar wie het boek leest uit historische overwegingen, kijkt reikhalzend naar de HG van de jaren 1930 die zich liet verleiden door de NSDAP. Bruhns toont weinig sympathie voor haar vader en dat laat ze ook duidelijk merken. Zij veroordeelt niet alleen scherp zijn overspelig gedrag, maar ook zijn frustraties over het Diktat van Versailles, zijn burgerlijk conformisme en zijn voortdurend zelfbeklag en getwijfel. (‘ik kan de man niet anders bakken dan hij is’).

Nationaal-socialitisch?

Bruhns breekt zich het hoofd hoe haar vader zich door het nazisme heeft kunnen verleiden. Tijdens haar zoektocht botst ze voortdurend op tegenstrijdigheden in zijn denken en handelen. Was hij beïnvloed door völkische ideeën (de definiëring van het eigen volk op basis van etnische afkomst en de gehechtheid aan de typisch Duitse cultuur)? In de betekenis van een sterke familieverbondenheid, een heimatgevoel en interesse voor de volkseigen cultuur kan men hem zeker völkisch noemen. Deze waarden werden hem door zijn vader van jongsaf bijgebracht. Bruhns kan er weinig begrip voor opbrengen. Maar verschilde HG hiermee zo veel van leeftijdgenoten uit deze periode…? Kan men de familie Klamroth dan racistisch en antisemitisch noemen? Zeker niet meer dan andere Duitse families. Toegegeven, in de brieven van Kurt en HG staan sporadisch enkele laatdunkende verwijzingen naar de joden, maar deze worden dan vooral gezien als wat zonderlinge en vervelende handelsconcurrenten. Merkwaardig genoeg verwijzen beide Klamroths in hun aantekeningen na 1933 amper naar de joden. Het lijkt alsof zij hun neus ophalen voor de voortdurende aanvallen op de joden in de nazi-propaganda. Veelzeggend is dan ook de afwijzende houding van HG tegenover het rauwe straatgeweld en de populistische praat van de S.A. (dat hij ‘rijkelijk veel gezwam’ noemt).

Alles kantelt dan tijdens de maanden maart en april 1933 wanneer Hitler zijn democratisch verworven positie misbruikte om politieke tegenstanders uit te schakelen. Op 27 april ondertekende HG het lidmaatschap van de NSDAP, vier dagen voordat de ledenstop inging. Bruhns heeft maar één conclusie: opportunisme. Alhoewel de stijl van de nazi’s HG niet beviel, besloot hij dat, indien je er wou bij zijn, dit liefst op tijd gebeurde. Hij zag in het nationaal-socialisme nu eenmaal dé manier om de vernederingen van ‘het absurde verdrag van Versailles, de chicanes van Frankrijk in het Ruhrgebied, de verschrikkingen van de inflatie en de vervaging van alle normen tijdens de moord- en terreurjaren’ uit te wissen. Daarbij raakten de marsmuziek en het vlagvertoon van de partij de gevoelige snaar van de jonge officier uit de Eerste Wereldoorlog. Zelf had hij altijd centrumrechts gestemd en net zoals de meeste burgerlijke partijen in 1933 koos hij eieren voor zijn geld. Het hele gezin volgde hem hierin. De drie dochters waren allen actief in de Bund Deutscher Mädel en bij de (weinig gelukkige) momenten samen zong het hele gezin overtuigd Hitler-liederen.

Een dubbelrol

En dan is er de oorlog in september 1939. HG werd opgeroepen voor het leger. Na een deelname aan de inval in Polen werd hij in maart 1940 voor een geheime missie in burger naar Denemarken gestuurd. Wat HG daar precies uitrichtte, is niet zo duidelijk. Hij maakte zo goed als zeker deel uit van de Duitse contraspionage die de aanval op Denemarken moest voorbereiden (april 1940). Wellicht was hij voor deze taak aangewezen, omdat hij (onder andere via zijn schoonfamilie) heel wat handelscontacten met het Scandinavische land onderhield. Nogal wat brieven zijn uit deze periode vernietigd en HG repte in zijn correspondentie aan Else natuurlijk met geen woord over zijn activiteiten, maar toch voelde hij zich verveeld met de dubbele rol die hij er speelde. Getuigen beweren dat hij zelfs regelmatig Duitse gevoelige informatie aan het plaatselijke verzet overmaakte. Een eerste aanwijzing voor zijn fatale dubbelrol in 1944? In 1942 kwam hij aan het oostfront terecht en kreeg er de leiding over het Abwehrkommando III in de buurt van de huidige Russische stad Pskov (Pleskau). Zijn taak bestond er in om vijandelijke infiltranten net achter de frontlinie te onderscheppen en te ondervragen. Hij ontpopte er zich als een goede organisator van het plaatselijke krijgsgevangenkamp dat hij inschakelde in de autarkische economie van Duitsland. Zijn organisatietalent leverde hem de promotie tot majoor op.

In maart 1943 werd HG overgeplaatst naar Berlijn waar hij ging werken bij de afdeling Buitenland/contraspionage III van het Oberkommando der Wehrmacht (OKW). Hij werd meer bepaald verantwoordelijk voor de geheimhouding van militaire onderzoeksprojecten zoals het V2-programma. Wat er tussen dat moment en juli 1944 met Hans Georg gebeurde, blijft deels een raadsel. Zijn dochter vindt geen sluitende verklaring voor zijn onverwachte arrestatie naar aanleiding van de aanslag op Hitler van 20 juli 1944. Heeft de dramatische ommekeer van de gebeurtenissen in de Sovjetunie bij hem misschien de ogen doen opengaan? Was hij gechoqueerd door de onmenselijke behandeling van de slavenarbeiders in Mittelbau-Dora? Was hij door de afwijzende brieven van zijn vrouw die zijn vroegere escapades spuugzat was, zo reddeloos en vereenzaamd in het verre Berlijn? Of … was zijn neef Bernhard Klamroth, die bij het complot betrokken was, de link tussen HG en de samenzweerders? De betrokkenheid van de naam Klamroth maakte een gunstige afloop van zijn proces in elk geval niet gemakkelijker. De partijtop ging overigens nadien uit van een collectieve verantwoordelijkheid van de familie. Wellicht werd HG enkele dagen vóór de aanslag van de plannen op de hoogte gebracht, vermoedelijk op 10 juli in de officiersmess van de landmacht nabij Berchtesgaden. Hier zou hij contact hebben gehad met enkele belangrijke samenzweerders zoals Helmuth Stieff, Erich Fellgiebel en niet in het minst met kolonel Claus von Stauffenberg, de uiteindelijke uitvoerder van de aanslag.

Het hele verhaal van Hans Georg Klamroth bevestigt de versie van heel wat historici en latere getuigen. Een groot gedeelte van de top van de Wehrmacht zou namelijk een aanslag niet ongenegen geweest zijn. Het antwoord van HG op de vraag van de openbare aanklager waarom hij generaal Stieff niet had tot de orde geroepen wanneer deze sprak over de noodzakelijke opruiming van Hitler - ‘mijn militaire opvoeding weerhield mij ervan de generaal te corrigeren’ - zijn verhelderend over de erecode van de Pruisische militair die respect heeft voor hiërarchie en normen:. HG gebruikte tijdens zijn proces nog al zijn ervaring als ondervrager bij de contraspionage (om deze keer) als verdachte de dans te ontspringen. Het was tevergeefs. Op 26 augustus 1944 werd hij opgehangen in de gevangenis van Plötzensee (Berlijn).

Verzoening

“Het land van mijn vader” is een boek waarin een familie zich plots op het snijpunt van de wereldgeschiedenis bevindt. Bruhns maakt er een meeslepend verhaal van dat zowel de oorlogshistoricus als de liefhebber van het dagboekgenre moet beroeren. Men moet wel aan haar stijl wennen; in een sneltempo laat ze afwisselend HG, Else en Kurt aan het woord, en soms onverwacht worden deze briefuittreksels door haar eigen commentaar onderbroken. Deze is direct, nu eens verontwaardigd, dan weer onbegrijpend over de lotgevallen van haar vader. Haar verzoening met het verleden en met haar vader op het einde van het boek is in dit licht wat verrassend en ‘scoort’ natuurlijk goed bij de lezer. Toch is deze daarom niet minder terecht: ‘Jij hebt je bloedige tol betaald, die mij gespaard is gebleven. Ik heb van jou geleerd waarvoor ik mij moet hoeden’.

Beoordeling: Zeer goed

Informatie

Artikel door:
Patrick Praet
Geplaatst op:
16-04-2007
Laatst gewijzigd:
26-01-2009
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen