Titel: | Panzer in Russland: die deutschen gepanzerten Verbände im Russland-Feldzug 1941 - 1944 |
Schrijver: | Horst Scheibert & Ulrich Elfrath |
Uitgever: | Dörfler Verlag GmbH |
Uitgebracht: | 2000 |
Pagina's: | 237 |
Omschrijving: | 'Panzer in Russland: die deutschen gepanzerten Verbände im Russland-Feldzug 1941 - 1944', geschreven door Horst Scheibert en Ulrich Elfrath tracht een visueel overzicht te geven van de inzet van Duitse tanks aan het Oostfront tussen 1941 en 1944. De publicatie wordt als 'standaardwerk' aangeduid wat overdreven is. Tientallen boeken zijn over de Tweede Wereldoorlog en tanks verschenen. Deze publicatie is wat betreft diepgang geen standaardwerk. Toch zijn de vele afbeeldingen in het boek interessant historisch materiaal. Het boek heeft vier hoofdstukken die de jaren 1941 tot en met 1944 behandelen. Zo komt de Duitse invasie in de Sovjet-Unie (1941) aan bod. Storend is het gegeven dat de titel van het boek 'Panzer in Russland' is. Het gaat echter niet over Rusland, maar over de Sovjet-Unie. Vele afbeeldingen worden in het boek getoond waarbij veel soorten tanks aan bod komen. Bijvoorbeeld de lichte Sovjet T-26, de BT-7, de middelzware T-34 tank en de zware KV-tanks. De Duitse Panzerkampfwagen II (PzKpfw II) tot en met VI (PzKpfw VI Tiger) zijn op verschillende pagina's te zien. De tekst in het boek is zowel in het Duits als in het Engels geschreven. Jammer is dat de verschillende gegevens die aan bod komen niet altijd correct zijn. Zo wordt beweerd dat de Duitse Panzerkampfwagen IV (PzKpfw IV) in 1942 met een 7,5 cm KwK L/48, L/53 en L/70 geschut uitgerust werd. Het is opmerkelijk dat een auteur met meerdere militair-historische titels op zijn naam zo'n grote fout maakt. Op de eerste plaats kreeg de Panzer IV niet een L/48, maar een L/43 kanon (7,5 cm KwK 40 L/43). De bewapening met een L/53 kanon bleef uit en de installatie van een 7,5 cm KwK 42 L/70 kanon werd alleen bij de Panther-tank (PzKpfw V Panther) uitgevoerd. De aanduiding van de Panzer IV met 'P IV' komt in andere literatuur niet vaak voor. Het is ook niet correct dat de 3,7 cm PaK 35/36 en de 5 cm PaK 38 de Sovjet T-34 en KV niet konden uitschakelen ('onverwoestbaar' staat in het boek). Op zeer korte (3,7 cm PaK 35/36) tot middellange afstand (5 cm PaK 38) konden de antitankwapens met pantsergranaten de zijkant van de T-34 tank en de KV-1 doorboren (vooral met wolfraamgranaten). Het niet consistente gebruik van millimeters en centimeters is ook storend (soms worden kalibers in mm uitgedrukt, soms in centimeters). In het boek is te lezen dat 'de Russen' (i.p.v. de Sovjets) tijdens de oorlog in hun tanks geen kwalitatief goede richtoptieken en kijkventsters produceerden (ook niet na 1941). Dat is onjuist gezien het feit dat de T-34-85 een krachtige tank was met redelijk goede kijk- en richtventsters. Het is een mythe dat alle Sovjettanks kwalitatief zwak waren. Het boek lijkt die mythe ten dele te benadrukken. Er staan nog meer (storende) fouten in het boek, zoals de bewering dat op een foto een ‘Russische tank’ staat die is uitgeschakeld door Duitse antitankkanonnen, terwijl het een Duitse Panzerkampfwagen 38(t)/PZKpfw 38(t) betreft. Talloze afbeeldingen tonen de verliezen aan Sovjetzijde: de Duitse slachtoffers worden amper getoond ondanks het feit dat de tekst ingaat op Duitse verliezen. Dat geld overigens voor het hele boek: het ontbreekt aan foto's van vernietigde Duitse voertuigen en dode soldaten. Een zeer kleine afbeelding van een platgereden 3,7 cm PaK 36 is te weinig om een genuanceerder beeld te schetsen. Al met al kan gesteld worden dat het boek een min of meer geslaagd visueel overzicht geeft van de successen en de ondergang van de Duitse oorlogsmachine aan het Oostfront. Het jaar 1944 is waarschijnlijk als eindjaar gekozen omdat de Duitse tankeenheden toentertijd (grotendeels) verslagen werden, in 1945 bestonden geen echte grote tankeenheden meer. Inhoudelijk is het een heel ander verhaal. Verschillende fouten zorgen ervoor dat het 'standaardwerk'-gehalte ontbreekt. De overmatige nadruk op de kracht van de Duitse strijdkrachten zorgt ervoor dat een objectief beeld ontbreekt, of in ieder geval dat een beeld gecreëerd wordt dat de Duitsers alleen door kwantitatieve oorzaken verslagen werden. De woorden op de laatste pagina's van het boek lijken op een soort verheerlijking: "Eine Wiederholung der Blitzkriege von 1939-1942 wird es in diesem Raum nicht mehr geben. Es sei denn, eine völlig neue Waffe mit revolutionären Einsatzerfolgen würde für eine Weile wieder der sie besitzenden Seite die Überlegenheit sichern. So, wie sie die Deutschen mit ihrer auf gepanzerte Truppen ausgerichteten Ausrüstung, Organisation und Führung zu Beginn des 2. Weltkrieges hatten". In bepaalde opzichten is die zin waar, maar in andere opzichten niet en zelfs geschiedvervalsend. De Duitse uitrusting was lang niet altijd kwalitatief 'beter' dan de uitrusting van de geallieerden, een groot deel van de Duitse strijdkrachten was niet gemechaniseerd en de tanks waren soms, in technische opzicht, ook niet sterk of sterker dan geallieerde tanks. Het boek is een goede visuele bron, maar niet geschikt als objectieve, tekstuele informatiebron. Dat komt niet alleen door de duidelijke pro-Duitse toon, maar ook door de genoemde storende fouten wat betreft de kracht van Duitse tanks, de technische aspecten en de overdreven nadruk op Sovjetverliezen. |
Beoordeling: | Matig |