Titel: | Kinderen van zwarte bevrijders - een verzwegen geschiedenis |
Schrijver: | Mieke Kirkels |
Uitgever: | Uitgeverij Vantilt |
Uitgebracht: | 2017 |
Pagina's: | 192 |
ISBN: | 9789460043215 |
Omschrijving: |
Dat er in de periode dat Nederland bevrijd werd betrekkingen zijn ontstaan en geconsumeerd tussen geallieerde soldaten en Nederlandse vrouwen, is algemeen bekend. Naar schatting zijn daar zo’n 8.000 ‘bevrijdingskinderen’ uit voortgekomen. Ongeveer 1 procent van die kinderen kwam met een donkere huidskleur ter wereld. Hun verwekkers dienden in één van de legeronderdelen die uitsluitend bestonden uit soldaten van Afrikaans-Amerikaanse afkomst. In het destijds nog gesegregeerde Amerikaanse leger waren daar enkele gevechtseenheden bij, maar het ging grotendeels om ondersteunende troepen. In de periode van bevrijding zijn er in Limburg rond de 250.000 Amerikaanse militairen aanwezig geweest. Een deel daarvan verbleef er langere tijd, waaronder ook de gekleurde soldaten die transport verzorgden, vliegvelden en begraafplaatsen aanlegden en meer van dergelijk ondersteunend werk verrichten. Net als andere soldaten kwamen zij met de lokale bevolking in aanraking, en in de regel werden zij als bevrijders met open armen ontvangen. In sommige gevallen werd dat contact seksueel van aard. Over de kinderen die daar soms uit voortkwamen gaat het boek van Kirkels. Ad van Liempt omschrijft ze in zijn voorwoord zo: "Donkere kinderen die opgroeiden in het roomblanke Limburg." Want dat is natuurlijk een aspect waarin deze groep bevrijdingskinderen verschilt van de rest: hun donkere huidskleur. Het boek van Kirkels gaat ook over de totaal andere dynamiek die dit in de levens van de gekleurde bevrijdingskinderen met zich meebracht. Van twaalf van die mensen wordt in ‘Kinderen van zwarte bevrijders’ het verhaal verteld. Eerst schetst Kirkels in enkele inleidende hoofdstukken de situatie in Limburg en het Amerikaanse leger ten tijde van de bevrijding. In dat leger was nog sprake van een strikte rassenscheiding. De Amerikaanse soldaten werden in Nederland als bevrijders ontvangen, en dat gold voor de gekleurde soldaten evengoed. Van beide kanten was het even wennen: de soldaten waren niet gewend op gelijke voet met blanke mensen om te gaan, en die laatsten hadden in de regel nog nooit een gekleurd persoon gezien. Maar het boek laat zien dat de onderlinge contacten goed en soms zelfs intensief waren. Niet zelden ontstonden er huiselijke situaties. Al die kinderen van toen zijn nu inmiddels vroege zeventigers. Hun verhalen worden in dit boek verteld. Hun huidskleur viel in de tijd dat ze opgroeiden veel meer op dan in het gemêleerde straatbeeld dat Nederland anno 2017 heeft. Dat hebben de gekleurde bevrijdingskinderen allemaal ervaren, de één meer dan de ander. Het ene kind wordt stilzwijgend onderdeel van het een al bestaand gezin, de ander belandt in een tehuis. Hoe moeilijk of makkelijk hun levens zijn verlopen, verschilt per persoon. Vrijwel allemaal groeien ze op in de wetenschap anders te zijn dan de andere kinderen in het gezin en de omgeving. Het is duidelijk dat zij van een andere vader afkomstig zijn, maar onbekend wie die vader is. En in veel gevallen is dat ook onbesproken en onbekend gebleven. Iets minder prettig leesbaar is een deel van het inleidende verhaal. Dit bestaat uit de tekst met de rode draad, aangevuld met kaders waarin ooggetuigen aan het woord komen en fragmenten uit brieven en andere documenten. Op zich inhoudelijk goed en relevant, maar je moet als lezer soms erg je best doen om het overzicht niet kwijt te raken. De getuigenissen hadden wellicht beter in de hoofdtekst verwerkt kunnen worden, al is dat natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. In deze hoofdstukken is de vormgeving ook wat ouderwets, met de kaderteksten afgedrukt tegen een grijze achtergrond en veel kleinere foto’s. Maar de teksten zijn goed geschreven, ter zake zonder te zakelijk te zijn en bovendien met slechts zeer incidenteel een tikfoutje dat door de eindredactie is geglipt. ‘Kinderen van zwarte bevrijders’ is een interessant, lezenswaardig en soms aangrijpend boek. Elk persoonlijk verhaal over de oorlog en de periode daarna voegt iets toe aan de geschiedschrijving. De combinatie van de factoren huidskleur en onbekende afkomst maakt de verhalen van deze twaalf bevrijdingskinderen nog eens extra de moeite van het opschrijven waard, omdat ze een tot op heden (grotendeels) onbekend gebleven aspect van het grotere verhaal onthullen. Het mooie van een boek als dat van Kirkels: zodra het verschenen is, kan de ondertitel ‘een verzwegen geschiedenis’ eigenlijk worden gewist. Natuurlijk is deze geschiedenis grotendeels verzwegen. Maar het boek maakt daar ook weer deels een einde aan. Kirkels zet in haar boek uiteen dat dit geldt voor het aandeel van de gekleurde Amerikaanse soldaten aan het geheel van de oorlogsinspanning. Daar zijn wel wat boeken de documentaires over, maar met name in de eerste decennia na de oorlog werd er vooral het zwijgen toe gedaan. Dat geldt ook voor de verhalen van de kinderen die sommige van deze soldaten verwekten. Toen zij ter wereld kwamen, waren hun biologische vaders al lang verder getrokken met het leger, zich waarschijnlijk niet bewust van het bestaan van hun kinderen. Deze kinderen werden, los van de manier waarop dat gebeurde, onderdeel van de samenleving waarin ze geboren werden. Voor hun eigenlijke herkomst was doorgaans geen aandacht en zelf gingen ze ook pas later op zoek naar hun vader, of zelfs helemaal niet. Maar het is hoe dan ook een bijzondere omstandigheid waarin deze mensen ter wereld kwamen en opgroeiden. |
Beoordeling: | Zeer goed |