Titel: | 40-45 - Van Blitzkrieg tot Hiroshima |
Schrijver: | Richard Holmes |
Uitgever: | Lannoo |
Uitgebracht: | 2015 |
Pagina's: | 372 |
ISBN: | 9789401423724 |
Omschrijving: |
Richard Holmes (1946-2011) is een Britse militair historicus, die in het Verenigd Koninkrijk als een van de experts over de Eerste en Tweede Wereldoorlog gold, niet op de laatste plaats vanwege zijn veelvuldige tv-optredens. Hij was vanaf 1989 een van de directeuren van het Security Studies Institute van de Cranfield University en vanaf 1995 hier ook Professor of Military and Security Studies, beiden tot 2009 toen hij met pensioen ging. Daarvoor had Holmes al een lange militaire carrière achter de rug, die ook gedurende zijn professoraat doorliep tot aan zijn militaire pensionering in 2000. Verder bekleedde Holmes een aantal belangrijke militair-historische posities, zoals president van de British Commission for Military History and the Battlefields Trust, beschermheer van het Guild of Battlefield Guides, voorzitter van het Project Hougoumont (dat ten doel een historische boerderij op het terrein waar de Slag om Waterloo werd uitgevochten te behouden en te onderhouden) en lid van enkele soortgelijke instituten. Holmes schreef een stuk of vijfentwintig gezaghebbende boeken, was hoofdredacteur van de Oxford University Press' Companion to Military History en presenteerde talrijke televisieprogramma’s. Kortom, een man die met enig gezag mag spreken over de Tweede Wereldoorlog. Deze Richard Holmes schrijft het voorwoord van het omvangrijke naslagwerk over de grootste en meest destructieve oorlog uit de geschiedenis en heeft de eindredactie over de vele bijdragen. Hij memoreert dat deze oorlog een stempel heeft gedrukt op de wereld en op vele generaties, en dat de impact van deze zeer complexe historische gebeurtenis zo moeilijk is dat ze eigenlijk niet met woorden te beschrijven is. Hij schetst heel summier hoe in dit boek daarmee wordt omgegaan: ‘Een paar briljante bollebozen slaagden erin op relatief weinig pagina’s de belangrijkste kenmerken ervan te schetsen, hoewel, en misschien is dat wel onvermijdelijk, hun duidelijke lijnen de kleinere details verdoezelen. Anderen hebben zich op specifieke aspecten gericht – honderden boekenplanken kraken onder het gewicht van boeken over bijvoorbeeld Normandië of de gevechten in Noord-Afrika.’ Op zich is niet gekozen voor een spectaculair nieuwe formule. Er zijn al tal van boeken op de markt verschenen waarin de belangrijkste zaken in verband met de Tweede Wereldoorlog – en dat zijn er heel wat – compact zijn weergegeven in handige schema’s, met uniek beeldmateriaal en kernachtige samenvattingen, met uitstekende dwarsverbanden naar andere gebeurtenissen en snelle analyses van de specifieke situatie. Zo verscheen er vanaf 1970 in Nederland een gezamenlijke uitgave van De Geïllustreerde Pers, uitgeverij Spaarnestad en de Nederlandse Rotogravure Maatschappij onder de naam ‘Bericht van de Tweede Wereldoorlog’. Wekelijks ontving degene die hierop had ingeschreven een aflevering van 32 pagina’s, na twee jaar beschikte men zo over een werk van zo’n 3.000 pagina’s in zes dikke verzamelbanden. Dezelfde formule, met plattegrondjes, fotowerk, bondige teksten, maar de toenmalige layout- en druktechnieken konden uiteraard niet tippen aan wat in dit boek van Holmes mogelijk is. Daar staat natuurlijk tegenover dat het informatieve karakter van de ruim honderd Berichten talloze malen groter was dan in dit werk. Met ook heel wat meer ‘Nederlands’ nieuws trouwens. Time Life bracht in dezelfde periode een serie van twintig lijvige boekwerken uit, waarin alle grote gebeurtenissen uit WO II overzichtelijk werden gepresenteerd. Volgens dezelfde formule zijn er talloze andere boekwerken verschenen, vaak in een samenhangende serie. Aan overzichtswerken dus geen gebrek. Redelijk uniek is wel dat Holmes c.s. proberen de oorlog te vatten in slechts 354 pagina’s. En daar nog in slagen ook. Dit boek blinkt namelijk wel heel erg in uit in vormgeving en efficiëntie. Die vormgeving is onovertroffen, een puur genot om naar te kijken. Over die efficiëntie kan op twee manieren gedacht worden. Aan de negatieve kant kan opgemerkt worden dat de opmerking in Holmes’ voorwoord dat de grote lijnen de kleine details verdoezelen een wel erg groot understatement is. In deze compactheid – gezien de enormiteit van de oorlog moeten 354 pagina’s en 180 onderwerpen zo gekenschetst worden – kan het niet anders dan dat zo’n beetje alle details verloren zijn gegaan. Aan de positieve kant kan men dan echter opmerken dat elk onderwerp dat ook maar enige importantie heeft de revue passeert en daarmee een imponerend beeld wordt geschetst van de ‘oorlog der oorlogen’. Op elke pagina’s kunnen moeiteloos minimaal tien onderwerpen worden getraceerd waarover uitgebreid historisch onderzoek is gedaan. In die zin is het een onovertroffen overzichtswerk, onmisbaar voor iedereen die de grote lijnen en verbanden van de Tweede Wereldoorlog goed in beeld willen hebben in één boekwerk. Aan de hand van negen hoofdstukken wordt in 354 pagina’s het verhaal vertelt. Respectievelijk zijn dat: De oorlog nadert (1914-1938), Europa trekt ten strijde (1939), Duitsland triomfeert (1940), De oorlog breidt zich uit (1941), De balans verschuift (1942), De geallieerden keren het tij (1943), Verpletterende strijdmacht (1944), Eindspel (1945) en Nasleep (1946-1950). Anders dan de titel van de Nederlandstalige titel suggereert, behandelt het boek een aanzienlijk grotere periode. Het is wat onbegrijpelijk dat de uitgever heeft gemeend in de vertaling te moeten afwijken van de oorspronkelijke en veel toepasselijker titel ‘World War II. The Definitive Visual Guide’. Elk van die negen hoofdstukken onderverdeeld in plusminus twintig verhalen, telkens over twee pagina’s om het zeer overzichtelijk te houden. Voorzien van plattegrondje, foto’s, bijpassend chronologisch overzicht wat er tegelijkertijd elders in de wereld gebeurt. Hier en daar staan wat kleine foutjes, bijvoorbeeld dat Turkije wordt genoemd als een van de landen die tot de Centralen behoorden terwijl dat toch echt het Osmaanse Rijk moet zijn of is in de vertaling te dicht aangeschurkt tegen het Engelse origineel. Holmes wijst erop dat met de bepaling van de artikelen uitdrukkelijk is gehouden met een manco dat veel boeken over de Tweede Wereldoorlog kennen, namelijk te eenzijdig vanuit het eigen perspectief kijken. In de Westerse wereld is er de neiging te onderschatten hoe vreselijk zwaar de gevechten aan het Oostfront zijn geweest, welke gigantische offers er door de bevolking van de Sovjet-Unie zijn gebracht en welke grote invloed dat in de naoorlogse jaren heeft gehad en eigenlijk nog steeds heeft. In de Sovjet-Unie daarentegen ligt het accent juist weer in overheersende mate op de eigen ‘Grote Vaderlandse Oorlog’ en is er de neiging de inspanningen van de westerse geallieerden niet op waarde te schatten. Zo’n soort eenzijdige blik op de geschiedenis doet zich in elk land of werelddeel voor, zodat het lastig is een goed overkoepelend verhaal te vertellen, ontdaan van elke nationale scope. Dit boekwerk zou wel dat toegankelijke werk moeten zijn, betoogt Holmes. Hij sluit zijn voorwoord af met: ‘Dit boek gaat over de hele wereld. Het gaat over de gebeurtenissen op land, ter zee en in de lucht en omvat niet alleen de acties van de grote mannen, maar ook de wapenfeiten en het uithoudingsvermogen van de talloze mannen en vrouwen die op alle mogelijke manieren hebben deelgenomen aan de zwaarste titanenstrijd ooit.’ Een claim die in het boek meer dan wordt waargemaakt. |
Beoordeling: | Zeer goed |