Mannen domineren de Nederlandse luchtvaart, totdat grotere passagiersvliegtuigen ruimte bieden voor een nieuw beroep: de stewardess. Hilda Bongertman en Trix Terwindt behoren tot de eerste lichting van daadkrachtige, mooie meisjes die midden jaren dertig door de KLM wordt opgeleid.
In Luchtmeisjes volgt Ingrid van der Chijs de uiterst bewogen levens van beide vrouwen: ze vertelt over hun aanvankelijke gevoel van saamhorigheid en het plezier dat ze beleefden, de affaires die ze hadden, maar ook over de strijd die ze in deze pionierstijd moesten voeren om hun plek te veroveren. Die tijd komt abrupt tot een einde wanneer de Tweede Wereld oorlog uitbreekt. Terwijl Hilda carrière maakt binnen de NSB, gaat Trix in het verzet en raakt als spion betrokken bij het Englandspiel. Dat beide levens niet simpelweg het predicaat 'goed' of 'fout' verdienen, blijkt uit de zeer opvallende keuzes die Trix en Hilda ná de oorlog maken.