Titel: | En de hel brak los - De wereld in oorlog: 1939-1945 |
Schrijver: | Max Hastings |
Uitgever: | De Bezige Bij Antwerpen |
Uitgebracht: | maart 2014 |
Pagina's: | 800 |
ISBN: | 9789085424475 |
Omschrijving: |
Vijftig miljoen doden, waarschijnlijk zestig of misschien nog meer - een algemeen aanvaard cijfer is er niet. Dat is het aantal dodelijke slachtoffers dat de Tweede Wereldoorlog tussen 1939 en 1945 wereldwijd kostte. Het is de grootste en meest verschrikkelijke gebeurtenis in de menselijke geschiedenis, die op velen dan ook een blijvende fascinatie uitoefent. Daarbij wordt de oorlog in met name West-Europa en de Verenigde Staten, waar de Holocaust een verpletterende en blijvende schok teweegbracht, vaak intuïtief als ‘goed’ ervaren: als een rechtvaardige strijd voor vrijheid en democratie, tegen het kwaad van Hitlers nazidom en zijn bondgenoten. Maar de Tweede Wereldoorlog was nooit een heroïsche strijd tussen goed en kwaad. En hij werd niet gevoerd om de Joden, maar om de heerschappij op het Europese halfrond, zoals de Britse historicus Max Hastings (1945) benadrukt in zijn in 2011 in Engeland verschenen lijvige maar tot de laatste letter boeiende boek "En de hel brak los. De wereld in oorlog: 1939-1945". Dat is natuurlijk niet nieuw. Over de oorlog zijn letterlijk miljoenen woorden geschreven. Talloze overzichtswerken van vooral Britse historici beschrijven de militaire geschiedenis in samenhang met andere facetten van het maatschappelijke leven en beogen in één band een totaalbeeld van de oorlog te geven. Zo bijvoorbeeld "A world at Arms" van Gerhard Weinberg (1994), "Total War" van Peter Calvocoressi, Guy Wint en John Pritchard (1972), "The Second World War" van John Keegan (1989) en het recent verschenen "De Tweede Wereldoorlog" van Antony Beevor (2014). Hastings, die de oorlog al decennialang onderzoekt en diverse aspecten ervan in acht eerdere afzonderlijke studies uitdiepte, gaat het in "En de hel brak los" niet om een gedetailleerd totaalbeeld of om nieuwe analyses van grote (militaire) kwesties. Wél wil hij de lezer vertellen wat er tussen 1939 en 1945 in de wereld werkelijk gebeurde en de stemmen van gewone, niet hooggeplaatste mensen laten horen. Hij focust daarbij niet alleen op de gewapende strijd, maar ook op de ingrijpende gevolgen daarvan voor honderden miljoenen mensen over de hele wereld, van wie menigeen nooit een slagveld zag: tussen 1939 en 1945 kwamen meer burgers om dan militairen; en meer mensen dan in welk eerder oorlogsconflict ook (inclusief de Eerste Wereldoorlog) stierven de hongerdood. Het zijn de stemmen van direct betrokkenen, opgetekend uit eigentijdse dagboeken, brieven en ooggetuigenverslagen vol tot de verbeelding sprekende details, die in "En de hel brak los" voortdurend weerklinken. Ze zuigen de lezer de hel van de oorlog in en brengen het lot van miljoenen opgejaagden en vervolgden dichterbij. In Europa, in het Middellandse Zeegebied en Noord-Afrika, in de Sovjet-Unie en in de Stille Oceaan, overal kleuren 'kleine' gebeurtenissen de 'grote' in en tonen ze het leed, dat overal anders was, maar niet meer of minder verschrikkelijk voor de mensen die het ondergingen. De zes miljoen Joodse slachtoffers van de nazi’s trof natuurlijk het meest dramatische lot. Maar ook miljoenen andere burgers: Russen, Polen, Joegoslaven, Grieken, Chinezen, Maleiers, Vietnamezen, Indiërs, vielen ten prooi aan opzettelijke moord, toevallige explosies, ziekten of hongersnood. Leed dat Hastings steeds in breder perspectief plaatst en dat daardoor des te meer beklijft. Zo zoomt de auteur in op de grenzeloze wreedheden van de Duitsers in het Oosten, waar nog voor de definitieve eliminatie van de Joden (‘Endlösung’) massa's Russische krijgsgevangenen uitgehongerd werden, en op de onnoemelijke wreedheden van de Japanners in Zuidoost-Azië, waar miljoenen mensen omkwamen, van wie velen in Nederlands-Indië. Maar ook lezen we over het (weliswaar met dat van de asmogendheden onvergelijkbare, maar wel voorgekomen) wangedrag van Amerikanen en Fransen. En over dat van Engelsen, die de oorlog uit naam van de vrijheid hoog in het vaandel hadden, maar om de macht over India te behouden zonder inspraak van de bevolking regeerden, in hun koloniën soms totalitaire methoden toepasten en er volhardden in racistisch superioriteitsgedrag. De hongersnood in Bengalen noemt Hastings ‘de ernstigse schandvlek op het blazoen van Brits-Indië in oorlogstijd, en misschien op het hele Britse optreden tijdens de oorlog’. Enorme aantallen mensen vonden de dood, omdat Churchill weigerde om zijn voedselbeleid ten gunste van zijn hongerende koloniale onderdanen aan te passen. En dan de slachtoffers van de Russen. Stalin maakte door zijn pact met de nazi's tussen september 1939 en juni 1941, toen Hitler de Sovjet-Unie binnenviel, zoals bekend gretig gebruik van de mogelijkheid tot gebiedsuitbreiding. Massa’s in die periode door hem gewantrouwde en naar het oosten gedeporteerde Sovjetburgers en minderheden overleefden de Sovjetterreur en de ontberingen niet, zoals zeer velen van de drieënhalf miljoen Tsjetsenen en Krim-Tataren en honderdduizenden van de anderhalf miljoen in 1940-1941 naar Siberië of de Goelag gedeporteerde Polen. Eenmaal in oorlog met Hitler bleven Stalins totalitaire doelen ongewijzigd. Alleen door het ontbreken van een ongekende misdaad als de Holocaust was Stalin minder barbaars dan Hitler, aldus Hastings. Met die kwalificatie van Stalin raakt Hastings aan een van de vele paradoxen van de Tweede Wereldoorlog. In navolging van historici als Richard Overy, John Lukacs en anderen ziet ook Hastings de strijd aan het Oostfront als hét kernconflict van de oorlog. De in de Engelse propaganda effectief als ‘Kruistocht voor de vrijheid’ gevoerde strijd, werd (hoe cruciaal Churchills wil ook was, om nooit voor de Duitsers te buigen) uiteindelijk vooral gewonnen dankzij de gigantische inzet en offers van een extreem totalitaire Russische staat, die met zevenentwintig miljoen doden van alle geallieerden verreweg de meeste slachtoffers te betreuren had. Net zoals Hastings ook ingaat op de historisch enigszins begrijpelijke, maar voor het nageslacht terecht moeilijk te bevatten reactie van de geallieerde leiders op de moord op de Joden. Die bezagen zij steeds in de context van de gruweldaden die overal in bezet Europa tegen de bevolkingen gepleegd werden. Ook toen er mede dankzij mensen als de Poolse verzetsman Jan Karski al in 1942 overweldigend bewijs was voor het bestaan van vernietigingskampen, waren de geallieerde documenten van deze periode volgens de auteur nog ‘doortrokken van een onverschilligheid die Groot-Brittannië of de Verenigde Staten weinig eer aandoet’. Alles bij elkaar geeft Hastings een klassiek chronologisch overzicht van alle grote meer of minder bekende gebeurtenissen en kwesties uit de Tweede Wereldoorlog. Maar door de grote nadruk op de menselijke dimensie van het conflict en een eigenzinnige visie op de complexiteit van het gebeurde, slaagt Hastings er voortreffelijk (en beter dan menig andere auteur) in om een immens ingewikkelde periode uit onze recente geschiedenis ijzingwekkend tastbaar te maken. Tegelijk verliest hij de samenhang tussen de (militaire) gebeurtenissen en de plaats daarvan in de geschiedschrijving nergens uit het oog. "En de hel brak los" is daarmee een razend knappe oorlogsgeschiedenis, helder geschreven en een absolute aanrader. Niet alleen voor (beginnend) geïnteresseerden in de oorlog, maar voor iedereen die niet raakt uitgedacht over kwesties van goed en kwaad. |
Beoordeling: | Uitstekend |