Titel: | Dwangarbeiders - Nederlandse jongens tewerkgesteld in het Derde Rijk |
Auteur: | Marloes van Westrienen |
Uitgever: | Contact |
Uitgebracht: | 2008 |
Pagina's: | 208 |
ISBN: | 9789025428181 |
Omschrijving: |
Tussen 1940 en 1945 waren naar schatting 500.000 tot 600.000 Nederlandse mannen en jongens tewerkgesteld in het Derde Rijk. Ze waren opgeroepen voor de Arbeitseinsatz en werden ingezet in onder andere de landbouw en industrie ter vervanging van Duitse mannen die waren opgeroepen in de Wehrmacht. Hun ervaringen waren uiteenlopend, maar werden na de oorlog nauwelijks gehoord, noch verteld. De jonge mannen kregen niet de tijd om hun ervaringen te verwerken, want terug in Nederland moesten ze gauw weer aan de slag bij de wederopbouw. Als de oorlog in de jaren die daarop volgden ter sprake kwam, ging het meestal over het verzet en de slachtoffers van de concentratie- en vernietigingskampen en niet over de dwangarbeiders. Zij werden eerder gezien als een soort collaborateurs dan dat er stilgestaan werd bij het feit dat velen van hen veel ellende hadden meegemaakt in Duitsland. “Waarom ben je niet ondergedoken?”, was een veelgestelde vraag. Het stilzwijgen en de indirecte beschuldigingen deden weinig recht aan de vaak zeer indringende ervaringen van de Nederlanders in Duitsland. Om dwangarbeiders alsnog hun verhaal te laten doen, sprak Marloes van Westrienen tijdens haar studie culturele antropologie met enkelen van hen. Daaronder ook haar grootvader Jan van Westrienen die in de oorlog tewerkgesteld was in een Duitse munitiefabriek. In haar boek “Dwangarbeiders - Nederlandse jongens tewerkgesteld in het Derde Rijk” zijn de ervaringen van hem en negen anderen opgetekend, aangevuld met een inleiding die kort de geschiedenis van de Arbeitseinsatz (niet te verwarren met de Arbeidsdienst) beschrijft. Het zijn heel verschillende verhalen, want het werk dat ze moesten doen en onder welke omstandigheden was voor iedereen anders, net als hun levenservaring voorafgaand aan hun periode als dwangarbeider. Allemaal ervoeren ze hun verblijf en werk in Duitsland daarom op een andere manier. Gerard Mandjes, geboren in Loosduinen bij Den Haag, had het in Duitsland bijvoorbeeld eigenlijk beter dan in Nederland. Als chauffeur van een melkfabriek in Balingen maakte hij relatief korte werkdagen van 7 uur en had hij veel vrijheid. Hij had goede contacten met de Duitsers en ontmoette tijdens zijn werk veel leuke meisjes. Terwijl in Nederland honger geleden werd tijdens de winter van ’44 - ’45 at Gerard brood met roomboter, zoveel hij wilde. Gerards ervaringen zijn onvergelijkbaar met die van de Limburgse boerenzoon Jan Aerts. Hij had de Arbeitseinsatz proberen te ontduiken, maar werd verraden en opgepakt. Na een verblijf in het beruchte kamp Amersfoort kwam hij terecht in een strafkamp op het terrein van de Hünselwerke, een fabriek aan de rand van de stad Meschede. Zeven dagen in de week werkte hij van ’s ochtends 6 tot ’s avonds 6 onder slechte omstandigheden aan de opbouw van nieuwe fabriekshallen, terwijl bewakers insloegen op elke gevangene die niet hard genoeg werkte. Hij moest leven op één homp brood in de week, dagelijks aangevuld met een liter vuile, waterige soep. Jan zag voortdurend medegevangenen sterven door de slechte leef- en werkomstandigheden. Ook de andere geïnterviewden in dit boek hadden het niet zo goed getroffen als Gerard Mandjes. Veel aandacht is er in de verschillende ooggetuigenverslagen voor de impact die de periode van dwangarbeid op de geïnterviewde mannen had en nog steeds heeft. We kunnen ons dat tegenwoordig niet meer voorstellen, maar voor velen van hen was hun verblijf in Duitsland een compleet nieuwe ervaring; het was hun eerste reis zo ver van huis, losgerukt uit hun vertrouwde omgeving en van hun familie. De in Friesland geboren Anne Bouwman was nog maar weinig gewend toen hij tewerkgesteld werd in wereldstad Berlijn. De omvang van de stad, de U-Bahn, maar ook de condoomautomaat in het toilet op de fabriek en de prostituees in de stad; het was een heel andere wereld dan hij gewend was. Veel dwangarbeiders maakten gruwelijke dingen mee die tegenwoordig nog steeds op hun netvlies gebrand staan. Anne herinnert zich nog goed hoe hij na geallieerde bombardementen mee moest helpen met het opsporen van overlevenden tussen lijken en losse lichaamsdelen. Toen hij eens een bal zag liggen, bleek het bij nader inzien het losgerukte hoofd van een mens. Voor sommige mannen kwam met de geallieerde overwinning nog geen einde aan hun periode van dwangarbeid. Wim de Koning werkte tijdens de oorlog (onvrijwillig) als SS-Frontarbeiter. Hij werd opgepakt door de Russen die geen onderscheid maken tussen hem en Duitse krijgsgevangenen. Hij werd opnieuw tewerk gesteld als dwangarbeider, niet in het Derde Rijk, maar in de Goelag. Het werk was zwaar, de temperatuur soms ondraaglijk laag en het voedsel ontoereikend. Na vier jaar dwangarbeid onder twee misdadige dictaturen keerde hij pas in 1947 terug in Nederland. Hij had moeite met het vinden van werk en voelde zich er niet langer thuis. Emigreren kon hij echter niet, want de overheid weigerde hem een paspoort te geven. De Koude Oorlog was in volle gang en vanwege zijn verblijf in de Sovjet-Unie was hij verdacht. Hij bleef dus in Nederland waar nachtmerries hem bleven herinneren aan de afschuwelijke ervaringen die hij had opgedaan tijdens zijn periode van dwangarbeid. Net als Wim de Koning, kregen de meeste voormalige dwangarbeiders te maken met veel onbegrip bij hun terugkeer in Nederland. De overheid was bang dat hun normen en waarden vervaagd waren, omdat ze losgerukt waren uit hun gezin, milieu en volk. Er werd gedacht dat ze allerlei (geslachts)ziektes hadden opgelopen en ze werden politiek niet langer betrouwbaar geacht. Sommige mannen kwamen bij terugkeer in conflict met hun ouders en geloof. Al deze onderwerpen komen naar voren in het boek van Marloes van Westrienen. Ze is er met deze telkens weer verschillende verhalen in geslaagd aan te tonen hoe veelzijdig de geschiedenis van de Arbeitseinsatz is. Onderwerpen die jarenlang moeilijk bespreekbaar waren, komen allemaal aan bod. Het is een boek dat recht doet aan het lot van de dwangarbeid en de niet te onderschatten rol die deze geschiedenis had op het leven van vele tienduizenden Nederlanders. Marloes van Westrienen geeft hen een waardige plek binnen de bezettingsgeschiedenis. |
Beoordeling: | Zeer goed |