Titel: | Mussert & Co - De NSB-Leider en zijn vertrouwelingen |
Auteur: | Dr. Tessel Pollmann |
Uitgever: | Boom |
Uitgebracht: | 2012 |
Pagina's | 304 |
ISBN: | 9789461055477 |
Omschrijving: |
Dit boek met voor zichzelf sprekende titel is een beschrijving van NSB-Leider Anton Mussert vanuit een nieuwe gezichtshoek met grote aandacht voor de persoon, zijn achtergrond en familiebanden, maar ook voor zijn financiële handel en wandel. De auteur is historica en journaliste dr. Tessel Pollmann. De schrijfster begint haar boek met een belichting van de Nationaal Socialistische Beweging, die in het naoorlogse Nederland toch vaak werd afgedaan als een kudde verdwaalde, wat dommige schapen. Maar zij betuigt, dat het een politieke partij was die weliswaar uit onvrede over politiek en bestuur ontstond, maar die allerminst als dom en onbelangrijk of belachelijk kan worden beschouwd. Letterlijk: “De slechte naam van de NSB is voor het nageslacht van de NSB’ers nog altijd een bron van schaamte. Dat is zo omdat aan de ene kant de NSB is gebagatelliseerd, terwijl aan de andere kant tot op heden de familieleden van (allang overleden) NSB’ers nog altijd bang zijn te kijk gezet te worden.” Dat de politiek de Beweging serieus nam, is ook af te leiden uit het feit dat, na de oprichting in 1931, al in 1934 het voor ambtenaren (dus ook voor leger en politie) verboden werd lid te zijn van de NSB. Een saillant detail over de oprichting van de Beweging is het feit dat deze werd gegenereerd door een verdrag dat tussen België en Nederland was getekend over het verbreden en verdiepen van de Scheldemond als toegang tot de haven van Antwerpen. Het huidige getouwtrek met betrekking tot de Hedwigepolder is dus een interessante parallel. De toenmalige minister Van Karnebeek had het verdrag onderhandeld en getekend als een uitvloeisel van de compensatie die (de Franstalige regering van) België had geëist als consequentie van de neutrale houding van Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog. Mussert noemde dit verdrag zeer onvaderlands en ageerde scherp tegen deze kwestie. Hierdoor werd het verdrag tenslotte geannuleerd en moest de minister aftreden. In de wat meer genuanceerde beschouwingen die de laatste jaren aan het verschijnsel NSB en Mussert worden gewijd, komt de nadruk meer te liggen op het feit dat Mussert met name een zelfstandig Nederland nagestreefd zou hebben. Met hemzelf als de Grote Leider en niet als onderdeel van het Groot Duitse Rijk. In deze context wordt wel weer bevestigd, dat hij daardoor botste met Rost van Tonningen die Nederlanders in de Duitse SS wilde laten opnemen. Maar op talloze momenten wordt in dit boek duidelijk dat de Duitse bewindvoerders zoals Arthur Seyss-Inquart, maar ook Hanns Rauter of de Generalkommissar zu besonderen Verwendung Fritz Schmidt en hun consorten, Mussert en zijn Beweging niet helemaal serieus namen. Wat daaraan bijdroeg was Musserts gedrag en levensstijl. Hij was als student weg- en waterbouw getrouwd met de jongste zus (18 jaar ouder dan hij zelf) van zijn moeder en onderhield, later, tamelijk openlijk, een relatie met een vele jaren jonger nichtje. Maar een belangrijk hoofdstuk van het boek is gewijd aan het financiële reilen en zeilen van de NSB Leider. Er wordt gedetailleerd beschreven welke toelages hij zichzelf toekende en hoe hij zich bezittingen toe-eigende door middel van praktijken waar chantage, bedreiging en dwang verkoop onder dreigementen niet vreemd aan waren. Er wordt in het boek op gewezen, dat de bezetter vanaf 1941 per maand 300.000 gulden aan de Beweging toeschoof. Mussert ontdook stelselmatig belastingen en had in mei 1945 een belastingschuld van meer dan een half miljoen gulden. Hij kocht vastgoed, ook van gedeporteerde Joden, en richtte onder andere in Den Haag een residentie in, die hem als een soort premier tot ambtswoning diende. Ook in Amsterdam en Utrecht had de partij statige panden in bezit die alle bewaakt werden door een persoonlijke lijfwacht. Over die lijfwacht wordt een boekje open gedaan en ook deze functionarissen waren nu niet personen van het meest onbesproken gedrag. De Leider omgaf zich met mensen, die evenals hijzelf, na de bevrijding ter verantwoording werden geroepen. Het is opmerkelijk, hoe zijn medeoprichter en vazal Cornelis van Geelkerken er vanaf kwam na een grote rol in de NSB gespeeld te hebben. In 1950 werd de doodstraf tegen hem geëist waarop een veroordeling tot levenslange gevangenisstraf werd uitgesproken; dit werd naderhand omgezet in 21 jaar en zes maanden en in 1959 kwam hij vrij. Terwijl Mussert de doodstraf kreeg, kwam een aantal van zijn naaste medewerkers c.q. adviseurs er met beduidend mildere of zelfs geen straf vanaf. Een gedeeltelijke verklaring ligt in het feit dat er in de Nederlandse rechtspraak geen enkele ervaring met het berechten van landverraders bestond. In de verwarde naoorlogse tijden waren bijvoorbeeld de NSB-burgemeester van Rotterdam Frederik Ernst Müller (“Musserts beste man”) en Musserts juridische adviseur Van Vessem in staat geweest hun activiteiten voor de partij in een veel gunstiger daglicht te stellen dan in werkelijkheid het geval geweest kon zijn. Veel details van Musserts (mis)daden en motivaties zijn niet meer te achterhalen omdat hij zijn persoonlijk archief na Dolle Dinsdag in kisten verpakt heeft laten inmetselen in een steengroeve in Duitsland en die zijn nooit meer teruggevonden. Ook van de grote bedragen contant geld, die hij naar Oost-Nederland heeft laten brengen is een groot gedeelte niet meer boven water gekomen. Het boek bevat een 40 pagina’s tellend notenregister met uitgebreide aanvullende informatie over zaken en personen. De noten zijn genummerd per hoofdstuk en in dit geval zeer de moeite waard om na te slaan aangezien er lemma’s bij zijn die wel een halve bladzijde lang zijn. Daarnaast is het boek voorzien van een lijst van geraadpleegde archieven en andere bronnen. Jammer genoeg wemelt het boek van spel- en drukfouten zoals bijvoorbeeld “echtpaard”, hetgeen op een storende manier afleidt van de interessante benadering van het onderwerp. Ook de rekenformule om van de toenmalige guldenbedragen het euro-equivalent te maken is op verschillende plaatsen verschillend toegepast. Zoals in de inleiding van het boek wordt gesteld, kan ieder van de 15 hoofdstukken afzonderlijk gelezen worden en dit wordt vergemakkelijkt doordat verschillende feiten toch weer genoemd worden als die in de andere context nogmaals vermelding verdienen of waarnaar verwezen wordt met hoofdstukopgave. Een interessant boek, dat een eigenzinnige politicus in een scherp tegenlicht zet en dat zeker de moeite waard is om gelezen te worden door hen die een genuanceerd beeld willen krijgen van het misdadige karakter van een leugenachtige, ambitieuze en op geld beluste Anton Mussert en zijn Beweging. |
Beoordeling: | Goed |