Titel: | Mitswa en christenplicht - bescheiden helden uit de illegaliteit |
Schrijver: | Max Léons en Arnold Douwes |
Uitgever: | Gibbon uitgeefagentschap |
Uitgebracht: | november 2011 |
Pagina's: | 144 |
ISBN: | 9789491363016 |
Omschrijving: |
Er zijn niet veel dorpen die net als het Drentse dorp Nieuwlande zoveel onderduikers verborgen tijdens de oorlog. Max Léons (schuilnaam Nico) en Arnold Douwes zorgden ervoor dat honderden Joden, verzetsmensen en andere onderduikers uit handen van de Duitsers bleven door hen onder te brengen in Nieuwlande of omliggende dorpen. Douwes hield, voor zover dat mogelijk was, een dagboek bij waarin hij schreef over zijn belevenissen tijdens de periode dat hij verantwoordelijk was voor de onderduikorganisatie van Johannes Post. Het dagboek dat Douwes in fragmenten tijdens de oorlog bijhield werd door Lou de Jong (auteur van de serie: ‘Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog’) gezien als het meest verhelderende egodocument over de Joodse onderduik. Samen met de oorlogsherinneringen van Max Léons vormde dit de basis voor het boek. “Mitswa en christenplicht, bescheiden helden uit de illegaliteit” vertelt het unieke verhaal van twee bijzondere mensenredders. Het boek is geschreven door Max Léons vanuit een ik-perspectief. De neerlandicus Gert Jan de Vries heeft hem geholpen om zijn herinneringen goed op te schrijven. Ook hebben zij samen de fragmenten van het oorlogsdagboek van Douwes (die in 1999 overleden is) gecorrigeerd om er zo een lopend verhaal van te maken. De eerste druk van dit opmerkelijke verhaal verscheen in 2000. Op 23 november 2011 is een aangepaste, bijzondere editie van “Mitswa en christenplicht, bescheiden helden uit de illegaliteit” verschenen. Dit gebeurde naar aanleiding van een onderscheiding die Max Léons, voor zijn verzetsactiviteiten in de Tweede Wereldoorlog, op 23 november 2011 alsnog gekregen heeft. De onderscheiding werd uitgereikt door de Israëlische ambassadeur en werd op initiatief van twee Israëlische organisaties (The Jews Rescued Jews during the Holocaust Committee en The B’nai B’rith World Center) aan Max Léons geschonken. Léons is hiermee de eerste die buiten Israël deze onderscheiding mocht ontvangen. Arnold Douwes (1906-1999) was een rebelse domineeszoon uit Boskoop. Hij begon al snel na de capitulatie met sabotageacties en moest daarom vroegtijdig onderduiken. Hij kwam in 1942 als eerste onderduiker in Nieuwlande terecht bij Johannes Post. Johannes Post zou later één van de leidende figuren in het verzet worden. Johannes Post haalde Joden uit Amsterdam en omstreken en regelde op verschillende plaatsen in Drenthe onderdak voor hen. Hij stelde Arnold Douwes aan als zijn tweede man. Toen Post zelf fanatiek gezocht werd door de Duitsers, was het voor hem niet meer mogelijk om zijn verzetswerk vanuit zijn boerderij in Nieuwlande voort te zetten. Douwes nam het werk voor zijn onderduikorganisatie in de zomer van 1943 over, samen met de ook in Nieuwlande ondergedoken jood Max Léons. Het was geen eenvoudige klus en het werd nog moeilijker toen vanuit het Westen van Nederland een gestage stroom van onderduikers werd aangevoerd. Niet alleen Joden, maar ook verzetsmensen en mannen die niet deel wilden nemen aan de Arbeidsinzet in Duitsland, moesten een onderduikadres krijgen. Bij sommige Drentenaren konden Douwes en Léons altijd terecht, maar bij anderen hadden zij al hun overtuigingskracht nodig om onderduikers te kunnen plaatsen. “Mitswa en christenplicht, bescheiden helden uit de illegaliteit” geeft een beeld van binnenuit over de manier waarop onderduikers werden opgevangen, de tegenwerking door bange Drentenaren en de toenemende inspanningen van de Duitsers om onderduikers op te sporen. Ook de kans op verraad en de ongemakken van de verzetsmensen, de onderduikers en degenen die kamers of schuilplaatsen beschikbaar stelden komen aan bod. Daarnaast wordt er beschreven hoe het Léons en Douwes zelf verging tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. In mei 1944 kreeg Léons van Johannes Post de waarschuwing dat men hem dicht op de hielen zat. Daarom dook Léons toen zelf ook onder. Douwes ging eigenwijs door, maar werd op 19 oktober 1944 opgepakt. Hij zou op 11 december 1944 geëxecuteerd worden, maar werd door de Knokploeg Noord-Drenthe tijdens een gewapende overval op de gevangenis in Assen, samen met 31 anderen, bevrijd. Ook Douwes dook onder en samen overleefden zij de oorlog. De titel van het boek verwijst naar de motieven van deze twee eigenzinnige mensenredders. Douwes, als zoon van een dominee, zag het als zijn christenplicht. Voor Max Léons was het een mitswa (plicht tot handeling van barmhartigheid die voortvloeit uit de wetten uit de Thora) om zijn medemensen bij te staan in tijden van nood. Anders dan de titel (Mitswa en christenplicht) doet vermoeden, wordt er weinig aandacht geschonken aan die motieven. Ook valt het op dat sommige gebeurtenissen minder geloofwaardig overkomen. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat de herinneringen pas 50 jaar na de oorlogsjaren op schrift gesteld werden. Sommige verhalen zijn misschien mooier of belangrijker gemaakt dan ze in werkelijkheid waren. Enkele gebeurtenissen klinken, met die wetenschap in het achterhoofd, bijna onwaarschijnlijk. Zo fietsten Douwes en Léons samen met een Amerikaanse piloot die even daarvoor uit een gecrasht vliegtuig was gesprongen naar een schuilplaats. De Amerikaanse piloot had een veel te krappe overall over zijn uniform, waardoor het voor iedereen duidelijk was dat hij geen normale boer was. Onderweg kwamen ze een zwaarbewapende Duitse patrouille tegen die overduidelijk op zoek was naar de vlieger van het gecrashte vliegtuig. Toch passeerden zij Douwes, Léons en de geallieerde piloot zonder hen een blik waardig te keuren. Deze en andere belevenissen doen wel iets af aan de geloofwaardigheid van het boek. “Mitswa en christenplicht, bescheiden helden uit de illegaliteit” is een mooie bijdrage aan de geschiedenis van de zorg voor onderduikers in Nederland. Door het toegankelijke taalgebruik en het autobiografische verhaal, gaat de situatie leven. Ook zijn er enkele foto’s toegevoegd die het tot een aantrekkelijk boek maken. Het is daarom geschikt voor jongeren en ouderen die op een toegankelijke manier kennis willen maken met dit onderwerp uit de Tweede Wereldoorlog. Voor de kenners is dit boek misschien minder geschikt als het gaat om wetenschappelijk onderzoek, er wordt bijvoorbeeld niet echt diep ingegaan op de onderduik in Drenthe. Het boek draait om de belevenissen van Léons en Douwes en is een eerbetoon aan alle mensen uit Nieuwlande die geholpen hebben en die hun levens riskeerden om honderden onderduikers uit handen van de Duitsers te houden. |
Beoordeling: | Zeer goed |