De relatie tussen Bulgarije en Duitsland dateerde al van de Eerste Wereldoorlog. Het land trad naast Duitsland op tijdens deze oorlog vanaf oktober 1915.
Na aanvang van de Tweede Wereldoorlog kreeg Bulgarije een deel van Dobrudscha toegewezen door tussenkomst van Duitsland. Koning Boris III kwam hierna op 18 november 1940, naar Berlijn om met Hitler te praten over de toetreding van zijn land aan de strijd aan Duitse zijde. Korte tijd later verklaarde het land de oorlog aan Griekenland, Joegoslavië, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Opvallend is dat het land nooit de oorlog verklaarde aan de Sovjet Unie en weigerde om troepen in te zetten aan het Oostfront. Toch nam het land de bewaking van de Zwarte Zee over van de Luftwaffe.
Toen op 18 augustus 1943 Boris III kwam te overlijden en zijn minderjarige zoon Simeon II de troon besteeg, verklaarde de Sovjet Unie het land de oorlog. Drie dagen later vielen Sovjet troepen het land binnen en op 28 oktober 1944 tekende de Bulgaarse regering een wapenstilstand met de Sovjet Unie. In 1946 werd de koning afgezet en werd het land communistisch.