De Orde van de Gouden Ark is een internationale ridderorde die op 10 juli 1971 door prins Bernhard der Nederlanden werd gesticht. De orde richt zich op natuurbescherming en "strekt tot onderscheiding van hen, die zich bijzondere verdiensten hebben verworven voor het behoud van flora en fauna op aarde".
De graden van de orde zijn commandeur, officier en ridder.
Het kleinood van de orde is een vijfarmig blauw geëmailleerd gouden kruis dat op een tweemaal zo breed wit geëmailleerd gouden kruis is gelegd. De armen van beide kruisen zijn van gelijke lengte. De vijf armen verbreden zich vanuit het midden en eindigen in twee punten. Het kruis is op een gouden lauwerkrans gelegd. Op het kleinood is een medaillon met een gouden ring gelegd met een afbeelding van een schip op een blauw geëmailleerde ondergrond. Dit schip moet de mythische ark van Noach voorstellen. De voorstelling doet geen recht aan de beschrijving in Genesis maar lijkt meer op een koggeschip. De keerzijde is vlak. Als verhoging is een groen geëmailleerde gouden lauwerkrans aangebracht.
Het lint van de orde is oranje met aan weerszijden smalle blauwe en groene biezen.
Toen de prins in 1994 Lenie 't Hart de versierselen van Officier in de Orde van de Gouden Ark opspeldde, zei hij: "Meer heb ik er niet. Nu is het op...", wat suggereert dat de prins de orde voor zijn leven had gesticht en de orde in het vervolg een slapend bestaan zal leiden. In 2001 heeft de prins bij veertien mensen de versierselen van Officier of Ridder in de Orde van de Gouden Ark opgespeld.
De orde is geen koninklijke onderscheiding en ook geen huisorde van het Nederlandse koninklijk huis of de familie Oranje-Nassau. Volgens het orderecht zoals dat in de 20e eeuw wordt gehanteerd had de prins der Nederlanden ook geen ridderorde kunnen stichten. De prins was geen fons honorum maar bezat zoveel prestige dat een bloeiende ridderorde ontstond.