De "Haus- und Verdienstorden des Herzogs Peter Friedrich Ludwig" werd met Groothertogelijk Besluit van 27 november 1838 ingesteld door Groothertog Paul Friedrich August I von Oldenburg. Hij vernoemde de onderscheiding naar zijn vader Hertog Peter Friedrich Ludwig.
Op 11 februari 1856 werd door Groothertog Nicolaus Friedrich Peter II bij alle klassen de mogelijkheid ingesteld om deze te verlenen met 'zwaarden' of 'zwaarden aan ring'. De klassen met een borstster die werden toegekend met zwaarden aan de ring ontvingen vanaf 17 januari 1879 twee gekruiste zwaarden boven het borstster.
Op 17 januari 1902 werd door Groothertog Friedrich August bepaald dat bij toekenning van een hogere graad, de tijdens oorlogstijd toegekende lagere graden tegelijkertijd gedragen mochten worden.
Op 17 januari 1903 werd bepaald dat de kentekens niet langer in goud werden uitgebracht maar in verguld zilver.
Gedurende de Eerste Wereldoorlog werd bepaald dat om bij een graad de zwaarden te ontvangen, de toegekende al eerder het Pruisische Eisernes Kreuz I. Klasse en een Pruisische Orde met zwaarden of te Pour le Merite diende te hebben ontvangen en Staatsburger van Oldenburg of ingedeeld bij één der Oldenburgse troepen diende te zijn. Op 21 oktober 1918 werd door Groothertog Friedrich August nog een Eikenloof ingesteld om toe te kunnen kennen. Op 11 november 1918 werd de onderscheiding als staatsonderscheiding afgeschaft en werd het een persoonlijke onderscheiding van het Hertogelijk Huis.